Orde van dienst 28 september 2025
Voorganger: ds. A. Sterrenburg, Voorburg
Organist: Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling: Dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied: Psalm 146: 3 en 4
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Gebed van verootmoediging en om ontferming
Zingen Lied 103c: 1 en 3 (Loof de koning, heel mijn wezen)
Aansporing/Leefregel: Jacobus 2: 14-17 (NBV21) :
14Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? 17Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.
Zingen Lied 1005: 1, 2 en 3 (Zoekend naar licht)
Gebed bij de opening van het Woord
( Kinderen gaan naar nevendienst , zij komen naar voren om de lamp mee te nemen )
Lezing uit de Profeten: Amos 6: 1-10 (NBV21)
1Wee jullie, zorgelozen op de Sion, argelozen op de berg van Samaria, leiders van dit uitverkoren volk, tot wie de Israëlieten zich wenden! 2Trek naar Kalne en bekijk het goed; ga van daar naar het grote Hamat en reis dan door naar Gat, waar de Filistijnen wonen – zijn jullie sterker dan die koninkrijken of is hun gebied juist groter dan dat van jullie? 3Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog ver is en die zelf de heerschappij van het geweld dichterbij brengen. 4Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. 5Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf. 6Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet. 7Daarom gaan jullie nu als eersten in ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij. 8Dit zweert God, de HEER, bij zichzelf – zo spreekt de HEER, de God van de hemelse machten: Ik verafschuw de trots van Jakobs volk, Ik haat zijn burchten. Daarom zal Ik Samaria en al zijn inwoners aan de vijand uitleveren, 9en als er in een huis nog tien mensen overblijven, zullen zij sterven. 10Als iemand dan het lichaam van een bloedverwant uit dat huis wegdraagt om het te verbranden, zal hij vragen aan degene die nog binnen is: ‘Is daar bij jou nog iemand over?’ ‘Nee,’ zal deze dan zeggen, ‘maar wees toch stil, en noem de naam van de HEER niet!’
Zingen Lied 973 (Om voor elkaar te zijn uw oog en oor)
Evangelielezing: Lucas 16: 19-31 (NBV21)
19Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. 20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet )
Zingen Lied 974 : 1 en 5 (Maak ons uw liefde , God, tot opmaat)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: Lied 1001 (De wijze woorden en het groot vertoon)
Heenzending en zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 14 september 2025
De orde van dienst van de gezamenlijke dienst is te vinden op onderstaand pagina:
liturgie20250914.pdf
De dienst is life te volgen op:
Zondag 14 september 2025 Ger 10.00 u
Orde van dienst 7 september 2025
Voorganger: ds. M. van Diepen, Reeuwijk
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Dhr. R. Verhallen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied 287:1,4,5 Rond het licht dat leven doet
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoedigingsgebed
Zingen: Psalm 86:2
Woord van vergeving: Hebreeën 4:15-16
15Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. 16Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.
Zingen: Psalm 86:5
Woord om naar te leven: Hebreeën 13:1-6
1Houd de onderlinge liefde in stand 2en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. 3Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangenzat, en om de mishandelden alsof u zelf mishandeld werd.
4Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want ontuchtplegers en echtbrekers zal God veroordelen. 5Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten,’ 6zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’
Zingen: Psalm 86:4
Gebed bij de opening van het Woord
Moment met de kinderen, hierna gaan zij naar hun eigen ruimte
Schriftlezing: Deuteronomium 24:17-22
17U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. 18Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen.
19Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt. 20En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 21En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 22Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen.
Antwoord psalm 113:1,2 Prijs, halleluja, prijs de Heer
Tweede Schriftlezing: Lucas 14:1, 7-14
1Toen Hij op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden.
7Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: 8‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, 9en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. 10Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. 11Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’ 12Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. 13Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 14Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
Zingen Lied 990:1,6 De laatsten worden de eersten
Uitleg en prediking
(Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet )
Meditatief orgelspel
Zingen Lied 973
Gezongen geloofsbelijdenis: Lied340BDankgebed, voorbede, stil gebed, Onze Vader
Collecte
Slotlied 1005: 1,4,5 Christus, ons licht
Heenzending en zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 31 augustus 2025 – bediening HA
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Annemarie Rietveld
Diaken: Dhr. Jaap Kalshoven en Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen psalm 62:1,5
Votum en groet
V: Onze hulp is de Naam van de Heer,
A. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
A: EN NIET LOS LAAT HET WERK VAN ZIJN HANDEN.
V: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, onze Heer.
A: AMEN
Zingen: Tel uw zegeningen
Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit
Als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit
Tel uw zegeningen tel ze één voor één
En ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen
Tel uw zegeningen. Tel ze één voor één
Tel ze alle en vergeet er geen
Tel ze alle noem ze één voor één
En ge ziet Gods liefde dan door alles heen
Drukken ’s levens zorgen u soms zwaar ter neer
Schijnt het kruis te zwaar u zeg het aan de Heer
Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien
Dan zal ’t harte zingen en de zorgen vliên
Tel uw zegeningen. Tel ze één voor één
Tel ze alle en vergeet er geen
Tel ze alle noem ze één voor één
En ge ziet Gods liefde dan door alles heen
Lezen van het gebod
Zingen lied 911:1,3
Gebed
Schriftlezing 2 Samuël 18: 9-17 en 33
9Absalom, die op zijn muildier reed, kwam plotseling oog in oog te staan met een aantal soldaten van David. Toen het muildier onder een grote terebint doorging, raakte Absalom met zijn haren verstrikt in de takken. Zo bleef hij hangen tussen hemel en aarde, terwijl het muildier verder draafde. 10Een van de soldaten zag het en vertelde het aan Joab: ‘Ik heb Absalom gezien! Hij hangt in een boom!’ 11‘Wat!’ riep Joab. ‘Heb je hem gezien? Waarom heb je hem dan niet meteen gedood? Ik had je er tien sjekel zilver en een koppelriem voor gegeven!’ 12Maar de soldaat antwoordde Joab: ‘Al zou u duizend sjekel zilver in mijn hand uitwegen, dan nog zou ik mijn hand niet opheffen tegen de zoon van de koning. De koning heeft u en Abisai en Ittai immers ten overstaan van ons allen bevolen zijn zoon Absalom te sparen. 13En zelfs al zou ik tegen dat bevel zijn ingegaan, voor de koning blijft niets verborgen, en dan zou u zich buiten schot houden.’ 14‘Integendeel,’ riep Joab, ‘ik ga voorop!’ Hij greep drie stokken en stootte daarmee Absalom, die nog levend in de boom hing, in de borst. 15Tien van Joabs soldaten, zijn wapendragers, gingen om Absalom heen staan en sloegen op hem in tot hij dood was. 16Toen blies Joab op de ramshoorn ten teken dat de achtervolging van het leger van Israël moest worden gestaakt. 17Ze maakten Absalom los, gooiden hem ter plekke in een diep gat en stapelden er een grote berg stenen overheen. Het leger van Israël vluchtte; ieder keerde terug naar zijn eigen woonplaats.
31Toen kwam de Nubiër binnen. Hij zei: ‘Ik breng u goed nieuws, mijn heer en koning. Vandaag heeft de HEER u recht gedaan en u bevrijd uit de handen van degenen die tegen u in opstand waren gekomen.’ 32‘En is alles goed met mijn jongen, met Absalom?’ vroeg de koning. De Nubiër antwoordde: ‘Moge het al uw vijanden en al uw tegenstanders vergaan zoals uw zoon.’
Zingen psalm 89:1,18
Preek
Zingen Psalm 103:1,5
Avondmaalsformulier
Zingen lied 840: 1,2,3
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen: “Prijs de Heer, mijn ziel”

Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Slotzang: lied 416 Ga met God en Hij zal met U zijn
Zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 24 augustus 2025
Voorganger: Mevr. Dr. A. Mooi, Hoogmade
Organist: Dhr. Sjaak Warnaar.
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 31: 1 en 15
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Lied 905: 1 en 4
Verootmoediging en bemoediging
Zingen: Lied 313: 1 en 5
Gebed bij de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Psalm 26 [HSV]
Gebed om recht
1Een psalm van David.
Doe mij recht, HEERE,want ík ga mijn weg in mijn oprechtheid.Op de HEERE vertrouw ik,ik zal niet wankelen.2Beproef mij, HEERE, ja, stel mij op de proef,toets mijn nieren en mijn hart.3Want Uw goedertierenheid houd ik voor ogen,ik wandel in Uw waarheid.4Ik zit niet bij valsaards,met huichelaars ga ik niet om.5Ik haat het gezelschap van kwaaddoeners,bij goddelozen zit ik niet.6Ik was mijn handen in onschuld;ik ga rondom Uw altaar, HEERE,7om een loflied te doen horenen al Uw wonderen te vertellen.8HEERE, ik heb lief het huis waar U woonten de tabernakel, de woonplaats van Uw eer.9Neem mijn ziel niet weg met de zondaars,noch mijn leven met de mannen van bloed.10In hun handen is schandelijk gedrag,hun rechterhand is vol geschenken.11Ik echter, ik ga mijn weg in mijn oprechtheid,verlos mij dan en wees mij genadig.12Mijn voet staat op een geëffende weg;in de samenkomsten zal ik de HEERE loven.
Zingen: Psalm 26: 1,3 en 5
2e Schriftlezing: Filippenzen 4: 4 – 7 [HSV]
4Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.
5Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij.
6Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
7en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.
Zingen: Lied 450: 1 en 3
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen: Lied 146c: 1,3 en 7
Geloofsbelijdenis (gesproken)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: Lied 315: 1 en 2
Heenzending en zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 17 augustus 2025
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Marten nap
Ouderling: Dhr R. Verhallen
Diaken: Dhr. S. de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 139:1
Votum en groet
Zingen Psalm 139:2,4
Lezen van de geboden
Zingen: “Heer, ik kom tot u” (Opwekking 125)
Heer, ik kom tot U
Hoor naar mijn gebed
Vergeef mijn zonden nu
En reinig mijn hart
Met Uw liefde, Heer
Kom mij tegemoet
Nu ik mij tot U keer
En maak alles goed
Zie mij voor U staan
Zondig en onrein
O, Jezus raak mij aan
Van U wil ik zijn
Jezus op Uw woord
Vestig ik mijn hoop
U leeft en U verhoort
Mijn bede tot U
Gebed
Lezing uit het Oude Testament: 2 Samuel 15: 1-14
Absalom grijpt naar de macht
1Enige tijd later liet Absalom een wagen maken, schafte zich paarden aan en nam een escorte van vijftig man in dienst. 2Elke ochtend vroeg stelde hij zich op bij de stadspoort. Hij sprak iedereen aan die op weg was naar de koning om een uitspraak te vragen in een rechtsgeschil. ‘Waar komt u vandaan?’ vroeg hij dan, en wanneer het antwoord luidde: ‘Uit dat en dat stamgebied van Israël,’ 3dan zei Absalom: ‘Hoor eens, ook al hebt u volkomen gelijk, bij de koning zult u geen gehoor vinden.’ 4En hij vervolgde: ‘Waarom word ik niet aangesteld tot rechter van dit land? Ik zou iedereen recht verschaffen die een geschil of een rechtsvordering aan me kwam voorleggen.’ 5Wanneer zo iemand dan voor Absalom wilde neerknielen, breidde Absalom zijn armen uit en omhelsde hem. 6Zo trad hij iedereen uit Israël tegemoet die een uitspraak kwam vragen bij de koning, en op die manier palmde hij het volk van Israël in. 7Toen er vier jaar verstreken waren zei Absalom tegen de koning: ‘Ik vraag u toestemming om naar Hebron te gaan en de gelofte in te lossen die ik de HEER heb gedaan. 8Ik heb tijdens mijn verblijf te Gesur in Aram namelijk aan de HEER beloofd dat ik Hem eer zou bewijzen wanneer Hij ervoor zorgde dat ik in Jeruzalem terugkeerde.’ 9De koning antwoordde: ‘Ga gerust.’ Absalom ging op weg naar Hebron. 10Hij stuurde handlangers vooruit naar alle stamgebieden van Israël met de boodschap: ‘Zodra het geluid van de ramshoorn klinkt, moeten jullie dit bekendmaken: “Absalom is in Hebron tot koning uitgeroepen!”’ 11Tweehonderd genodigden uit Jeruzalem vergezelden Absalom op weg naar Hebron. Ze gingen nietsvermoedend en volkomen te goeder trouw met hem mee. 12Ook liet hij Achitofel, de raadsheer van David, uit diens woonplaats Gilo overkomen voor het offermaal. Steeds meer mensen sloten zich bij Absalom aan. Zo ontstond een wijdvertakte samenzwering.
David vlucht uit Jeruzalem
13Toen David bericht kreeg dat het volk van Israël de kant van Absalom had gekozen, 14zei hij tegen zijn hovelingen: ‘Kom, we moeten vluchten, willen we aan Absalom ontkomen. Snel, we moeten hem vóór blijven, want als hij ons hier in Jeruzalem overvalt, zal hij een bloedbad aanrichten en is het met ons gedaan.’
Zingen: Psalm 3:1,2
Lezing uit het Nieuwe Testament: 2 Korinthiers 4: 7-11 en 16-18
Het huidige leven en de toekomstige luister
7Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. 9We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. 11Voortdurend worden wij levenden omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt.
16Daarom verzaken wij onze plicht niet, want ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. 17En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. 18Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.
Preek
Zingen: Psalm 42: 1,5,7
Geloofsbelijdenis
Zingen: lied 412:1
Inzameling van de gaven
Slotzang: gezang 435: 1,4 (LvdK)
1 O verbreker aller banden,
Gij die ons vertrouwen zijt,
bij wie schade zelfs en schande
hemel wordt en heerlijkheid, –
tuchtig Adams trotse zonen
in hun eigenzinnigheid,
tot Ge_uw aangezicht zult tonen
en hen uit de kerker leidt.
4. Kom toch om de macht te breken
van de vorst der duisternis;
geef in ons bestaan een teken,
dat de zege zeker is;
hef ons op uit onze zonden,
werp de duivlen bij ons uit,
want de vrijheid moet gevonden,-
Heer, vervul Gods raadsbesluit!
Zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 10 augustus 2025
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. A. Rietveld
Diaken: Dhr. S. de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 33:8
Votum en groet
Zingen lied 978:1,3
Schuldbelijdenis en genadeverkondiging
Gezang 365:1,2 (Liedboek voor de Kerken)
1 De zonden zijn vergeven!
Dit is een woord ten leven,
bevrijdend van de schuld.
Wat God ons ooit beloofde,
wordt nu voor wie geloofde
in Jezus’ naam geheel vervuld.
2 ‘t Is ook voor mij geschreven:
ook ik mag uit Hem leven
die ons genezen heeft.
Zijn liefde tot de zijnen
brengt ons met Hem in ‘t reine,
wij weten dat Hij ons vergeeft.
Gebed
Schriftlezing: Lucas 13: 10-17
Hij gaf op sabbat onderricht in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, mocht zij op sabbat niet uit deze boeien worden losgemaakt?’ Toen hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door hem werden verricht.
Zingen psalm 71: 4,5
Preek
Zingen Psalm 146:4,5
Geloofsbelijdenis
Zingen lied 344:1,2,3
Dankgebed, Voorbeden, Onze Vader
Inzameling van de gaven
Slotlied: Geprezen zij de Heer
Geprezen zij de Heer, die eeuwig leeft
Die vol ontferming ieder troost
En alle schuld vergeeft
Die heel het aards gebeuren vast in handen heeft
Hem zij de glorie, want Hij die overwon
Zal nooit verlaten wat Zijn hand begon
Halleluja. Geprezen zij het Lam
Dat de schuld der wereld op zich nam
Verdreven is de schaduw van de nacht
En wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuis gebracht
Voor Hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht
Hem zij de glorie, want Hij die overwon
Zal nooit verlaten wat Zijn hand begon
Halleluja. Geprezen zij het Lam
Dat de schuld der wereld op zich nam
Zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 27 juli 2025
Voorganger: dhr. R.W. Baas, Gouda
Organist: Dhr. A. van Blaaderen
Ouderling: Dhr. R. Verhallen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm Psalm 43 vers 3 en 4
Stil gebed
Votum en Groet
Zingen Lied 654 vers 1
Gebed om verootmoediging
Zingen Lied 654 vers 2 en 3
Genadeverkondiging uit de eerste Johannesbrief
Zingen Lied 654 vers 4 en 5
Lezing van het grote gebod uit Marcus 12
Zingen Lied 654 vers 6
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en) Handelingen 8 :26-40 (uit NBV)
Filippus en de Ethiopiër
26Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ 27Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden 28en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. 29De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ 30Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ 31De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten. 32Dit was het schriftgedeelte dat hij las:
‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid;
als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open.
33Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’
34De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ 35Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. 36Onderweg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: ‘Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?’ 38Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. 39Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde. 40Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam.
Zingen Lied 314
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen Lied 864 vers 1 en2 en 4 en 5
Geloofsbelijdenis ( staande: gelezen )
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied. Psalm 33 vers 2 en 7 en 8
Heenzending en zegen
Gezongen Amen
Orde van dienst 20 juli 2025 om 09:30
Voorganger: ds. B. Brunt, Alphen aan den Rijn
Organist: Dhr. A. van Blaaderen
Ouderling: Mevr. A. Rietveld
Diaken: Dhr. S. de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 84: 1 en 2 :1 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
Stil gebed, Bemoediging en Groet
Zingen Lied 215: 1, 5 en 6 Ontwaak o mens de dag breekt aan
Geboden
Zingen Lied 302 (ELB)
1 Heer, ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu
en reinig mijn hart.
2 Met Uw liefde, Heer,
kom mij tegemoet,
nu ik mij tot U keer,
en maak alles goed.
3 Zie mij voor U staan,
zondig en onrein.
O Jezus raak mij aan,
van U wil ik zijn.
4 Jezus, op Uw Woord,
vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U.
Gebed
Kinderen naar de nevendienst
Schriftlezing Johannes 14: 1-25 (NBG51)
1Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. 2In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? 3Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. 4Jullie kennen de weg naar waar Ik heen ga.’ 5Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar U naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ 6Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij. 7Als jullie Mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien.’ 8Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ 9Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je Me niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? 10Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en dat de Vader in Mij is? Ik spreek niet namens mezelf als Ik tegen jullie spreek, maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werk door Mij. 11Geloof Me: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Als je Mij niet gelooft, geloof het dan om wat Hij doet. 12Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. 13En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. 14Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen. 15Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 16Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: 17de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn. 18Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. 19Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij wel zien, want Ik leef en ook jullie zullen leven. 20Dan zul je begrijpen dat Ik in mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben. 21Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal mij aan hem bekendmaken.’ 22Toen vroeg Judas (niet Judas Iskariot) aan Jezus: ‘Waarom zult U zich wel aan ons, maar niet aan de wereld bekendmaken, Heer?’ 23Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen. 24Maar wie Mij niet liefheeft, houdt zich niet aan wat Ik zeg, en wat jullie Mij horen zeggen, zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de Vader, door wie Ik gezonden ben. 25Dit alles zeg Ik tegen jullie nu Ik nog bij jullie ben.
Zingen Psalm 91: 1 en 5 1 Heil hem wien God een plaats bereidt
Verkondiging “Een huis om in te wonen”.
Kinderen komen terug
Zingen Psalm 98 1 en 3
Dankgebed en voorbeden
Collecten
Zingen Lied 654 (Hemelhoog)
1. O, Heer mijn God, wanneer ik in verwond’ring
de wereld zie die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht, het rollen van de donder,
heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.
Refrein: (2x)
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
2. Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een lam,
sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis mijn zonde op zich nam.
Refrein: (2x)
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
3. Als Christus komt met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn.
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen
en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij!
Refrein: (2x)
Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!
Zegen
Gezongen Amen