Orde van dienst 29 juni 2025

Voorganger:                      dr. P.J. van Midden, Bergambacht
Organist:                            Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Mevr. Annemarie Rietveld
Diaken:                               Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                 
Votum en groet
Zingen                                  Ps. 105:1.2  Loof God de HEER
Stil gebed
Votum en groet
zingen                                  Lied : 150A
Verootmoedigingsgebed
zingen                                  Lied 1008 (1.2.3)
Lezing van een leefregel : Rom. 13: 8-10
8Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 10Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde.

Zingen                                  Lied 969  (In Christus…)
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Lezing 1:                             Genesis 13
1Vanuit Egypte trok Abram, met zijn vrouw en zijn bezittingen, weer naar de Negev. Lot ging met hem mee.
Scheiding tussen Abram en Lot
2Abram was bijzonder rijk: hij had veel vee, zilver en goud. 3Vanuit de Negev trok hij verder naar Betel, van de ene pleisterplaats naar de andere, tot aan de plaats tussen Betel en Ai waar zijn tent al eerder had gestaan 4en waar hij toen een altaar had gebouwd. Daar riep Abram de naam van de HEER aan.
5Ook Lot, die met Abram was meegekomen, bezat schapen, geiten, runderen en tenten. 6Beiden bezaten zo veel vee dat er te weinig land was om bij elkaar te blijven wonen. 7Hierdoor ontstond er ruzie tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee. (In die tijd woonden ook de Kanaänieten en de Perizzieten in het land.) 8Daarom zei Abram tegen Lot: ‘Waarom zouden we ruziemaken, jij en ik, of jouw herders en de mijne? We zijn toch familie? 9Het is maar beter dat we uiteengaan. Het hele land ligt voor je open. Als jij naar links gaat, ga ik naar rechts; als jij naar rechts gaat, ga ik naar links.’ 10Lot keek om zich heen en zag hoe rijk aan water de hele Jordaanvallei was; voordat Sodom en Gomorra door de HEER werden verwoest, was de vallei tot aan Soar toe even waterrijk als de tuin van de HEER en als Egypte. 11Daarom koos Lot voor zichzelf de Jordaanvallei en trok in oostelijke richting. Zo gingen ze uiteen. 12Abram bleef in Kanaän wonen, maar Lot ging wonen in het gebied rond de steden in de vallei. Hij sloeg zijn tenten op bij Sodom. 13De mensen daar waren slecht, ze zondigden zwaar tegen de HEER. 14Nadat Lot was weggegaan, zei de HEER tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, kijk vanaf de plaats waar je nu staat naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. 15Al het land dat je ziet geef Ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd. 16En Ik zal je zo veel nakomelingen geven als er stof op de aarde is: zoals het stof van de aarde ontelbaar is, zullen zij niet te tellen zijn. 17Kom, doorkruis het land over de hele lengte en breedte, want aan jou zal Ik het geven.’ 18Toen brak Abram op en ging wonen bij de eiken van Mamre, bij Hebron. Daar bouwde hij een altaar voor de HEER.

Zingen                              Psalm 105 :3
Lezing van het NT:           2 Petrus 2:5-7
5Evenmin heeft Hij de wereld uit de voortijd gespaard; alleen Noach, de heraut van de rechtvaardigheid, liet Hij met zeven anderen in leven toen Hij de watervloed over die wereld vol goddelozen liet komen. 6Ook Sodom en Gomorra heeft Hij tot vernietiging veroordeeld, Hij heeft die steden in de as gelegd en ze daarmee ten voorbeeld gesteld aan alle goddelozen van latere tijden. 7Maar Lot, die rechtvaardig was en zwaar leed onder de losbandige levenswandel van die wettelozen, redde Hij.

Zingen                                  lied 195 – Klein Gloria
 Verkondiging
Zingen                                  Lied 727:1.2.10
Dankgebed en voorbeden
Zingen                                  Lied 766
Zegen 
De Heer zegene u en Hij behoede u
DE HEER doe zijn aangezicht over u lichten
En zij u genadig
De HEEER verheffe zijn aangezicht over u
En geve u vrede

Gezongen Amen