Voorganger: ds. E.M. Snaterse, Gouda
Organist: Drs. Ad van Pelt
Ouderling: dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied psalm 92, 1 en 2, Waarlijk dit is rechtvaardig
Stil gebed
Votum en Groet
Gebed van verootmoediging
Geboden: Leviticus 19: 1 – 4 en 11 – 18
1De HEER zei tegen Mozes: 2‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God.
11Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. 12Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. 13Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. 14Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER. 15Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. 16Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. 17Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je. 18Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER.
Zingen Lied 316 vers 1 en 4 Het woord dat u ten leven riep
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en)
Lezing: Jeremia 23: 1 – 6
1Wee de herders die de schapen van mijn weiden in het verderf storten en verstrooien – spreekt de HEER. 2Daarom – dit zegt de HEER, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: Jullie hebben mijn schapen verstrooid en verdreven, en jullie zijn ze niet gaan zoeken. Daarom ga Ik jullie zoeken: Ik zal jullie straffen voor je kwalijke praktijken – spreekt de HEER. 3Wat er nog van de schapen over is, zal Ik bijeenbrengen uit alle landen waarheen Ik ze verdreven heb. Ik breng ze terug naar hun weide, ze zullen vruchtbaar zijn en in aantal toenemen. 4Ik zal herders over ze aanstellen die ze zo zullen hoeden dat ze geen angst meer kennen en er niet één meer zal worden gemist – spreekt de HEER. 5De dag zal komen – spreekt de HEER – dat Ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven. 6Dan wordt Juda verlost en zal Israël veilig wonen. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”.
Zingen: lied 995, beide verzen O Vader, trek het lot U aan
Lezing: Marcus 6: 30 – 34
30De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten. 32Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. 33Maar hun vertrek werd opgemerkt, en velen herkenden hen; uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en ze kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. 34Toen Hij uit de boot stapte, zag Hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, want ze waren als schapen zonder herder, en Hij onderwees hen langdurig.
Zingen Lied: 836 vers 3 en 4: O vrede van Tiberias
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen: Lied 23b vers 1, 4 en 5, De Heer is mijn herder
Geloofsbelijdenis gezongen Lied 340B
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: lied 422 alle drie de verzen Laat de woorden die we hoorden
Heenzending en zegen
Gezongen Amen