Orgelspel Welkom en mededelingen Aanvangslied psalm 46:1 Votum en Groet Psalm 46: 2,3 Gebed om verootmoediging met 367b Gloria: 305:1,2,3 Moment met de kinderen Kinderlied ‘Wij gaan voor even uit elkaar’ Gebed Schriftlezing 2 Koningen 25:1-11 251 In het negende jaar van zijn regering, op de tiende dag van de tiende maand, kwam Nebukadnessar, de koning van Babylonië, met heel zijn leger bij Jeruzalem aan. Hij sloeg er zijn kamp op en wierp een wal op rondom de stad. 2 Het beleg van de stad duurde tot in het elfde regeringsjaar van koning Sedekia. 3Op de negende dag van de maand – de hongersnood in de stad was ondraaglijk geworden, er was voor de bevolking niets meer te eten – 4 werd er een bres in de stadsmuur geslagen. Hoewel de Chaldeeën rondom de stad lagen, wisten alle soldaten ’s nachts te ontkomen via de poort tussen de beide stadsmuren die uitkwam op de tuin van de koning. De koning vluchtte in de richting van de Jordaanvallei, 5maar het Chaldese leger zette de achtervolging in en haalde hem in op de vlakte van Jericho. Heel zijn leger werd uiteengeslagen 6en de koning zelf namen ze gevangen. Ze brachten hem naar Ribla, naar de koning van Babylonië, en daar werd hij berecht. 7 Eerst werden zijn zonen voor zijn ogen afgeslacht en toen werden hem de ogen uitgestoken. Daarna werd hij naar Babel weggevoerd, geboeid met bronzen ketenen. 8 Op de zevende dag van de vijfde maand, in het negentiende regeringsjaar van koning Nebukadnessar van Babylonië, trok diens dienaar Nebuzaradan, de commandant van zijn lijfwacht, Jeruzalem binnen. 9 Hij stak de tempel van de HEER in brand, en ook het koninklijk paleis en alle andere huizen van Jeruzalem; alle huizen van de welgestelden gingen in vlammen op. 10Het Chaldese leger, dat onder zijn bevel stond, haalde de muren van Jeruzalem neer. 11De mensen die nog in de stad waren overgebleven, werden door commandant Nebuzaradan als ballingen weggevoerd, evenals degenen die naar de koning van Babylonië waren overgelopen, kortom iedereen die nog over was.
Psalm 74: 2,4,13 Schriftlezing Lucas 18:35-43 18 35 Toen Hij in de buurt van Jericho kwam, zat er langs de weg een blinde te bedelen. 36Toen de blinde een menigte voorbij hoorde komen, vroeg hij wat er gaande was. 37Ze zeiden tegen hem: ‘Jezus van Nazaret komt voorbij.’ 38Daarop riep de blinde: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 39Degenen die vooropliepen, berispten hem en zeiden dat hij moest zwijgen, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 40Jezus bleef staan en zei dat men de blinde bij Hem moest brengen. Toen deze voor Hem stond, vroeg Hij hem: 41‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Heer, zorg dat ik kan zien.’ 42 Jezus zei: ‘Zien zult u! Uw geloof heeft u gered.’ 43Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem terwijl hij God loofde. Alle mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God.
Psalm 146a: 1,6,7 Preek Lied 534:1,2,3,4 Geloofsbelijdenis 340b Dienst van de gebeden Collecte Slotlied: 898:1,2 (traditionele melodie) Zegen
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen: Ps. 67:1 en 2 Stilte Votum en groet Zingen: Lied 283:1 t/m 4 Kyriegebed Glorialied: Lied 305 Gebed
Oudtestamentische lezing: Amos 8:4-7 Jullie die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, luister! Jullie zeggen: ‘Wanneer is de dag van de nieuwemaan voorbij, zodat we weer koren kunnen verkopen? Wanneer de sabbat, zodat we weer graan kunnen verhandelen?’ Jullie maken de efa kleiner, jullie maken de sjekel zwaarder en jullie knoeien met de weegschaal. Jullie kopen de zwakken voor een handvol zilver, de armen voor een paar sandalen, en jullie zeggen: ‘Ook het kaf verkopen we als graan!’ Dit zweert de HEER bij de trots van Jakobs volk: Nooit zal Ik een van jullie daden vergeten.
Zingen: Ps. 40: 1 en 4 Evangelielezing: Lucas 16:1-8 Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht.
Orgelspel Welkom en mededelingen Intochtslied NLB 221: 1 Zo vriendelijk en veilig als het licht Stil gebed, Votum en Groet Vervolg intochtslied: NLB 221: 2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd Woorden bij het begin Gebed om ontferming Danklied: NLB 218 1,2,3,4 en 5 Dank U voor deze nieuwe morgen Gebed bij de opening van het Woord Voor jong en oud: Vreugde der Wet
We zingen uit Evangelische Liedbundel lied 262 (psalm 119: 105) Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Uw woord is een lamp, uw Woord is een licht Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
(Kinderen gaan naar nevendienst) Schriftlezing: Lucas 17: 11-19
In het grensgebied van Samaria 11Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12Toen Hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen Hem tien mensen tegemoet die door een huidziekte onrein waren; ze bleven op een afstand staan. 13Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. 15Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. 16Hij viel neer aan Jezus’ voeten om Hem te danken. Het was een Samaritaan. 17Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ 19 Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’
Lied NLB 103E Bless the Lord my soul (3x) ELLENDE Meditatief orgelspel VERLOSSING Meditatief orgelspel DANKBAARHEID Meditatief orgelspel (Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet)
Geloofsbelijdenis (staande: uitgesproken door voorganger) Lied: NLB 793: 1 en 2 Bron van liefde, licht en leven (staande) Collecte Dankgebed en voorbede Slotlied NLB 880: 1,2,3 en 4 Het leven op aarde Heenzending en zegen Gezongen Amen
Voorgangers: Ds. G. van ’t Kruis Ds. H.J. Prosman Pastor H. van de Reep Mevr. W. den Besten
Organist: Sjaak Warnaar Met zanggroep V6
De dienst is te beluisteren via: https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/10257
Opening
Openingszang psalm 113, vers 1 en 2
2. Ver boven aller volken trots blinkt hemelhoog de glorie Gods. Wie is als Hij, de Heer der heren? Hij onze God, die troont zo hoog, slaat op het diepste diep zijn oog. Hemel en aarde moet Hem eren.
3. Wie onderligt in stof en slijk, maakt God aan edelen gelijk. Hij geeft een vrouw haar diepst verlangen. Hij zegent die onvruchtbaar scheen, met bloei van kinderen om haar heen. Prijs Hem, de Heer, met lofgezangen.
Groet
Vg: In de kerk is het God, de eeuwige, die ons welkom heet. Allen: Hij is de gastheer, wij de gasten. Vg: Het is God die ons welkom heet, Allen: de schepper van hemel en aarde. Vg: God, u bent het die ons uitnodigt om in uw licht te staan. U nodigt ons uit mens te zijn en te leven op uw adem. U nodigt ons in de kring, neem ons bij de hand, zo bidden wij. Laat niets ons hinderen U te ontmoeten, door uw Heilige Geest. Allen: Amen
Vraag: Wie zit er naast je?
V6 zingt Agnus Dei en Pie Jesu
Verootmoediging
Glorialied: ‘Alle eer en alle glorie’ Liedboek 305
Gebed van de zondag
Dienst van het Woord
Eerste lezing; Jesaja 25, 6-9 Willibrord Vertaling
Jahwe van de legerscharen richt op deze berg voor alle volken een feestmaal aan met uitgelezen gerechten, een feestmaal met belegen wijnen, verrukkelijke, uitgelezen gerechten, belegen, gelouterde wijnen. Op deze berg verscheurt Hij de sluier die over alle volken ligt, de floers die alle naties bedekt. De HEER vernietigt de dood voor altijd, Hij veegt de tranen van alle gezichten, op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit: De HEER heeft het gezegd! Op die dag zal men zeggen: Dat is onze God. Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered. Dat is de HEER, op wie wij hoopten; laat ons blij zijn en juichen om de redding die Hij heeft gebracht.
Woord van de Heer – Wij danken God
Lied: ‘De maaltijd van de Heer’. LB 762 GvL 587
Evangelielezing: Lucas 14, 1-14 NBV21 Uit eerbied gaan wij staan
Toen Jezus op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden. Er was daar iemand met waterzucht. Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de farizeeën: ‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?’ Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. En tegen de farizeeën en wetgeleerden zei Hij: ‘Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat?’ Ook daarop hadden ze geen antwoord. Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: ‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’ Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
Acclamatie GvL 265
U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie, o Vader, o Zoon, o heilige Geest, in alle eeuwen der eeuwen.
Overweging
Stilte
Antwoordlied: De laatsten worden de eersten LB 990 melodie GvL 418
V6 zingt: Geloofsbelijdenis
Op de melodie van ‘The Rose’
Ik geloof in God de Vader Schepper, die de schepping draagt in Zijn Zoon, in Christus Jezus, die geboren uit een maagd. Aan het kruis de wereld redde onze zonden op zich nam opgestaan en opgevaren troont Hij aan Gods rechterhand. Ik geloof in God de Trooster gaven van de Heil’ge Geest die Gods Woord aan ons bevestigt, gaat en predikt en geneest. Als Hij komt met macht en luister zal de mensheid voor Hem staan dan zal elke knie zich buigen, elke tong belijdt Zijn Naam. De kinderen komen terug
Gebeden
Onze Vader (oecumenisch) Onze Vader, die in de hemel zijt, uw Naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Vredesgroet “Wie openstaat voor God, staat op een heel andere wijze tegenover de mensen. Wie openstaat voor de mensen staat op een heel andere wijze tegenover God. Wie openstaat voor God én voor de mensen staat op een heel andere wijze tegenover zichzelf: vrij, bevrijd, bevrijdend, zoals Jezus zelf was.”
Zulke mensen zijn echte vredestichters en vredebrengers Moge wijzelf zulke mensen worden en zijn. De vrede van de Heer zij dan altijd met U. En geven wij die vrede door aan elkaar.
Bloemengroet vanuit de kerken
Mededelingen van de verschillend kerken
Collecte
V6 zingt Peace like a river
Abba Vader (samenzang)
Slottekst: Gewoon maar zijn
Gewoon maar zijn wie je bent met je pijn, je verdriet, je lach en je lied alleen maar; alleen omdat een ander jou recht in de ogen ziet.
Gewoon maar doen wat je kunt, met je hoofd en je hand, je hart, je verstand alleen maar; alleen omdat een ander jou met heel zijn hart verstond.
Gewoon maar gaan waar je wilt, met je ogen ontbloot, wijd open en groot alleen maar; alleen omdat een ander jou je hart en mond ontsloot.
Gewoon maar zingen voluit, want het leven is goed voor wie het ontmoet alleen maar; alleen omdat wij mensen zijn van ’t zelfde vlees en bloed.
Orgelspel Welkom en mededelingen Introïtus: psalm 133:1 Votum en groet Psalm 133: 2, 3 Smeekgebed en Gloria 868: 1, 5 Gebed Schriftlezingen Deuteronomium 6:4-9 en 17-22 Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Wanneer uw kinderen u later vragen: ‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord: ‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend. Zingen: Psalm 119: 12, 13, 14 Spreuken 3:1-6 Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Ze vermeerderen de dagen van je leven, geven je vele jaren van geluk. Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult waardering ondervinden. Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg. Marcus 12:28-34 Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.
Preek Zingen: 802: 1, 4, 6 (Traditionele melodie) Geloofsbelijdenis (340b) Dankgebed en voorbeden Collecte Slotzang: De stad van goud
Daar in de heuvels van Judea na jarenlange strijd daar luiden de klokken in de verte de stem der eeuwigheid Een pad van stenen, haast versleten daar trok de tijd voorbij Een muur waar mensen staan te bidden opdat het vrede zij
Jeruzalem, o stad van goud voor eeuwig jong, al ben je oud ‘k zal jou mijn leven nooit vergeten jij bent van mij Jeruzalem, o stad van goud voor eeuwig jong, al ben je oud in mijn hart heb ik geweten eens kom je vrij
De weg naar Jericho ligt open door ’n bloeiende woestijn Het wonder dat daar eens gebeurde zal steeds mijn lichtpunt zijn O gouden stad, wil mij vergeven mijn lofzang is maar klein Jeruzalem je bent mijn leven en zal dat altijd zijn
Jeruzalem, o stad van goud voor eeuwig jong, al ben je oud ‘k zal jou mijn leven nooit vergeten jij bent van mij Jeruzalem, o stad van goud voor eeuwig jong, al ben je oud in mijn hart heb ik geweten eens kom je vrij