Orde van dienst 27 maart 2022

Voorganger:                Ds. B.W.J de Ruyter, Maasland
Organist:                     Dhr. Marten Nap       
Ouderling:                  Mevr. N. Griffioen
Diaken:                       Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Mededelingen
intochtslied/ psalm: 63:1 en 3
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging
Lied 556: 1 en 2
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en)

Oudtestamentische lezing: Jesaja 53: 1-11 NBV21

531 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? 2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een scheut uit dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. 3 Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg en door ons werd verguisd en geminacht. 4 Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. 5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. De straf die hij onderging bracht ons vrede, zijn striemen gaven ons genezing. 6 Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. 7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. 8 Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. 9 Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. 10 Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. 11 Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich.

Zingen Ps. 22:1 en 3
Evangelielezing: Johannes 12: 37-50
Ongeloof
37 Ondanks alle tekenen die Hij voor hun ogen verricht had, geloofden ze niet in Hem. 38 Zo moesten de woorden van de profeet Jesaja in vervulling gaan, die zei: ‘Heer, wie heeft geloofd wat wij hebben gezegd? Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard?’ 39 Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd: 40 ‘Hij heeft hun ogen verblind en hun hart ongevoelig gemaakt. Anders zouden zij met hun ogen zien en met hun hart begrijpen, ze zouden op hun schreden terugkeren en Ik zou hen genezen.’ 41Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij zijn majesteit zag. 42 Toch waren er ook veel leiders die wel in Hem geloofden, maar vanwege de farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. 43 Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God. 44 Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem die Mij gezonden heeft, 45 en wie Mij ziet, ziet Hem die Mij gezonden heeft. 46 Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft. 47 Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal Ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. 48 Wie Mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat Ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. 49 Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader, die Mij gezonden heeft, heeft Me opgedragen wat Ik moest zeggen en hoe Ik moest spreken. 50 Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat Ik zeg, zeg Ik zoals de Vader het Mij verteld heeft.’


Zingen Lied 339a

Uitleg en prediking

Meditatief orgelspel
Zingen Lied 561

Bijdrage ZWO commissie
Geloofsbelijdenis
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied. 416
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 13 maart 2022

Voorganger:                      ds. C. de Jong
Organist:                             Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Aanvangslied Psalm 130: 1 (Uit diepte van ellende)

Groet en bemoediging
V. De Vrede van de heer is met u,
G. Ook met u is de Heer.
V. Onze hulp is in de naam van de Heer
G. Die de hemel en de aarde gemaakt heeft.
V. O God keer U naar ons toe,
G. En doe ons weer leven met hart en ziel.
V. Laat ons o Heer, uw liefde zien,
G. En geef ons uw heil.
V. O Heer, hoor ons gebed,
G. En laat ons geroep tot U komen, Amen

Psalm 130: 3

Gebed van verootmoediging
Svyatiy boze, svyatiy silny, svyatiy bezsmertny, pomilui nas.
Heilige God, Heilige Sterke, Heilige Onsterfelijke, Ontferm U over ons.

Lied: Heer ontferm U over ons (gitaar) Schrijvers voor gerechtigheid

Mensen zonder liefde, zonder lied, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder vrienden, zonder hoop, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder vader, zonder naam, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder moeder, zonder troost, Heer ontferm U over ons

O Heer, ontferm U, ontferm U over ons
En hoor ons, kom ons tegemoet.
O Heer, ontferm U, ontferm U over ons
Als U iets doet, dan komt het goed.

Mensen zonder water, zonder brood, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder kleren, zonder eer, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder vrede, zonder vuur, Heer ontferm U over ons
Mensen zonder mensen, zonder U, Heer ontferm U over ons

O Heer, ontferm U, ontferm U over ons
Als U iets doet, dan komt het goed.

Lied Straks bijeen, als de dreiging voorbij is. (gitaar)

Straks bijeen, als de dreiging voorbij is.
Straks bijeen, het verdriet van de baan.
Weer bijeen, zonder afstand te houden,
opgetogen: de morgen breekt aan.

Samen zullen we danken en zingen.
Samen breken we brood, delen wijn.
Wij omhelzen elkaar weer met vrede:
een gebaar dat bijzonder zal zijn.

En we steunen elkaar en beloven,
na het leed dat we hebben doorstaan,
dat wij zien wat het nieuwe betekent
en daar zinvol mee om zullen gaan.

En ik hoop dat we zullen ervaren,
In geloof dat de liefde ons leidt:
Voor elkaar en voor moeder aarde
goed te zorgen nu en altijd.

Noorse tekst: Hans-Olav Moerk

Lied 1010: 1,2

Een woord tot de kinderen

Duurt de oorlog voort (gitaar) Iona

Duurt de oorlog voort, wordt de waarheid bruut gegijzeld
Trekt de wolf het kleed van de onschuld aan
Wordt de vrederoep honend als verraad bestempeld,
Wie doorziet de waan?

Duurt de oorlog voort, ondermijnt terreur het leven
Trekt een schare weg voor de dreiging van een bom
Raakt een volk ontheemd om de nationale glorie
Wie kijkt naar hen om?

Duurt de oorlog voort, sluiten wij dan niet de hemel?
Duurt de oorlog voort, scheppen wij dan niet een hel?
Duurt de oorlog voort, wordt het ons dan nog vereven?
Duurt de oorlog voort, en voort en voort….

(Hierna gaan de kinderen naar de nevendienst.)

Gebed voor de opening van het Woord

Lied 540: 1-6, Het waren tien geboden

Lezing: Exodus 32: 1-6
Het gouden stierkalf

32 1  Toen het volk merkte dat Mozes lang wegbleef en maar niet van de berg af kwam, verdrongen ze zich om Aäron en eisten van hem: ‘Maak een god voor ons die voor ons uit kan gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.’ 2Aäron antwoordde: ‘Neem dan uw vrouwen, zonen en dochters hun gouden oorringen af en breng die bij mij.’ 3Hierop deden alle Israëlieten zonder aarzelen hun gouden oorringen af en gaven die aan Aäron. 4 Alles wat ze hem brachten smolt hij om en hij goot er een beeld van in de vorm van een stierkalf. Het volk riep uit: ‘Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!’ 5Toen Aäron zag wat er gebeurde, bouwde hij een altaar voor het beeld en kondigde hij aan dat er de volgende dag een feest voor de HEER zou zijn. 6 De volgende morgen vroeg brachten ze brandoffers en vredeoffers. Ze gingen zitten om te eten en te drinken, en stonden daarna op om uitbundig feest te vieren.

Lezing: Handelingen 13: 1-12
Uitzending van Barnabas en Saulus: de eerste reis
1Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon, die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus. 2Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een samenkomst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’ 3Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken. 4Zo werden Barnabas en Saulus uitgezonden door de heilige Geest. Ze gingen eerst naar Seleucië en van daar per schip naar Cyprus, 5waar ze aankwamen in Salamis. Daar verkondigden ze Gods boodschap in de synagogen van de Joden. Johannes was met hen meegegaan om hen te helpen. 6Ze reisden het hele eiland rond tot ze in Pafos kwamen, waar ze een Joodse magiër aantroffen, een valse profeet die Barjesus heette 7en tot het gevolg behoorde van Sergius Paulus, de proconsul. Sergius Paulus, een verstandig man, liet Barnabas en Saulus bij zich komen omdat hij meer wilde horen over het woord van God. 8Maar Elymas, zoals Barjesus ook wel werd genoemd – want Elymas betekent ‘magiër’ –, stelde zich tegen hen teweer en probeerde de proconsul van het geloof af te houden. 9Daarop keek Saulus (die ook bekendstond als Paulus) hem strak aan, en vervuld van de heilige Geest 10 zei hij: ‘U bent een bedrieger, een gewetenloze oplichter, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid. Hoe durft u de rechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden? 11 Let op: de hand van de Heer zal u treffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien.’ Onmiddellijk werd alles donker om hem heen, zodat hij tastend zijn weg moest zoeken en anderen moest vragen of ze hem wilden leiden. 12 Toen de proconsul dit zag, kwam hij tot geloof, diep onder de indruk als hij was van wat hij over de Heer had geleerd.

Lied 275: 1,2,3 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig

Lezing: Matteus 5: 1-10  Bergrede
5 1Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen:
3 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
4 Gelukkig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
5 Gelukkig de zachtmoedigen,
want zij zullen de aarde bezitten.
6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
7 Gelukkig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.
9 Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.

Lied 1000; verzen 1 en 2 dan (pas) refrein, verzen 3 en 4 dan (pas) refrein, vers 5, refrein. Wij zagen hoe het spoor van God,

Preek

Halleluja, Leonard Cohen, vertaling Jan Rot (gitaar)

Ik hoorde van een nieuw akkoord
Wat David speelt en God bekoort     
Maar notenleer dat vind jij vast gedoe, ja
Dat gaat dan zo van C naar D
En E mineur en straks de B
De psalmenvorst ontdekt zijn Halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja

Je wil is sterk, het vlees is zwak
Je ziet haar naakt vanaf het dak
Haar schoonheid in het maanlicht is taboe, ja
Ze bindt je op de offerbaar
Ze breekt je troon en knipt je haar
En steelt dan uit je mond het halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja

Jij zegt: “Dat was Bathseba niet…”
Ik ben bezig met een lied
Uria de Hetiet doet er niet toe, ja
Een bliksemschicht in ieder woord
Het maakt niet uit welk woord je hoort
Een heilig of gevallen hallelujah
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja

Ik deed mijn best, het was niet veel
Ik voel maar weinig als ik speel
Maar echt is echt, en dat is wat ik doe, ja
En ook al klonk het dan verrot
Ooit sta ik voor de Psalmengod
En rolt niets van mijn tong dan halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja

Orgelspel

Lied 1006 (gitaar)

Gebeden

Slotlied 1005 (Nl.)

Zegen

Orde van dienst woensdag 9 maart 2022

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Michel van Buuren
Ouderling:                          Mevr. N. Griffioen
Diaken:                               Mevr. M. van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied psalm 65:1
Votum en groet
Psalm 136:1,12,13
Gebed
Schriftlezing Ezra 9: 3-9
Zodra ik dit hoorde, scheurde ik mijn kleren en mijn mantel. Ik trok het haar uit mijn hoofd en mijn baard, en ging zitten, verbijsterd. En allen die vanwege de ontrouw van de ballingen de dreigende woorden van de God van Israël vreesden, kwamen bij mij. Zo bleef ik verbijsterd zitten tot het avondoffer. Toen stond ik op, beëindigde mijn boetedoening, en met gescheurde kleren en mantel viel ik op mijn knieën en hief mijn handen op naar de HEER, mijn God. Ik zei: ‘Mijn God, ik schaam me, mijn God, ik ben te beschaamd om mijn gezicht naar U op te heffen, want onze zonden reiken tot boven ons hoofd en onze schuld is zo hoog als de hemel. Vanaf de dagen van onze voorouders tot aan deze dag zijn wij zeer schuldig tegenover U, en vanwege onze zonden zijn wij, onze koningen, onze priesters, overgeleverd aan de macht van de koningen van andere landen, aan geweld, aan gevangenschap, aan plundering, en aan openlijke schande, zoals nu. En toch heeft de HEER, onze God, onlangs zijn erbarmen getoond door een deel van ons volk te laten ontkomen, en door ons een houvast te geven in zijn heilige plaats. Onze God heeft onze ogen doen oplichten en ons in onze slavernij weer wat levensmoed gegeven. Want wij zijn slaven, en in onze slavernij heeft onze God ons niet verlaten. Hij heeft de koningen van Perzië gunstig gestemd jegens ons, om ons weer levensmoed te geven opdat wij de tempel van onze God kunnen laten herrijzen en hem uit de puinhopen herstellen, en om voor ons als een veilige muur in Juda en in Jeruzalem te zijn

Lied 364: 1,4,5,6
Preek
Lied 678: 1,3,4,9
Geloofsbelijdenis (340b)
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Collecte
Psalm 90:1,8
Zegen

Orde van dienst 6 maart 2022

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 91:1,5
Votum en groet
lied 536: 1,2,3,4
Lezen van het gebod
Lied 1010: 1,2
Gebed
Johannes 12: 1-11
Zes dagen voor Pesach ging Jezus naar Betanië, naar Lazarus die hij uit de dood had opgewekt. Daar hield men ter ere van hem een maaltijd; Marta bediende, en Lazarus was een van de mensen die met hem aanlagen. 3 Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis. 4Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die hem zou uitleveren, vroeg: 5‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ 6 Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit. 7Maar Jezus zei: ‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis; 8 de armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.’9 Intussen hadden de Joden gehoord dat Jezus daar was en ze gingen in groten getale naar hem toe, niet alleen om hemzelf, maar ook om Lazarus te zien die hij uit de dood had opgewekt. 10De hogepriesters beraamden intussen een plan om ook Lazarus te doden, 11 omdat hij er de oorzaak van was dat veel Joden bij Jezus kwamen en in hem gingen geloven.

Zingen: ‘Aan uw voeten, Heer’

Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats
Daarom kniel ik neer bij U
Om bij U te zijn is de grootste eer,
Daarom buig ik mij voor U. -2x-

Ja ik verkies nu om bij U te zijn,
en om naar U te luisteren.
In plaats van altijd maar weer bezig te zijn,
kom ik nu tot U, o Heer.

Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats
Daarom kniel ik neer bij U
Om bij U te zijn is de grootste eer,
Daarom buig ik mij voor U.

Mijn hart verlangt ernaar om samen te zijn,
hier in een plaats van aanbidding,
in Geest en waarheid samen één te zijn,
in aanbidding voor U.

Zoals een vader die zijn kind omarmt,
ja zo omarmt U ook mij.
U bent een Vader die vertroost en beschermt.
En ik kom tot rust bij U.
En ik kom tot rust bij U.
En ik kom tot rust bij U.

Preek
Lied 558: 1,2,3,4

Bijdrage ZWO commissie / spaardoosjes
Geloofsbelijdenis (340b)
Inzameling van de gaven
lied 755: 1,2
Zegen