Orde van dienst Witte Donderdag 6 april 2023    

Voorganger:                       ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. R. Verhallen             
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 118:1
Votum en groet
Zingen Psalm 118: 5,6
Gebed
Schriftlezing Psalm 116
De HEER heb ik lief, Hij hoort
mijn stem, mijn smeken,
Hij luistert naar mij,
ik roep Hem aan, mijn leven lang.

Banden van de dood omknelden mij,
angsten van het dodenrijk grepen mij aan,
ik voelde angst en pijn.
Toen riep ik de naam van de HEER:

‘HEER, red toch mijn leven!’
De HEER is genadig en rechtvaardig,
onze God is een God van ontferming,
de HEER beschermt de eenvoudigen,
machteloos was ik en Hij heeft mij bevrijd.
Kom weer tot rust, mijn ziel,
de HEER heeft naar je omgezien.
Ja, U hebt mijn leven ontrukt aan de dood,
mijn ogen gedroogd van tranen,
mijn voeten voor struikelen behoed.
Ik mag wandelen in het land van de levenden
onder het oog van de HEER.
Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik:
‘Ik ben diep ongelukkig.’
Al te snel dacht ik:
Geen mens die zijn woord houdt.
Hoe kan ik de HEER vergoeden
wat Hij voor mij heeft gedaan?
Ik zal de beker van bevrijding heffen,
de naam aanroepen van de HEER
en mijn geloften aan de HEER inlossen
in het bijzijn van heel zijn volk.
Kostbaar in de ogen van de HEER
is het leven van zijn getrouwen.
Ach HEER, ik ben uw dienaar,
uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares:
U hebt mijn boeien verbroken.
U wil ik een dankoffer brengen.
Ik zal de naam aanroepen van de HEER
en mijn geloften aan de HEER inlossen
in het bijzijn van heel zijn volk,
in de voorhoven van het huis van de HEER,
binnen uw muren, Jeruzalem.
Halleluja!

Zingen: psalm 116: 1 t/m 4
Schriftlezing Mattheüs 26: 17-35

Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het pesachmaal kunt eten?’ Hij gaf hun de opdracht om naar een zeker persoon in de stad te gaan en hem te zeggen: ‘De meester laat u weten: “Mijn tijd is nabij; Ik wil met mijn leerlingen bij u het pesachmaal gebruiken.”’ De leerlingen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze Hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Hij antwoordde: ‘Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren. De mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Toen zei ook Judas, die Hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’ Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg. Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ Petrus zei daarop tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht, nog voor de haan gekraaid heeft, zul jij Mij driemaal verloochenen.’ Petrus zei: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle andere leerlingen vielen hem daarin bij.

Zingen Psalm 116: 5 t/m 8
Preek
Zingen Gezang 51:1,2,3 (Hervormde bundel)

Middelpunt van ons verlangen,
trooster van ’t ontrust gemoed,
Jezus, onze dankb’re zangen
loven uwe liefdegloed.
Gij woudt van de hemel dalen
op deez’ diep bedorven aard’,
en voor ons de schuld betalen,
die ons bang gemoed bezwaart.

Liefde, met wat medelijden
zaagt Gij Adams kind’ren aan!
Voor die zondaars woudt Gij strijden,
om hen van de vloek t’ ontslaan.
Ja, Gij storttet bloed en tranen
in het bang Gethsémane,
om voor ons de weg te banen
naar ’t gewest van rust en vree.

Liefd’, in U is al ons leven,
Gij, Gij zijt ons hoogste goed!
Ja, uw kruis heeft ons gegeven
wat ons eeuwig leven doet.
O, hoe zijn w’ aan U verbonden,
Jezus, Redder, ’s Vaders Zoon,
onze harten, onze monden
juichen dankbaar tot uw troon!

Lezen van het avondmaalsformulier

Gebed en Onze Vader

Terwijl de tafel wordt bereid, zingen we:

Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen Psalm 113:1
Dankgebed en voorbede
Zingen Psalm 22:11
Zegen

Orde van dienst 2 april 2023 Palmpasen    

Voorganger:                      Ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij        

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied Psalm 118:9
Bemoediging en groet
Zingen Lied 218:1,3,5
Smeekgebed
Beantwoord met lied 558:1,2,3
Moment met de kinderen
We luisteren het liedje ‘Hosanna, Hosanna’ van Elly en Rikkert

https://www.youtube.com/watch?v=eOlpUzMl5fI&t
Gebed
Schriftlezing: Johannes 12: 12-19
De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’ Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: ‘Vrees niet, vrouwe Sion, je koning is in aantocht, en Hij zit op een ezelsveulen.’ Zijn leerlingen begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit verheven was, herinnerden ze zich dat dit over Hem geschreven stond, en dat het zo ook gebeurd was. De mensen die erbij waren geweest toen Hij Lazarus uit het graf riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen. Daarom ging de menigte Hem tegemoet; ze hadden gehoord dat Hij dit teken had verricht. En de farizeeën zeiden tegen elkaar: ‘Je ziet dat we niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter Hem aan.’

Zingen lied 550: 1,2,3
Preek
Zingen lied 556: 1,2,3,4,5
De kinderen komen terug.
Zingen met de kinderen: “Gezegend is Hij, die komt in de naam van de Heer”

Dankgebed, voorbeden en Onze Vader
Collecte
Zingen Psalm 92:1,7
Zegen

Orde van dienst 26 maart 2023 -zondag Judica

LET OP: Deze zondag begint de ZOMERTIJD !!

Voorganger:                      Ds. mevr. Gonja van ’t. Kruis, Alphen ad Rijn
Organist:                           Dhr. Martijn van der Weert
Ouderling:                         Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                              Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ Psalm 43, 1en 3
Stil gebed
Votum en Groet
Inleiding op de dienst
Gebed om ontferming
Zingen Lied Psalm 43, 5
Gebed bij de opening van het Woord
Zingen Kinderlied 935

( Kinderen gaan naar nevendienst zij komen naar voren om de lamp mee te nemen )
Schriftlezing(en)
Lezing: Psalm 118: 19-29

11819Open voor mij de poorten van de gerechtigheid,
ik wil binnengaan om de HEER te loven.
20Dit is de poort die leidt naar de HEER,
hier gaan de rechtvaardigen binnen.
21Ik wil U loven omdat U antwoordde
en mij redding bracht.
22De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
23Dit is het werk van de HEER,
een wonder in onze ogen.
24Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt,
laten wij juichen en ons verheugen.
25Ach HEER, red ons toch,
HEER, geef ons voorspoed.
26Gezegend wie komt in de naam van de HEER.
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.
27De HEER is God, Hij heeft ons licht gebracht.
Vier feest en ga met groene twijgen
tot aan de hoorns van het altaar.
28U bent mijn God, U zal ik loven,
hoog zal ik U prijzen, mijn God.
29Loof de HEER, want Hij is goed,
eeuwig duurt zijn trouw.

Zingen Lied 632
Lezing Matt. 5:1-9
Bergrede
51Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2Hij nam het woord en onderrichtte hen:
3‘Gelukkig wie nederig van hart zijn,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
4Gelukkig de treurenden
want zij zullen getroost worden.
5Gelukkig de zachtmoedigen,
want zij zullen de aarde bezitten.
6Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
7Gelukkig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
8Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.
9Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.

Zingen Lied 991, 1, 2, 3, 6 en 7
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet  )

Bijdrage ZWO  Commissie
Zingen Lied 939
Geloofsbelijdenis  gezongen Lied340B
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied 993, 1, 2 en 7
Heenzending en zegen
Gezongen Amen


Avondgebed onderweg naar Pasen 22 maart 2023 – 19:30

Plaats: Hervormde kerk Nieuwkoop
Voorganger: ds. Mevr. Gonja van ’t Kruis


De dienst is te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Thema: ‘Uit liefde voor jou’.

Stilte

Votum

Welkom en inleiding

Gebed

Vanuit de Nieuwkoopse kerkgemeenschap wordt er voor elke geloofsgemeenschap een kaars ontstoken:

Wees een licht voor alle mensen
Laat het schijnen om je heen
Wees een licht met heel veel warmte
Houdt het niet voor jou alleen.

Lied 547: 1, 2, 5 en 6: Met de boom des levens

Met de boom des levens wegend op zijn rug,
droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.
KYRIE ELEISON, WEES MET ONS BEGAAN,
DOE ONS WEER VERRIJZEN UIT DE DOOD VANDAAN.

Laten wij dan bidden in dit aardse dal,
dat de lieve vrede ons bewaren zal,
KYRIE ELEISON, WEES MET ONS BEGAAN,
DOE ONS WEER VERRIJZEN UIT DE DOOD VANDAAN.

want de aarde jaagt ons naar de diepte toe,
maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe.
KYRIE ELEISON, WEES MET ONS BEGAAN,
DOE ONS WEER VERRIJZEN UIT DE DOOD VANDAAN.

Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug,
droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.
KYRIE ELEISON, WEES MET ONS BEGAAN,
DOE ONS WEER VERRIJZEN UIT DE DOOD VANDAAN.

Psalmlezing: Psalm 130 in beurtspraak van voorganger en gemeente (Vg= voorganger)

130                                                                                                                                                                Vg.: Een pelgrimslied.
Uit de diepte roep ik tot u, HEER,

Allen: Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade.

Vg.: Als u de zonden blijft gedenken, HEER,
Heer, wie houdt dan stand?

Allen: Maar bij u is vergeving,
daarom eert men u met ontzag.

Vg.: Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar hem
en verlangt naar zijn woord,

Allen: mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.

Vg.: Israël, hoop op de HEER!
Bij de HEER is genade, bij hem
is bevrijding, altijd weer.

Allen: Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.

Meditatieve orgelmuziek

Evangelielezing: Johannes 4: 5-15

5. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6 waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ 8 Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. 10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ 11‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? 12
U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13 ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, 14 ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15 ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 

Meditatie

Aansluitend een moment van stilte

Lied 655, 1, 4 en 5: Zing voor de Heer een nieuw gezang 

Zing voor de Heer een nieuw gezang!
Hij laaft u heel uw leven lang
met water uit de harde steen.
Het is vol wond’ren om u heen.

De hand van God doet in de tijd
tekenen van gerechtigheid.
De Geest des Heren vuurt ons aan
de heil’ge tekens te verstaan.

Wj zullen naar zijn land geleid
doorleven tot in eeuwigheid
en zingen bij zijn wederkeer
een nieuw gezang voor God de Heer.

Dank- en voorbeden, stil gebed en het Onze Vader (oecumenisch)

Onze Vader die in de hemel zijt,                                                                                                                Uw naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden zoals ook wij
onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid.
Amen.

Lied 543: Gij zijt in glans verschenen (staande)

Gij zijt in glans verschenen, verschenen voor altijd.
Hoe ook in dood verdwenen, ons straalt uw heerlijkheid.
Hoe bitter ook de pijnen door ons U aangedaan,
Gij blijft in glans verschijnen, ziet ons in glorie aan.

Uw marteling, uw lijden, in aller wereld nood,
uw kruisgang door de tijden, uw dagelijkse dood,
het straalt voor onze ogen, het glanst uit alle pijn.
aan haat en hoon onttogen blijft Gij onz’ glorie zijn.

Gij zijt in glans verschenen, verschenen voor altijd.
Gij wilt uw kruis ons lenen als licht van eeuwigheid.
Geen ondergang kan dreigen of heerlijk rijst uw beeld
en doet ons mee ontstijgen in glans die alles heelt.

Zegen

Allen: Amen

………………………………………………………………………….

Het volgende Avondgebed is op woensdag 29 maart. Aanvang: 19.30 uur

Orde van dienst 19 maart 2023 gezamenlijk NH en GK

Zondag Laetare

Voorganger:      ds. L Rasser, Amsterdam             

De diensten zijn te volgen via youtube en later via kerkdienstgemist.nl
zondag 19 maart 2023 Ger. PKN 10.00 u – YouTube

Welkom en mededelingen

 Lied (intochtspsalm) 103: 1, 4

Stilte – Drempelgebed – Bemoediging en Groet

Lied 103: 5

Smeekgebed “Om dat alles roepen we” (voorganger): “Heer ontferm U” (allen in responsiezang)

Lied 657: 1, 2 en 3

Gebed voor de opening van de schriften

Schriftlezing Psalm 103: 8 – 13
8Liefdevol en genadig is de HEER,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
9Niet eindeloos blijft Hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn.
10Hij straft ons niet naar onze zonden,
Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
11 Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.
12Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
13Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen.

Lied Psalm 103: 3

Schriftlezing Lucas 15: 11 – 32
11Vervolgens zei Hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15Hij trok eropuit en verhuurde zich aan een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21“Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.25De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. 29Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn? Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”’

 Lied 185: 1 (geen refrein)

VERKONDIGING:

Meditatief orgel/pianospel

Een geloofsbelijdenis Lied 185: 3 + refrein

Dank, voorbeden, stil gebed, afgesloten met gezongen Onze Vader (Lied 1006)

Met gezongen acclamatie “Hoor ons,..” (Lied 367k)

Collecten

Slotlied Gezang 467 uit het (rode) Liedboek der kerken 1973 (O eew’ge Vader, sterk in macht) Zegen (met gezongen amen

Orde van dienst 12 maart 2023 – Zondag Oculi

Derde zondag in de 40dagentijd      
Voorganger:                      mevr. dr. J.G Mooi, Hoogmade
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Dhr. R. Verhallen
Diaken:                              Dhr. S.de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied:      Psalm 27: 1 en 2
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging
Zingen: Psalm 51: 2
Bemoediging
Zingen: Psalm 51: 7
Gebed bij de opening van het Woord
Kinderen naar nevendienst.      
Zingen:  Lied 285
1e  Schriftlezing: Marcus 8: 22 -26 (NBG 1951)
De blinde te Betsaïda
22En zij kwamen te Betsaïda. En zij brachten een blinde tot Hem en smeekten Hem deze aan te raken. 23En Hij vatte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp, en Hij spuwde in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem: Ziet gij iets? 24En hij zag op en zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen. 25Vervolgens legde Hij weder de handen op zijn ogen, en hij zag duidelijk en was hersteld. En hij zag voortaan alles scherp. 26En Hij zond hem naar huis en zeide: Ga het dorp zelfs niet in.

Zingen:  Psalm 146: 3 en 4
2e  Schriftlezing: Johannes 9: 1-7; 18-22 en 35-38 (NBG 1951)

De blindgeborene
91En voorbijgaande zag Hij een man, die sedert zijn geboorte blind was. 2En zijn discipelen vroegen Hem en zeiden: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren is? 3Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar de werken Gods moesten in hem openbaar worden. 4Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan. 5Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld. 6Na dit gezegd te hebben, spuwde Hij op de grond en maakte slijk van dit speeksel en Hij legde hem het slijk op de ogen, 7en zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam, hetgeen vertaald wordt door: uitgezonden. Hij dan ging heen, wies zich en kwam ziende terug.


18De Joden dan geloofden niet van hem, dat hij blind geweest en ziende geworden was, totdat zij de ouders geroepen hadden van hem, die ziende was geworden, 19en zij vroegen hun en zeiden: Is dit uw zoon, van wie gij zegt, dat hij blind geboren is? Hoe kan hij dan nu zien? 20Zijn ouders antwoordden en zeiden: Wij weten, dat dit onze zoon is, en dat hij blind geboren is; 21maar hoe hij nu zien kan, weten wij niet, en wie zijn ogen geopend heeft, wij weten het niet; vraagt het hemzelf, hij heeft zijn leeftijd, hij zal voor zichzelf spreken. 22Dit zeiden zijn ouders, omdat zij bang waren voor de Joden, want de Joden waren reeds overeengekomen, dat, indien iemand mocht belijden, dat Hij de Christus was, hij uit de synagoge zou worden gebannen. 

35Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden, en Hij zeide, toen Hij hem aantrof: Gelooft gij in de Zoon des mensen? 36Hij antwoordde en zeide: En wie is Hij, Here, dat ik in Hem moge geloven? 37Jezus zeide tot hem: Gij hebt Hem niet slechts gezien, maar die met u spreekt, die is het. 38Hij zeide: Ik geloof, Here, en hij wierp zich voor Hem neder. 

Tekst prediking: Joh. 9: 38 : ‘Ik geloof Heer’, en hij wierp zich voor Jezus neer.
Zingen:  Lied 321: 5 en 6
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Kinderen komen terug
Zingen:  Lied 446: 2 en 4
Bijdrage ZWO commissie
Geloofsbelijdenis (gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied:  Lied 534 geheel
Heenzending en zegen/ Gezongen Amen

Orde van dienst 8 maart 19:30 – Biddag voor gewas en arbeid

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Mevr. Margreet v. Koert             

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 145: 1,3
Votum en groet

Gezang 465: 1,2,3 (LvdK)
Van U zijn alle dingen,
van U, o God en Heer,
van U de zegeningen
die ‘k biddende begeer.
Gij wilt mijn weg omringen
met liefde wijs en teer.
Wat wij ooit goeds ontvingen,
het is van U, o Heer.

Nog voor wij U iets vragen,
voorkomt Gij ons gebed.
Gij hebt aleer wij klagen,
op onze nood gelet.
Gij helpt de last ons dragen,
Gij steunt bij elke tred,
zelfs bij de zwaarste plagen
zijt Gij de God die redt.

Hoe kent Gij al mijn noden,
waarin Gij trouw voorziet.
Gij geeft geen steen voor broden,
een slang voor vissen niet!
Wie komt tot U gevloden,
wien Gij geen redding biedt?
Gij laat de zondaar noden,
nog eer hij tot U vliedt.

Gebed
Schriftlezing: Genesis 3: 8-13
Toen de mens en zijn vrouw de HEER God in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden
wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan Ik je verboden had te eten?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw die U mij hebt gegeven om mij terzijde te staan, gaf mij vruchten van de boom en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg de HEER God aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

Zingen Lied 944:1,2,3,4
Preek
Zingen Lied 835:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis
Zingen Psalm 89:1
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Zingen Psalm 65: 1,5
Zegen

Orde van dienst 5 maart 2023 – Zondag Reminiscere

Tweede zondag van de 40dagentijd,
Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                         Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                              Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Welkom en mededelingen
Intochtslied Psalm 25:1
Votum en groet
Zingen Psalm 25:2,3
Geboden
Zingen  891:1,2 (Nederlandse tekst)
Gebed
Kinderlied: ‘Je hoeft niet bang te zijn’, Evangelische Liedbundel 448

Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer.
Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer.

Je hoeft niet bang te zijn, als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur rondom je leven zijn.

Je hoeft niet bang te zijn, al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft, als jij je ogen sluit.

Gebed

Schriftlezing: Johannes 4:1-30
Gesprek met een Samaritaanse vrouw
4 1Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes 2– Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat –, 3verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. 4Daarvoor moest Hij door Samaria heen. 5 Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ 11‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? 12 U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, 14 maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 16Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ 17‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, 18‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ 19Daarop zei de vrouw: ‘Ik begrijp dat U een profeet bent, heer. 20Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ 21‘Geloof Me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie vereren wat je niet kent, wij vereren wat we kennen; de redding komt immers van de Joden. 23Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, 24want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ 25De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen,’ (dat betekent ‘gezalfde’) ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26 Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt.’ 27Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat Hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Waar bent U op uit?’ of: ‘Waarom spreekt U met haar?’ 28De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: 29‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ 30Toen gingen de mensen de stad uit, naar Hem toe.31Intussen zeiden de leerlingen tegen Jezus: ‘Rabbi, U moet iets eten.’ 32Maar Hij zei: ‘Ik heb voedsel dat jullie niet kennen.’ 33‘Zou iemand Hem iets te eten gebracht hebben?’ zeiden ze tegen elkaar. 34Maar Jezus zei: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk voltooien. 35Zeggen jullie niet: “Nog vier maanden en dan komt de oogst”? Ik zeg jullie dit: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst! 36Nu al krijgt de maaier zijn loon en verzamelt hij vruchten voor het eeuwige leven, zodat de zaaier en de maaier tegelijk feest kunnen vieren. 37Hier is het gezegde van toepassing: De een zaait, de ander maait. 38Ik stuur jullie eropuit om een oogst binnen te halen waarvoor je geen moeite hebt hoeven doen; dat hebben anderen gedaan en jullie maken hun werk af. 39In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in Hem door het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van mij.’ 40Ze gingen naar Hem toe en vroegen Hem bij hen te blijven. Toen bleef Hij nog twee dagen. 41Nog veel meer mensen kwamen tot geloof door wat Hij zei; 42ze zeiden tegen de vrouw: ‘Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben Hem zelf gehoord en we weten dat Hij werkelijk de redder van de wereld is.’

Zingen 653:1,2,3
Preek
Opwekking 281 (‘Als een hert dat verlangt naar water’)

1 Als een hert dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn kracht, mijn schild,
aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

2 U bent meer dan goud en zilver,
U de bron van mijn bestaan.
U alleen schenkt echte blijdschap,
ja met U wil ‘k verder gaan.
U alleen bent mijn kracht, mijn schild,
aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

Bijdrage ZWO-commissie
Dankgebed, voorbeden en Onze Vader
Collecte
Zingen Psalm 87:1,2
Zegen met gezongen amen

Orde van dienst 26 feb 2023 Zondag Invocabit 1e zondag 40 dagentijd

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                           Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm 133
Stil gebed
Votum en Groet
Toelichting op de dienst
Verootmoediging
Lied 554: 1,2
Gebed bij de opening van het Woord

Lied: – Laat zo je licht maar schijnen – Hemelhoog 685
Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet
Zodat de mensen zeggen
God is goed

Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet
Zodat de mensen zeggen
God is goed

God is liefde, God is God is goed

Eerste lezing: I Samuel 18: 1-4 en II Samuel 1: 23-27

181Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. 2Saul nam David vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis. 3En Jonatan, die David zo liefhad als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: 4hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem.
23Saul en Jonatan, de geliefden en beminden,
bij leven niet te scheiden, en onafscheidelijk verbonden in de dood.
Sneller dan een arend waren ze, en sterker dan een leeuw.
24O dochters van Israël, treur om Saul!
Rijk bewerkt scharlaken gaf hij je te dragen,
door hem werd je getooid met sieraden van goud.
25Ach, dat de helden in de oorlog moesten vallen!
Jonatan ligt gesneuveld op de heuvels.
26Het verdriet verstikt me, Jonatan,
je was mijn broeder, en mijn beste vriend.
Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen.
27Ach, dat de helden moesten vallen,
dat die wapens van Israël verloren moesten gaan!’

Lied 695: 1,2,3

Tweede lezing: Marcus 3: 20-21 en 31-35  [lector]
Jezus, de schriftgeleerden en zijn verwanten
20Hij ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om wat te eten. 21Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.
31Intussen waren zijn moeder en zijn broers aangekomen. Ze stuurden iemand naar binnen om Hem te halen. Zelf bleven ze buiten wachten. 32Er zat een groot aantal mensen om Hem heen. Toen er tegen Hem gezegd werd: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken U,’ 33antwoordde Jezus: ‘Wie zijn mijn moeder en mijn broers?’ 34Hij keek de mensen aan die in een kring om Hem heen zaten en zei: ‘Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. 35Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’

Lied: 837: 1,2

Overweging

Tussenzang: Welk een vriend
Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan.
Welk een voorrecht dat ik door Hem,
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen,
in ’t gebed tot onze Heer.

Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg.
Dierb’re Heiland, onze toevlucht,
Gij zijt onze hulp en borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer,
in Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.

Meditatief orgelspel
Bijdrage ZWO  Commissie
Lied: 1000: 1vz, 2a, 3vr, 4m, 5a, refrein steeds allen
( vz-voorzang, a-allen, vr-vrouwen, m-mannen, )

Geloofsbelijdenis (staande gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied: 793: 1,2
Heenzending en zegen
Gezongen Amen