Orde van dienst 28 augustus 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 113:1,2
Votum en groet
Zingen: Dit is de dag
Dit is de dag
Dit is de dag
Die de Heer ons geeft
Die de Heer ons geeft
Weest daarom blij
Weest daarom blij
En zingt verheugd
En zingt verheugd

Dit is de dag die de Heer ons geeft
Weest daarom blij en zingt verheugd
Dit is de dag, dit is de dag
Die de Heer ons geeft

Smeekgebed
Lied 247: 1,3
Overhandigen van de Bijbel aan de kinderen die naar de middelbare school gaan
Gebed
Schriftlezing Lucas 14: 16-24
‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen de dag van het feestmaal gekomen was, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles staat klaar.” Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en haal iedereen binnen, want mijn huis moet vol. Ik zeg jullie: niemand van de genodigden zal van mijn feestmaal proeven.”’

Lied 991: 1,6,7,8
Preek
Zingen: Genade zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ’t niet verdien
Het leven vond, want ik was dood
En blind, maar nu kan ‘k zien.

Genade die mij heeft geleerd
Te vrezen voor het kwaad.
Maar ook – als ik mij tot Hem keer
Dat God mij nooit verlaat.

Want Jezus droeg mijn zondelast
En tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
En brengt mij veilig thuis.

Als ik daar in zijn heerlijkheid
Mag stralen als de zon,
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.

Geloofsbelijdenis (Evangelische Liedbundel 289)

Ik geloof in God de Vader
die een bron van vreugde is,
louter goedheid en genade,
licht in onze duisternis.
Hij, de Koning van de kosmos,
heel de schepping zingt zijn eer
heeft uit liefde mij geschapen
en tot liefde keer ik weer.

Ik geloof in Jezus Christus
die voor ons ter wereld kwam.
Zoon van God en Zoon des Mensen
goede Herder, Offerlam.
Door te lijden en te sterven
groot is het geheimenis
schenkt Hij mij het eeuwig leven,
dat uit God en tot God is.

Ik geloof dat mijn Verlosser
door de dood is heengegaan
en op Pasen, God zij glorie,
uit het graf is opgestaan.
Door het brood – dit is mijn lichaam –
door de wijn – dit is mijn bloed –
geeft de Vredevorst mij vrede,
maakt Hij alle dingen goed.

Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotzang 415: 1,2,3
Zegen

Orde van zomerzangavonddienst 21 aug 2022 18:30    

Voorganger:                      dhr. R.W. Baas
Organist:                             Mevr. Henny Visscher
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

psalm 100  vers  1  en  3

stil gebed

bemoediging en groet

Lied 868: 1, 2, 4, 5 Lof zij de Heer, de almachtige (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013
Gezang 143: 1, 2, 3 Op bergen en in dalen (Hervormde bundel 1938)

De heilige schrift

gebed om verlichting met de heilige geest
schriftlezing:    psalm 103
103: 1Van David.
Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige naam.
2Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.
3Hij vergeeft u alle schuld,
Hij geneest al uw kwalen,
4Hij redt uw leven van het graf,
Hij kroont u met trouw en liefde,
5 Hij overlaadt u met schoonheid en geluk,
uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.
6De HEER doet wat rechtvaardig is,
Hij verschaft recht aan de verdrukten.
7Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,
aan het volk van Israël zijn daden.
8Liefdevol en genadig is de HEER,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
9Niet eindeloos blijft Hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn.
10Hij straft ons niet naar onze zonden,
Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
11Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.
12Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
13Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen.
14Want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn,
Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd.
15De mens – zijn dagen zijn als het gras,
hij is als een bloem die bloeit op het veld
16en verdwijnt zodra de wind hem verzengt;
de plek waar hij stond, kent hem niet meer.
17Maar de HEER is trouw aan wie Hem vrezen,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen
18van wie zich houdt aan zijn verbond
en naar zijn geboden leeft.
19De HEER heeft in de hemel zijn troon gevestigd,
als koning heerst Hij over alles.
20Prijs de HEER, u die zijn boden bent,
sterke helden die doen wat Hij zegt,
gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt.
21Prijs de HEER, hemelse machten,
dienaren die doen wat Hem behaagt.
22Prijs de HEER, u die zijn schepselen bent,
prijs Hem, overal in zijn rijk.
Prijs de HEER, mijn ziel.

samenzang  lied  103c   (geheel)    uit nieuwe liedboek
prediking
orgelspel
geloofsbelijdenis
zangblok
Lied 440: 1, 2, 4 Ik heb de vaste grond gevonden (Liedboek voor de kerken 1973)
Lied 478: 1, 4 Eén naam is onze hope (Zangbundel Johannes de Heer)
gebeden en gaven
dankzegging
voorbede
stil gebed
onze vader

inzameling van de gaven
zending en zegen
SLOTLIED Lied 127: 1, 2, 3 Heer! Ik hoor van rijke zegen
zegen

Orde van ochtenddienst 21 augustus 2022

Voorganger:                      ds. W.H. Hendriks, Ter Aar
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. : F. Wille
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtspsalm   Psalm 139: 1 en 2
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Lied       Psalm 139: 14
Gebed verootmoedigen en opening van de schrift
Schriftlezing                       Lukas 13: 22-30
Verder naar Jeruzalem
22Op weg naar Jeruzalem trok Hij verder langs steden en dorpen, terwijl Hij onderricht gaf. 23 Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Hij antwoordde: 24‘Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen. 25 Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?” 26Jullie zullen zeggen: “We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt in onze straten onderricht gegeven.” 27Maar hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, onrechtplegers!” 28 Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten wordt. 29Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aanliggen bij het feestmaal in het koninkrijk van God. 30 En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.’

Lied                       Psalm 19: 1, 5 en 6
Prediking
Muzikale meditatie
HET HEILIG AVONDMAAL
Geloofsbelijdenis
Onderwijzing
Lied                       NLB 914: Geef mij heer mij los te zingen
Inzameling van de gaven
Gebed – Dankzegging – Voorbede – Onze Vader
Nodiging
Gemeenschap van brood en wijn
Dankzegging
ZENDING EN ZEGEN
Slotlied                Psalm 23a D’ Almachtige is mijn herder en geleide
Zegen

Orde van dienst 14 augustus 2022    

Voorganger:                      mevr. dr. J.G Mooi, Hoogmade
Organist:                             Dhr. Henny Oskam
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 149: 1 en 2
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden.  [De geboden zijn genomen uit de Bijbel in de Gewone Taal, 2014]
Zingen: Psalm 119: 21 en 22
Gebed bij de opening van het Woord
1e Schriftlezing Prediker 8: 16-17  (NBG 1951)
16Toen ik mijn hart erop zette om wijsheid te leren kennen en om de bezigheid te aanschouwen, die op aarde geschiedt terwijl men noch bij dag noch bij nacht met zijn ogen de slaap te zien krijgt – 17zo zag ik, dat de mens niets kan ontdekken van het werk Gods, dat onder de zon geschiedt; want hoezeer de mens zich ook aftobt met zoeken, hij kan het niet ontdekken, en wanneer soms een wijze mocht zeggen, dat hij het weet, hij kan het niet ontdekken.
Zingen: Lied 850: 1,4 en 5
2e Schriftlezing: Matthéüs 13: 10 – 13 en 31,32 (NBG 1951)
Het doel der gelijkenissen
10En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? 11Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. 12Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. 13Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen.
31Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje, dat iemand nam en in zijn akker zaaide. 32Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het volgroeid is, is het groter dan de tuingewassen en het wordt een boom, zodat de vogelen des hemels in zijn takken kunnen nestelen.
Zingen: Lied: 906: 1 en 7
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen: Lied 919: 1 en 4
Geloofsbelijdenis ( staande: gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied: Lied 513 geheel
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 7 augustus 2022

Welkom en mededelingen

Psalm 33:1

Votum en groet

Psalm 33: 2, 8

Wetslezing

Zingen: “Leid mij Heer, o machtig Heiland”.

Leid mij, Heer, o machtig Heiland
Door dit leven aan Uw hand
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig
Wees mijn Gids in ’t barre land
Gij mijn Sterkte, Gij mijn Leider
Vul mij met Uw Geest steeds meer
Vul mij met Uw Geest steeds meer

Laat mij zijn een Godsgetuige
Sprekend van U meer en meer
Leid mij steeds door Uwe liefde
Groeiend naar Uw beeld, o Heer
Brood des levens, Brood des hemels
Voed mij dat ik groei naar U
Voed mij dat ik groei naar U

Laat door mij Uw levend water
Vloeien als een klare stroom
O, Heer Jezus, ’t wordt steeds later
Dat Uw Geest over allen koom’
Machtig Heiland, mijn Verlosser
Kom, Heer Jezus, in Uw kracht
Kom, Heer Jezus, in Uw kracht

Gebed

Schriftlezing 1 Samuel 1:1-20 (ZWO-cie)

In Rama in de streek Suf, in het bergland van Efraïm, woonde een man die Elkana heette. Hij was een zoon van Jerocham, die een zoon was van Elihu, de zoon van Tochu, de zoon van Suf, en behoorde tot de stam Efraïm. Hij had twee vrouwen: de ene heette Hanna en de andere Peninna. Peninna had kinderen, maar Hanna niet.

Elk jaar ging deze man vanuit zijn woonplaats naar Silo, om zich daar voor de HEER van de hemelse machten neer te buigen en Hem offers te brengen. Chofni en Pinechas, de twee zonen van Eli, waren daar priesters van de HEER. Wanneer Elkana zijn jaarlijkse offer bracht, gaf hij zijn vrouw Peninna en haar zonen en dochters een stuk van het offervlees. Maar het mooiste stuk gaf hij aan Hanna, want haar had hij lief, ook al hield de HEER haar moederschoot gesloten.

Haar rivale kwetste haar dan diep, door haar te sarren omdat de HEER haar geen kinderen gaf. 7Zo ging het jaar in jaar uit. Elke keer als ze naar het heiligdom van de HEER gingen, treiterde Peninna Hanna zo erg dat ze begon te huilen en haar eten liet staan.

Toen dat weer eens gebeurde, vroeg haar man Elkana: ‘Waarom huil je, Hanna? Waarom eet je niet en waarom ben je zo bedroefd? Beteken ik niet meer voor je dan tien zonen?’ Na de maaltijd stond Hanna op en ging naar het heiligdom van de HEER, waar de priester Eli op een bankje bij de ingang zat. Diepbedroefd bad Hanna tot de HEER. In tranen legde ze een gelofte af: ‘HEER van de hemelse machten, ik smeek U, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan U: nooit zal zijn hoofd door een scheermes worden aangeraakt.’ Toen Hanna zo lang aan het bidden was, begon Eli op haar mond te letten. Ze bad namelijk in stilte: haar lippen bewogen wel, maar haar stem was niet te horen. Daarom dacht Eli dat ze dronken was. Hij sprak haar aan en vroeg: ‘Hoe lang gaat dit nog duren? Als u dronken bent, ga dan uw roes uitslapen!’ ‘U vergist u, heer,’ antwoordde Hanna. ‘Ik heb geen wijn of andere drank gedronken. Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de HEER. Denk niet dat ik een slechte vrouw ben; ik heb zo lang gebeden omdat ik overstelpt ben door droefheid en ellende.’ ‘Ga dan in vrede,’ antwoordde Eli. ‘De God van Israël zal u geven waar u om hebt gevraagd.’ ‘Ik dank u dat u mij zo gunstig gezind bent,’ zei Hanna, en ze ging terug naar haar familie. Haar gezicht was opgeklaard en ze at ook weer. De volgende morgen vroeg bogen ze zich neer voor de HEER, waarna ze zich op de terugreis begaven. Thuis in Rama sliep Elkana met zijn vrouw Hanna, en de HEER dacht aan haar. Binnen een jaar werd Hanna zwanger en baarde ze een zoon. Ze noemde hem Samuel, ‘want,’ verklaarde ze, ‘ik heb hem aan de HEER gevraagd.’

Lied 152: 1, 2, 9 en 10

Schriftlezing Lucas 10: 38-42

Toen ze verder trokken ging Hij een dorp in, waar Hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette.  Haar zus, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je druk over zoveel dingen. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het juiste gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Preek

Lied 838: 1,2,3,4

Dankgebed en voorbeden (predikant en ZWO-cie, afgewisseld met 367e – Heer, onze God, wij bidden u, verhoor ons)


Gezamenlijk Onze Vader

Collecte

Slotzang 801: 1,3,7

Zegen