Orde van dienst 2 november 2025

Voorganger:                ds. H.J. Prosman
Organist:                     Dhr. Ad van Pelt 
Ouderling:                   Mevr. A. Rietveld
Diaken:                        Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Welkom en mededelingen

Lied 632a: 1,3

Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht.
Heeft Hij ons licht aangeheven.

Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.

Bemoediging en groet

Lied 288:1,2

Goedemorgen, welkom allemaal
Ik met mijn en jij met jouw verhaal
Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn,
alles mag er zijn.

God, ik vraag U, kom in onze kring,
wees erbij wanneer ik bid en zing.
Ik met mijn en U met Uw verhaal,
verteld in mensentaal.

Gebed

Het verhaal van Jozef

Lied 166B: 1,2

1 Jozef zoekt zijn grote broers,
alle tien zijn ze jaloers,
op zijn jas en op zijn dromen,
als ze Jozef aan zien komen,
wordt zijn mantel afgerukt.
Diep zit Jozef in de put.

2 Met een slavenkaravaan
moet hij naar Egypte gaan.
Alle dromen zijn vergeten,
heel veel kwaad wordt hem verweten.
Jozef die onschuldig is
komt in de gevangenis.

Schriftlezing: Genesis 37:12-25
Op een keer waren de broers van Jozef met de schapen en de geiten naar de stad Sichem gegaan. Toen zei Jakob tegen Jozef: ‘Je broers zijn met de kudde naar Sichem. Ga eens naar hen toe en vraag hoe het met hen gaat. Kijk ook of het goed gaat met de dieren. En kom dat dan aan mij vertellen.’ Jozef zei: ‘Dat is goed.’ (…)
De broers zagen Jozef al in de verte aankomen. Voordat hij bij hen was, bedachten ze een plan om hem te doden. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Kijk, daar heb je die dromer! Kom, laten we hem vermoorden en in een put gooien. Dan zeggen we dat hij opgegeten is door een roofdier. Dan zullen we wel eens zien of zijn dromen uitkomen!’ Toen Ruben dat hoorde, zei hij: ‘Nee, laten we hem niet doodslaan. Een moord is niet nodig. Gooi hem in één van de putten hier in de woestijn, maar vermoord hem niet.’ Ruben was van plan om Jozef te redden en om hem terug te brengen naar zijn vader.Toen Jozef bij zijn broers kwam, grepen ze hem vast. Ze trokken zijn mooie gekleurde jas uit en ze gooiden hem in een put. Het was een waterput, maar er stond geen water in. Daarna gingen ze zitten eten.

Zingen: Jozef had een jas

Preek

Zingen: Lied 1005

1 Zoekend naar licht hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkere nacht.

Refrein
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.

2 Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen,
zoekend naar hoop, troost in uw woord.
Spreek door ons heen tot de verdrukten,
zo wordt uw stem gehoord.

Refrein
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.

5 Met zoveel gaven aan ons gegeven,
voor zoveel leed, zoveel gemis.
Maak ons tot dienaars, leer ons te delen,
totdat uw rijk hier is.

Refrein
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.

De ZWO-Commissie vertelt over het project Moldavië

Voorbeden en Onze Vader

Collecte

Slotlied ‘De Here zegent jou’
De Here zegent jou
en Hij beschermt jou
Hij schijnt Zijn licht over jouw leven
Hij zal genadig zijn
en heel dicht bij je zijn
Hij zal Zijn vrede aan je geven (2)

De Here zegent u
en Hij beschermt u
Hij schijnt Zijn licht over uw leven
Hij zal genadig zijn
en heel dicht bij u zijn
Hij zal Zijn vrede aan u geven
Hij zal Zijn vrede aan u geven

Zegen

Orde van dienst 26 oktober 2025

Voorganger:                      dhr. R.W. Baas
Organist:                             Dhr. Ad v Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Intochtslied       Gezang 434 uit Liedboek voor de kerken vers 1,2, 5

1 Lof zij de Heer’, de almachtige Koning der ere.
Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren.
Komt allen saam,
psalmzingt de Heilige Naam,
looft al wat ademt de Heere.

2 Lof zij de Heer’, Hij omringt met Zijn liefde uw leven;
eeft u in ’t licht als op adelaarsvleug’len geheven.
Hij die u leidt,
zodat uw hart zich verblijdt,
Hij heeft Zijn woord u gegeven.

5 Lof zij de Heer’ met de heerlijkste Naam van Zijn Namen,
christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen.
Hart wees gerust,
Hij is uw licht en uw lust.
Alles wat ademt zegt: Amen.

Stil gebed
Votum en Groet
Zingen                                  Psalm  105   vers  1  en  3
Verootmoediging/ geboden
Zingen                                  Lied   886   ABBA Vader, U alleen   (beide coupletten)
Gebed bij de opening van het Woord
( Kinderen gaan naar nevendienst)

Schriftlezing(en)   2 KRONIEKEN 20 : 1-30   uit  Herziene Staten vertaling
Josafat in nood

1Hierna gebeurde het dat de Moabieten en de Ammonieten, en met hen een deel van de Meünieten, ten strijde trokken tegen Josafat. 2Toen kwam men Josafat de boodschap brengen: Er komt een grote troepenmacht op u af van de overkant van de zee, uit Syrië, en zie, zij zijn bij Hazezon-Thamar. (Dat is Engedi.) 3Josafat werd bevreesd en hij richtte zich erop om de HEERE te zoeken. Hij riep een vasten uit in heel Juda. 4En Juda werd bijeengeroepen om bij de HEERE hulp te zoeken. Zij kwamen zelfs uit alle steden van Juda om de HEERE te raadplegen. 5Toen ging Josafat tussen de gemeente van Juda en Jeruzalem staan, in het huis van de HEERE, vóór de nieuwe voorhof, 6en zei: HEERE, God van onze vaderen, bent U niet die God Die in de hemel is? Ja, U bent de Heerser over alle koninkrijken van de heidenvolken. In Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand tegen U kan standhouden. 7Hebt U, onze God, niet de inwoners van dit land van voor de ogen van Uw volk Israël verdreven, en dat voor eeuwig aan het nageslacht van Abraham, die U liefhad, gegeven? 8Zij zijn daarin gaan wonen en hebben daar voor U een heiligdom gebouwd, voor Uw Naam, en gezegd: 9Als ons enig onheil overkomt, het zwaard van het gericht, de pest of een hongersnood, zullen wij voor dit huis en voor Uw aangezicht staan, omdat Uw Naam in dit huis is. Wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen, en U zult verhoren en verlossen. 10Welnu, zie de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte, tegen wie U Israël niet toestond op te trekken toen zij uit het land Egypte kwamen. Daarom trokken zij bij hen vandaan en vaagden hen niet weg, 11en zie, zij vergelden het ons, door ons te komen verdrijven uit Uw bezit dat U ons in bezit hebt gegeven. 12Onze God, zult U geen gericht over hen oefenen? In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht. 13Heel Juda stond voor het aangezicht van de HEERE, ook hun kleine kinderen, hun vrouwen en hun zonen. 14Toen kwam de Geest van de HEERE in het midden van de gemeente op Jahaziël, de zoon van Zecharja, de zoon van Benaja, de zoon van Jeïel, de zoon van Mattanja, de Leviet, uit de zonen van Asaf, 15en hij zei: Sla er acht op, heel Juda, inwoners van Jeruzalem, en u, koning Josafat! Zo zegt de HEERE tegen u: Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God. 16Ga morgen op hen af. Zie, zij trekken nu over de pas van Ziz. U zult hen aantreffen aan het einde van het dal, vóór de woestijn van Jeruel. 17Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HEERE dat met u is, Juda en Jeruzalem. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Trek morgen tegen hen op, want de HEERE zal met u zijn. 18Toen boog Josafat zich met het gezicht ter aarde, en heel Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen voor het aangezicht van de HEERE neer en bogen zich neer voor de HEERE. 19En de Levieten van de nakomelingen van de Kahathieten, en van de nakomelingen van de Korachieten, stonden op om de HEERE, de God van Israël, met luide stem ten hoogste te prijzen.
De overwinning dankzij God
20De volgende morgen stonden zij vroeg op, en vertrokken naar de woestijn van Tekoa. Toen zij vertrokken, bleef Josafat staan en zei: Luister naar mij, Juda, en u, inwoners van Jeruzalem. Vertrouw op de HEERE, uw God, dan zult u standhouden. Vertrouw op Zijn profeten, dan zult u voorspoedig zijn. 21Hij pleegde overleg met het volk en stelde voor de HEERE zangers aan en mensen die de heilige Majesteit prijzen zouden, terwijl zij voor de gewapende mannen uit trokken en zeiden:
Loof de HEERE, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig!
22Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, legde de HEERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen. 23De Ammonieten en Moab vielen namelijk de bewoners van het Seïrgebergte aan door hen met de ban te slaan en hen weg te vagen. Zodra zij de bewoners van Seïr hadden vernietigd, hielpen zij elkaar in het verderf. 24Toen Juda bij het uitkijkpunt in de woestijn gekomen was, keerden zij zich naar de troepenmacht. En zie, het waren dode lichamen, ter aarde neergevallen, en niemand was ontkomen. 25Toen Josafat en zijn volk aankwamen om hun buit te roven, troffen zij een grote hoeveelheid lastdieren, bezittingen, kleding en kostbare voorwerpen bij hen aan, en zij plunderden voor zichzelf zoveel, dat zij het niet meer dragen konden. Drie dagen lang roofden zij de buit, zo groot was die. 26Op de vierde dag kwamen zij bijeen in Emek-Beracha. Omdat zij daar de HEERE loofden, gaven zij deze plaats de naam Emek-Beracha. Tot op deze dag heet die zo. 27Toen keerden alle mannen van Juda en Jeruzalem om, met Josafat aan het hoofd van hen, om met blijdschap naar Jeruzalem terug te keren, want de HEERE had hen verblijd over hun vijanden. 28Zij kwamen in Jeruzalem aan met luiten, met harpen en met trompetten, en gingen naar het huis van de HEERE. 29Grote vrees voor God kwam over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat de HEERE tegen de vijanden van Israël gestreden had, 30en het koninkrijk van Josafat had rust, want zijn God gaf hem rust van rondom.

Zingen                                                  Psalm   136   vers   1,2   en  11   en  13
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
( Kinderen komen terug in de kerk)

Z

Zingen            Psalm  56   vers   5 en 6   (oude berijming)
vers 5
Ik roem in God; ik prijs ’t onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord;
‘k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat sterv’ling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G’ in mijn ellenden
Mij bijstand boodt, en ’t onheil af zoudt wenden,
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.

 vers 6
Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood;
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot’;
Gij zijt voor mij een schild in allen nood;
Gij hebt mijn smart verdreven;
Uw dierb’re gunst is m’ altoos bijgebleven;
‘k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven;
Zo word’ door mij Zijn naam altoos verheven;
Zo word’ Zijn lof vergroot

Geloofsbelijdenis ( staande: gelezen )
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied.  uit oude gezangen bundel 1938   Gezang  97  vers  1  en 2   ( Een vaste burcht…..)

Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht en een toren!
Zijn macht bevrijdt van’t bange lot,
dat ons nu is beschoren.
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog,
maar zal als kaf verdwijnen!


Met onze macht is’t niets gedaan:
wij zijn alras verloren
Maar d’  een’ge , die ons bij kan staan,
God heeft Hem ons verkoren.
Vraagt gij zijn naam, zo weet,
dat Hij de Christus heet,
Der legerscharen Heer
is onze tegenweer;
Hem blijft aan’t eind de zege


Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 19 oktober 2025- Bediening Heilig Avondmaal

Voorganger:                      Ds.mw. J.E. Dekker-van Asselt, Waddinxveen                                   
Organist:                            Dhr. S. Warnaar
Ouderling:                          Dhr. R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven en dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied                        psalm 33: 1 en 7 ‘Kom nu met zang en roert de snaren’
Stil gebed
Votum en Groet
Aanvangstekst: Openbaring 3, 20 ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij’.
Verootmoediging/ geboden

Zingen                                  Lied 103c: 1 en 3 ‘Loof de Koning heel mijn wezen’
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en)
1e Schriftlezing O.T.: Jesaja 25, 6-9
Het feestmaal op de Sion
6Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten
voor alle volken een feestmaal aan:
uitgelezen gerechten en belegen wijnen,
een feestmaal rijk aan merg en vet,
met pure, rijpe wijnen.
7Op deze berg vernietigt Hij de sluier
waarmee alle volken omhuld zijn,
het kleed dat alle volken bedekt.
8Voor altijd doet Hij de dood teniet.
God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht,
de smaad van zijn volk neemt Hij van de aarde weg
– de HEER heeft gesproken.
9Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God!
Hij was onze hoop: Hij zou ons redden.
Hij is de HEER, Hij was onze hoop.
Juich en wees blij: Hij heeft ons gered!’

Zingen                                  Gezang 119: 4 ( Liedboek, wijze psalm 110)

4) Richt aan de vreugdedis voor al de dagen,
reik ons de beker van uw trouwverbond,
wij zullen altoos van uw heil gewagen,
in brood en wijn, totdat Gij wederkomt.

2e Schriftlezing N.T.: Mattheüs 22, 1-14
1Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: 2‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. 3Hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft bijeen te roepen, maar die wilden niet komen. 4Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb het feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’” 5Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. 6De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. 7De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. 8Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de genodigden waren het niet waard. 9Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.” 10De dienaren gingen de straat op en brachten alle mensen die ze tegenkwamen bijeen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. 11Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die geen bruiloftskleed droeg, 12en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. 13Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind hem aan handen en voeten en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.” 14Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.’

Zingen Gezang 70: 1, 4, 5 ( LVDK)‘De laatsten worden de eersten’
1             De laatsten worden de eersten,
wie knielde krijgt een troon,
de knechten mogen heersen,
de dienaar heet een zoon.
 
4             Wie zelf zich hoog verheffen,
die slaat zijn oordeel neer,
de bergen worden vereffend,
de zee zwijgt voor de Heer.
 
5             Maar wie zich heeft gebogen
voor wat Hij geboden heeft,
die zal Hij ook verhogen
zo waar Hij eeuwig leeft.

Uitleg en prediking ‘Verzet of overgave?’
Meditatief orgelspel
Zingen                                  Lied 340b Geloofsbelijdenis
Avondmaalsformulier

Zingen                                  Gezang 358: 1, 2 en 5 ( LVDK)
                                               ‘Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet’

1) Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet
wil mij vergeven wat ik U misdeed;
verwerp mij niet, die op uw vrijspraak wacht,
maar troost mij met uw woord: het is volbracht.


2) Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis,
het heilig feest van uw gedachtenis;
schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet
in ’t teken van uw lichaam en uw bloed.

5) Nu ik mijn hand strek naar ’t gebroken brood
en neem de beker, die Gij zelf mij boodt,
hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij;
berg m’ in uw liefde, Heer, en zegen mij.


Voorbereiding Heilig Avondmaal
Viering van het Heilig Avondmaal.

Zingen                  Psalm 23c 1 en 2 ‘De Heer is mijn Herder’
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: Psalm 23c 3, 4 en 5
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 5 oktober 2025 – Israël zondag

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Sjaak warnaar
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Introïtus:                             Psalm 121: 1,2
Bemoediging en groet
Zingen:                                                 Psalm 121: 3,4
Lezen van de geboden
Zingen:                                                psalm 119: 1,12
Gebed
Schriftlezing: Deuteronomium 32: 1- 14
‘Leen mij uw oor, hemel, nu ik ga spreken, luister, aarde, naar wat ik zeggen zal. Moge mijn onderricht neerdalen als regen, mogen mijn woorden zijn als milde dauw, als regen op het jonge gras, als regendruppels op het groen. Want de naam van de HEER roep ik uit: Hij is onze God, laat iedereen Hem prijzen! Hij is een rots, Hij staat voor recht; alles wat Hij doet is volmaakt. Trouw is God, rechtvaardig en zuiver, in Hem is geen spoor van kwaad. Maar zijn kinderen werden Hem ontrouw: tot hun schande gaven zij hun kindschap op. Vals is deze generatie, en trouweloos. Is dit uw antwoord aan de HEER? Hoe komt u zo dwaas? Waar is uw verstand? Is Hij niet uw vader, uw schepper? Hij heeft u gemaakt, Hij riep u tot leven. Denk aan de tijden van weleer, verdiep u in het verre verleden. Vraag uw vader ernaar, hij zal het vertellen; vraag de oudsten en zij zullen verhalen. Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal nazaten van Israël, want voor de HEER gold dat volk als het zijne, Jakob was het deel dat Hij zichzelf toemat. Hij vond het in een dorre woestijn, in een niemandsland vol van gevaar. Hij omringde het met zorg en met liefde, koesterde het als zijn oogappel. Zoals een arend zijn nest beschermt en boven zijn jongen zweeft, zo spreidde de HEER zijn vleugels uit en droeg zijn volk op zijn wieken. De HEER alleen leidde hen, geen andere god stond Hem bij. Hij voerde hen over de hoogste bergen, de oogst van het land viel hun in de schoot. Hij laafde hen met honing uit de rotsen, met olijfolie uit steenharde rots, met melk van koeien en geiten, met vlees van Basans rammen, met vet van lammeren en bokken, met de fijnste bloem van tarwe en met wijn, het bloed van druiven.

 Zingen                                 lied 868:1,2,5 

Preek

Zingen:                                                psalm 73:9,10
Geloofsbelijdenis
Zingen:                                                lied 412:3
Dankgebed en voorbeden, Onze Vader
Collecte
Slotzang:                             lied 802:1,4 (traditionele melodie)
Zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 28 september 2025

Voorganger:                      ds. A. Sterrenburg, Voorburg
Organist:                             Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                                Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied:                      Psalm 146: 3 en 4
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Gebed van verootmoediging en om ontferming
Zingen                                  Lied 103c: 1 en 3 (Loof de  koning, heel mijn wezen)
Aansporing/Leefregel:  Jacobus 2: 14-17  (NBV21)  :
14Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? 17Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.

Zingen                                  Lied 1005: 1, 2 en 3 (Zoekend naar licht)
Gebed bij de opening van het Woord
                ( Kinderen gaan naar nevendienst , zij komen naar voren om de lamp mee te nemen )

Lezing uit de Profeten:  Amos 6: 1-10 (NBV21)

1Wee jullie, zorgelozen op de Sion, argelozen op de berg van Samaria, leiders van dit uitverkoren volk, tot wie de Israëlieten zich wenden! 2Trek naar Kalne en bekijk het goed; ga van daar naar het grote Hamat en reis dan door naar Gat, waar de Filistijnen wonen – zijn jullie sterker dan die koninkrijken of is hun gebied juist groter dan dat van jullie? 3Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog ver is en die zelf de heerschappij van het geweld dichterbij brengen. 4Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. 5Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf. 6Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet. 7Daarom gaan jullie nu als eersten in ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij. 8Dit zweert God, de HEER, bij zichzelf – zo spreekt de HEER, de God van de hemelse machten: Ik verafschuw de trots van Jakobs volk, Ik haat zijn burchten. Daarom zal Ik Samaria en al zijn inwoners aan de vijand uitleveren, 9en als er in een huis nog tien mensen overblijven, zullen zij sterven. 10Als iemand dan het lichaam van een bloedverwant uit dat huis wegdraagt om het te verbranden, zal hij vragen aan degene die nog binnen is: ‘Is daar bij jou nog iemand over?’ ‘Nee,’ zal deze dan zeggen, ‘maar wees toch stil, en noem de naam van de HEER niet!’

Zingen                                  Lied  973  (Om voor elkaar te zijn uw oog en oor)

Evangelielezing: Lucas 16: 19-31 (NBV21)

 19Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. 20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.

Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
                ( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet  )

Zingen                                  Lied 974 : 1 en 5 (Maak ons uw liefde , God, tot opmaat)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied:                               Lied 1001 (De wijze woorden en het groot vertoon)
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 7 september 2025

Voorganger:                      ds. M. van Diepen, Reeuwijk
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied                        287:1,4,5 Rond het licht dat leven doet
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoedigingsgebed
Zingen:                                                Psalm 86:2
Woord van vergeving: Hebreeën 4:15-16
15Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. 16Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.

Zingen:                                                Psalm 86:5
Woord om naar te leven: Hebreeën 13:1-6
1Houd de onderlinge liefde in stand 2en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. 3Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangenzat, en om de mishandelden alsof u zelf mishandeld werd.
4Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want ontuchtplegers en echtbrekers zal God veroordelen. 5Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten,’ 6zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’


Zingen:                                                Psalm 86:4
Gebed bij de opening van het Woord
Moment met de kinderen, hierna gaan zij naar hun eigen ruimte
Schriftlezing: Deuteronomium 24:17-22
17U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. 18Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen.
19Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt. 20En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 21En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 22Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen.


Antwoord                           psalm 113:1,2 Prijs, halleluja, prijs de Heer
Tweede Schriftlezing: Lucas 14:1, 7-14
1Toen Hij op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden.
7Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: 8‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, 9en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. 10Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. 11Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’ 12Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. 13Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 14Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’

Zingen                                  Lied 990:1,6 De laatsten worden de eersten
Uitleg en prediking
(Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet  )
Meditatief orgelspel
Zingen                                  Lied 973
Gezongen geloofsbelijdenis: Lied340BDankgebed, voorbede, stil gebed, Onze Vader
Collecte
Slotlied                                1005: 1,4,5 Christus, ons licht
Heenzending en zegen
Gezongen Amen


Orde van dienst 31 augustus 2025  – bediening HA

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Annemarie Rietveld
Diaken:                               Dhr. Jaap Kalshoven en Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  psalm 62:1,5
Votum en groet
V: Onze hulp is de Naam van de Heer,
A. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
A: EN NIET LOS LAAT HET WERK VAN ZIJN HANDEN.

V: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, onze Heer.
A: AMEN

Zingen: Tel uw zegeningen

Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit
Als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit
Tel uw zegeningen tel ze één voor één
En ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen

Tel uw zegeningen. Tel ze één voor één 
Tel ze alle en vergeet er geen
Tel ze alle noem ze één voor één
En ge ziet Gods liefde dan door alles heen


Drukken ’s levens zorgen u soms zwaar ter neer
Schijnt het kruis te zwaar u zeg het aan de Heer
Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien
Dan zal ’t harte zingen en de zorgen vliên

Tel uw zegeningen. Tel ze één voor één  
Tel ze alle en vergeet er geen
Tel ze alle noem ze één voor één
En ge ziet Gods liefde dan door alles heen

Lezen van het gebod

Zingen                                  lied 911:1,3
Gebed
Schriftlezing                       2 Samuël 18: 9-17 en 33

9Absalom, die op zijn muildier reed, kwam plotseling oog in oog te staan met een aantal soldaten van David. Toen het muildier onder een grote terebint doorging, raakte Absalom met zijn haren verstrikt in de takken. Zo bleef hij hangen tussen hemel en aarde, terwijl het muildier verder draafde. 10Een van de soldaten zag het en vertelde het aan Joab: ‘Ik heb Absalom gezien! Hij hangt in een boom!’ 11‘Wat!’ riep Joab. ‘Heb je hem gezien? Waarom heb je hem dan niet meteen gedood? Ik had je er tien sjekel zilver en een koppelriem voor gegeven!’ 12Maar de soldaat antwoordde Joab: ‘Al zou u duizend sjekel zilver in mijn hand uitwegen, dan nog zou ik mijn hand niet opheffen tegen de zoon van de koning. De koning heeft u en Abisai en Ittai immers ten overstaan van ons allen bevolen zijn zoon Absalom te sparen. 13En zelfs al zou ik tegen dat bevel zijn ingegaan, voor de koning blijft niets verborgen, en dan zou u zich buiten schot houden.’ 14‘Integendeel,’ riep Joab, ‘ik ga voorop!’ Hij greep drie stokken en stootte daarmee Absalom, die nog levend in de boom hing, in de borst. 15Tien van Joabs soldaten, zijn wapendragers, gingen om Absalom heen staan en sloegen op hem in tot hij dood was. 16Toen blies Joab op de ramshoorn ten teken dat de achtervolging van het leger van Israël moest worden gestaakt. 17Ze maakten Absalom los, gooiden hem ter plekke in een diep gat en stapelden er een grote berg stenen overheen. Het leger van Israël vluchtte; ieder keerde terug naar zijn eigen woonplaats.

31Toen kwam de Nubiër binnen. Hij zei: ‘Ik breng u goed nieuws, mijn heer en koning. Vandaag heeft de HEER u recht gedaan en u bevrijd uit de handen van degenen die tegen u in opstand waren gekomen.’ 32‘En is alles goed met mijn jongen, met Absalom?’ vroeg de koning. De Nubiër antwoordde: ‘Moge het al uw vijanden en al uw tegenstanders vergaan zoals uw zoon.’

Zingen                                  psalm 89:1,18
Preek
Zingen                                  Psalm 103:1,5
Avondmaalsformulier
Zingen                                  lied 840: 1,2,3
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen: “Prijs de Heer, mijn ziel”

Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Slotzang:                             lied 416 Ga met God en Hij zal met U zijn
Zegen
Gezongen Amen