Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Psalm 67:1 Votum en groet Zingen Lied 686:1,2,3 Geboden Zingen: Opwekking 214 (Ik wandel in het licht met Jezus) Ik wandel in het licht met Jezus, het donk’re dal ligt achter mij, en ‘k weet mij in zijn trouw geborgen, welk een liefdevolle vriend is Hij.
Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en ‘k luister naar zijn dierb’re stem, en niets kan mij van Jezus scheiden sinds ik wandel in het licht met Hem.
Ik wandel in het licht met Jezus, geen duist’re wolk bedekt de zon, en ‘k kan niet anders ‘k moet Hem prijzen, die de zonde in mij overwon.
Gebed Schriftlezing: Psalm 145:1-21
Zingen Psalm 145:5
Schriftlezing Lucas 4:1-13
Klein Gloria
Preek Zingen Gezang 48: 7, 8,9 (LvdK)
7 Leid ons niet in verzoeking, Heer. Wees ons een sterke tegenweer ter linker- en ter rechterhand. Wij houden in uw hoede stand, al woedt de boze onverpoosd, omdat uw Geest ons hart vertroost.
8 Verlos ons van des bozen macht, rondom ons heen heerst diepe nacht. Verlos ons van de eeuwge dood en sta ons bij in stervensnood. Neem onze zielen in uw hand en breng ze in het vaderland.
9 U is en worde toegebracht het rijk, de heerlijkheid, de kracht, U onze Vader op de troon die tot ons zendt uw lieve Zoon, die ons door uwe Geest geleidt, U zij de lof in eeuwigheid.
Lezen van het Avondmaalsformulier en gebeden Zingen Lied 653:1,2,3 Viering van het Heilig Avondmaal Zingen Psalm 103e:1
Dankgebed Inzameling van de gaven Zingen Psalm 23b: 4,5 Zegen Gezongen Amen
Voorganger: ds. C. de Jong, Houten Organist: Dhr. Danny Spaans Gelegenheidsband: Esther, Walter, Klaas-Jan, Gerlof Ouderling: Mevr. A. Rietveld Diaken: Dhr. J. Kalshoven
Band speelt 2 nummers vóór de dienst: Knocking On Heaven’s Door – Bob Dylan Welcome To Wherever You Are – Bon Jovi
Welkom en mededelingen Aanvangslied Medley: Zoekt eerst het koninkrijk van God, (vers1 + refrein) Zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. Refrein: Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
Samen in de naam van Jezus (vers 1)
Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer.
Jezus leeft in eeuwigheid (vers 1 + refrein) Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven. Straks als er een nieuwe dag begint, en het licht het van het duister wint, |mag ik bij Hem binnengaan, voor zijn troon gaan staan. Hef ik daar mijn loflied aan:
Refrein: Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven.|
Votum en groet Top2000 nummer: Hallalujah – Jan Rot Gebed Top2000 nummer: Hou Vol Hou Vast – Bløf Moment met kinderen
Schriftlezing 1: Psalm 27 1Van David. De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? 2Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij vielen. 3Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten. 4Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, Hem te ontmoeten in zijn tempel. 5Hij laat mij schuilen onder zijn dak op de dag van het kwaad, Hij verbergt mij veilig in zijn tent, Hij tilt mij hoog op een rots. 6Daarom heft zich mijn hoofd fier boven de vijanden rondom mij, ik wil offers brengen in zijn tent, Hem juichend offers brengen, ik wil zingen en spelen voor de HEER. 7Hoor mij, HEER, als ik tot U roep, wees genadig en antwoord mij. 8Mijn hart zegt U na: ‘Zoek mijn nabijheid!’ Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken, 9verberg uw gelaat niet voor mij, wijs uw dienaar niet af in uw toorn. U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn behoud. 10Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan. 11Wijs mij uw weg, HEER, leid mij op een effen pad, bescherm mij tegen mijn vijanden, 12lever mij niet uit aan mijn belagers. Valse getuigen staan tegen mij op en dreigen met geweld. 13Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het land van de levenden? 14Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.
Top2000 nummer: Mag Ik Dan Bij Jou – Claudia De Breij
Schriftlezing 2: Kolossenzen 3:12-17 12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. 13Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15Laat de vrede van Christus heersen in uw hart, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing voor God met heel uw hart psalmen, hymnen en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem.
Top2000 nummer: One Of Us – Joan Osborne Preek Top2000 nummer: You Say – Lauren Daigle Kinderen komen terug van de kindernevendienst Gebeden Top2000 nummer: Angels – Robbie Williams Collecte Slotliederen 421, 426, 425 Zegen
Band speelt 2 nummers na de zegen: God Save Us All – Lenny Kravitz I’ll Be There For You – The Rembrandts
Orgelspel Welkom en mededelingen zingen Psalm 100: 1,2 (melodie psalm 134) Bemoediging en groet zingen Psalm 100:3,4 (melodie psalm 134) Smeekgebed zingen Glorialied: 413:1,2,3 Moment met de kinderen Onderwijzing over het ambt en bevestigingsvragen zingen Lied 360:1,2,4 Gebed en bevestiging zingen Lied 363:1 Gebed Schriftlezing: Mattheüs 4:12-25 Begin van Jezus’ verkondiging 12Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week Hij uit naar Galilea. 13Hij keerde niet terug naar Nazaret, maar ging in Kafarnaüm wonen, aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali. 14Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: 15‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: 16Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ 17Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 18Toen Hij langs het meer liep, zag Hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. 19Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 20Ze lieten meteen hun netten achter en volgden Hem. 21Even verderop zag Hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen 22en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden Hem. 23Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 24Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die ergens aan leden en gekweld werden door een ziekte of door pijn, en ook bezetenen en maanzieken en verlamden, werden bij Hem gebracht en Hij genas hen. 25En grote groepen mensen volgden Hem, uit Galilea en de Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Lied 489:1 Bemoediging en groet V: Onze hulp is in de Naam van de Heere A: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw houdt van geslacht tot geslacht en niet loslaat de werken van Zijn handen. A: Amen V: Genade zij u en vrede van God de Vader, van Jezus Christus de Heere en van de Heilige Geest. A: Amen
Zingen lied 489:3 Schuldbelijdenis Zingen Gezang 168:1,2,3 (LvdK) 1 O Jezus Christus, licht ze bij die leven aan uw licht voorbij. Voeg ze met uwe kudde saam, opdat zij niet verloren gaan.
2 Vervul met uw genadeschijn, die op verkeerde paden zijn. Sta bij, die heim’lijk in zijn hart verlokt en aangevochten wordt.
3 Breng, die aan uw gebod ontkwam, terug als uw verloren lam. Maakt de gewonde zielen heel en geef ze aan de hemel deel.
Genadeverkondiging Zingen Gezang 168: 5,6
5 Verlicht het oog dat U niet ziet. Leid hem weerom die U verliet. Verzamel, die verwijderd gaan. Versterk ze die in twijfel staan.
6 Dan zullen zij, niet meer vervreemd, voor tijd en eeuwigheid vereend, in aarde en hemel, dan en nu, allen tezamen danken U.
Moment met de kinderen Kinderlied: “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw” Gebed Schriftlezing: Psalm 72:1-20 Zingen Psalm 72:1,4,5 Schriftlezing: Mattheüs 3:13-17 13Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. 14Johannes probeerde Hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door U gedoopt moeten worden, en dan komt U naar mij?’ 15Maar Jezus antwoordde: ‘Toch moet je het doen, want zo dienen wij de gerechtigheid geheel en al tot vervulling te brengen.’ Toen deed Johannes het. 16Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor Hem en zag Hij hoe de Geest van God als een duif op Hem neerdaalde. 17En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’
Preek Zingen lied 526:1,2,3 Geloofsbelijdenis (340b) Dankgebed en voorbeden (367e), Onze Vader Inzameling van de gaven Zingen Lied 352:1,2,6,7 Zegen Gezongen Amen
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Psalm 90:1,2 Bemoediging en groet Zingen Lied 248:1,2,3,4 Gebed Schriftlezing: 2 Korintiërs 5:1-10 1Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. 2Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. 3We zijn er echter zeker van dat we bekleed zullen worden en niet naakt zullen zijn. 4Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. 5Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven. 6Dus blijven wij altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen. 7We leven nu immers vanuit vertrouwen, zonder al echt te zien. 8Ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek te nemen bij de Heer, toch blijven we vol goede moed. 9Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat Hij wil, of we nu in dit aardse lichaam wonen of niet. 10Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.
Zingen lied 511:1,2,6,7 (melodie psalm 110) Preek Zingen psalm 103c:1,2,3 Geloofsbelijdenis Zingen psalm 103c:4 Dankgebed, voorbeden, Onze Vader Inzameling van de gaven Slotlied: Lied 90a: 1, 2 en 3 Zegen
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen lied 488:1,2 Votum en groet Zingen lied 488:3,4,5 Smeekgebed Glorialied: “Als de hemel vol gezang is” 1 Als de hemel vol gezang is, U de glorie zingt, snarenspel nooit onderbroken, rond Uw troon weerklinkt. wordt U alle eer gegeven, omdat leven U ontspringt.
2 Gaf Gij ook niet zelf de adem die U loven moet? Laat het lied op aarde klinken als de hemel doet: een gebed dat U wil danken, wil verklanken: God is goed!
3 Hier beneden klinkt ons loflied, maak het tot Uw troon! Adem in ons lied het weten dat Gij bij ons woont. Opdat hart en ziel veelvuldig U, God, huldigt, eer betoont!
4 Want U komt alleen de eer toe, alle heerlijkheid! Aan U, Schepper, God en Vader, blijf ons lied gewijd; Om de Zoon, U alle glorie, door de Geest, in eeuwigheid!
Moment met de kinderen Gebed Schriflezing Matteüs 2: 13-23
13Nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ 14Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, 15waar hij bleef tot de dood van Herodes. Zo moest in vervulling gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’ 16Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen. 17Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: 18‘Er klinkt een stem in Rama, geween en luid geklaag. Rachel beweent haar kinderen en wil niet worden getroost, want ze zijn er niet meer.’ 19Nadat Herodes gestorven was, verscheen er in een droom aan Jozef in Egypte een engel van de Heer, 20die zei: ‘Maak je gereed en ga met het kind en zijn moeder naar het land Israël. Want zij die het kind om het leven wilden brengen, zijn gestorven.’ 21Jozef maakte zich gereed en ging met het kind en zijn moeder naar Israël. 22Maar hij durfde niet naar Judea te gaan toen hij hoorde dat Archelaüs daar zijn vader Herodes als koning was opgevolgd. Nadat hij in een droom een aanwijzing had gekregen week hij uit naar Galilea, 23waar hij ging wonen in de stad Nazaret. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeten: ‘Hij zal Nazoreeër genoemd worden.’
Zingen lied 468:1,2,3,4 Openbaring 12: 7-18 Preek Zingen lied 159a: 1,2 Dankgebed, voorbeden en Onze Vader Inzameling van de gaven Zingen psalm 118:10 Zegen Gezongen Amen
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Lied 477:1,3 Votum en groet Zingen Lied 476:1,3,4 Smeekgebed Gloria: Lied 481:1 (allen), 2 (spirit), 3 (allen) Moment met de kinderen Gebed Schriftlezing: Mattheus 2:1-12 De vlucht voor Herodes en Archelaüs 1Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. 2Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ 3Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. 4Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. 5‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: 6“En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ 7Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, 8en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ 9Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. 10Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. 11Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 12En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Spirit zingt: ‘Hark the Herald’
Schriftlezing: Openbaring 12:1-6 De vrouw, de draak en de twee beesten 1Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien hoorns, en op elke kop een kroon. 4Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. 5Maar toen ze het kind gebaard had – een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden –, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. 6De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden. Spirit zingt: ‘Let heaven and nature sing’ Preek Zingen Lied 503:1,2,3,4 Geloofsbelijdenis Zingen Lied 498:1,4 Spirit zingt: ‘Is there room for a King’ en ‘The work of Christmas’. Dankgebed, voorbeden (met acclamatie), Onze Vader Inzameling van de gaven Zingen: ‘Ere zij God’ Zegen Gezongen Amen
Voorganger: ds. Henk-Jan Prosmanz Organist: Jan-Willem Hueting| Chr. Gem. Zangvereniging “Con Amore” o.o.v. dhr Wim Kusee
Koor: Stille nacht, heilige nacht, Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer.
Allen:
Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
Allen:
Stille nacht, heilige nacht, Vreed’ en heil wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Votum en groet
Con Amore zingt: ‘Inleiding’
Jesaja 11: 1-5 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de HEER. Hij ademt ontzag voor de HEER; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen.
Samenzang: ‘Er is een roos ontloken’
Er is een roos ontloken / uit barre wintergrond, zoals er was gesproken / door der profeten mond. En Davids oud geslacht / is weer opnieuw gaan bloeien in ‘t midden van de nacht.
Die bloem van Gods behagen / heeft, naar Jesaja sprak, de winterkou verdragen / als allerdorste tak. O roos als bloed zo rood / God komt zijn volk bezoeken in ‘t midden van de dood.
Gebed
Con Amore zingt: ‘De profeet Jesaja’
Lucas 1: 26-38
In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.
Lofzang van Maria (Lied 157a)
Koor: Mijn ziel maakt groot de Heer, mijn geest verheugt zich zeer, want God heeft mij, geringe, die Hem als dienstmaagd dien, goedgunstig aangezien en deed mij grote dingen.
Allen: Van nu aan om wat Hij, de sterke deed aan mij, zullen mij zalig prijzen alle geslachten saam, want heilig is Zijn Naam, Hij zal Zijn trouw bewijzen.
Koor: Zijn arm verstoot met kracht de groten uit hun macht, de vorsten van hun tronen, maar Hij maakt kleinen groot en zal met overvloed de hongerigen lonen.
Allen: Hij heeft het lang voorzegd, aan Israël, zijn knecht, zal Hij genade schenken. Hij zal aan Abraham en al wie na hem kwam in eeuwigheid gedenken.
Lucas 2:1-7
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.
Samenzang: ‘In Bethlehems stal’ In Bethlehems stal lag Christus de Heer, in doeken gehuld, als kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis; Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis. Zo arm werd de Heer, der engelen Heer, Die zondaren mint, zo nameloos teer; Die hun wil vergeven, hoe veel het ook zij; zo arm werd de Heiland voor u en voor mij.
Lucas 2: 8-14
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’
Samenzang: ‘Eer zij God in onze dagen’. Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde, naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
Lucas 2: 15-19
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er acht dagen verstreken waren en Hij besneden zou worden, kreeg Hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat Hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.
Con Amore zingt ‘Hoor de herders’
Lucas 2: 20-21
De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er acht dagen verstreken waren en Hij besneden zou worden, kreeg Hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat Hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.
Mattheüs 2: 1-12 Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Con Amore zingt: ‘De wijzen uit het oosten’
Samenzang: ‘Nu zijt wellekome’ Nu zijt wellekome Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer, hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis.
Wijzen uit het Oosten uit zo verren land, zij zochten onze Here met offerand. Ze offerden ootmoediglijk mirr’, wierook ende goud, te eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis.
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk kome; Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden on dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen
Inzameling van de gaven
Samenzang: ‘Ere zij God’ Ere zij God, ere zij God In de hoge, in de hoge, in de hoge Vrede op aarde, vrede op aarde In de mensen een welbehagen Ere zij God in den hoge (2x) Vrede op aarde, vrede op aarde (2x) In den mensen, in den mensen, een welbehagen In den mensen, een welbehagen, een welbehagen Ere zij God, ere zij God In den hoge, in den hoge, in den hoge Vrede op aarde, vrede op aarde In den mensen een welbehagen Amen, amen
Orgelspel Welkom en mededelingen Intochtslied: Psalm 80:1 Votum en groet zingen Psalm 80:2,7 Gebed van verootmoediging zingen Lied 441:1 Genadeverkondiging zingen Lied 441:5 Toelichting Adventsproject Gebed Schriftlezing: Psalm 132 Een pelgrimslied.
Blijf David gedenken, HEER, en alles wat hij heeft doorstaan, omdat hij de HEER had gezworen, de Machtige van Jakob had beloofd: ‘Ik zal mijn tent niet binnengaan noch mij te ruste leggen op mijn bed, mijn ogen niet overgeven aan de slaap noch aan een lichte sluimering, voordat ik een plaats vind voor de HEER, een woning voor de Machtige van Jakob.’ In Efrata hoorden wij van de ark, wij vonden hem in de velden van Jaär. Laten wij zijn woning binnengaan, ons neerbuigen aan zijn voeten. Trek op, HEER, naar uw rustplaats, U en uw machtige ark. Laten uw priesters zich kleden in gerechtigheid, uw getrouwen juichen van vreugde. Wijs omwille van David, uw dienaar, het verzoek van uw gezalfde niet af. De HEER heeft David trouw gezworen, en zijn belofte neemt Hij niet terug: ‘Een van je nazaten laat Ik je troon bestijgen. Houden je zonen zich aan mijn verbond, aan de richtlijnen die Ik hun geef, dan zullen ook hun zonen voor altijd zetelen op je troon. De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: ‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang Ik te wonen. Ik zal Sion met voedsel zegenen, de armen brood geven in overvloed en de priesters bekleden met bevrijding. Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde. Hier breng Ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek Ik een lamp voor mijn gezalfde. Zijn vijanden bekleed Ik met schande, maar op zíjn hoofd schittert een kroon.’
Zingen psalm 132: 1,3,9,10
Schriftlezing: Lucas 2: 1-5 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde.
Preek
zingen Lied 157a: 1,4 Geloofsbelijdenis zingen Lied 466:2,7 Dankgebed, voorbeden en Onze Vader (Voorbeden afgewisseld met 458a) Inzameling van de gaven zingen lied 444:1,2,4 Zegen Gezongen Amen