Orde van dienst Pinsterzondag 8 juni 2025 – 10:00

De Geest verbindt
De Geest draagt
De Geest stroomt
De Geest vlamt
De Geest bezielt

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Jan-Willem Hueting
Ouderling:                         Mevr. Annemarie Rietveld
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  psalm 68:3
Votum en groet
Zingen                                  Lied 632: 1,2,3

Gebed van verootmoediging, Afgewisseld met:

Zingen                                 Lied 686:1,3
Moment met de kinderen
Zingen                                 lied 683:1,2,3,4
Gebed
Schriftlezing 1: Jesaja 12: 1-6
Loflied
1Op die dag zul je zeggen:
‘Ik zal U loven, HEER.
U bent woedend op mij geweest,
maar uw toorn is geweken, U troost mij.
2God, Hij is mijn redder.
Ik heb een vast vertrouwen, ik ben niet bang,
want de HEER is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer,
Hij heeft mij redding gebracht.’
3Vol vreugde zullen jullie water putten
uit de bron van de redding.
4Op die dag zullen jullie zeggen:
‘Loof de HEER, roep zijn naam uit.
Maak alle volken zijn daden bekend,
verkondig zijn verheven naam.
5Zing een lied voor de HEER,
machtig zijn zijn daden.
Laat heel de aarde dit weten.
6Jubel en juich, inwoners van Sion,
want groot is de Heilige van Israël,
die in jullie midden woont.’

Zingen                         lied 678:1,3,4,9

Schriftlezing 2: Handelingen 2:1-13
De komst van de heilige Geest
1Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
5In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. 7Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? 8Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? 9Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben, 11en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ 12Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ 13Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

Zingen                         lied 568a
Preek
Zingen                         lied 585: 1,2,3,4
Geloofsbelijdenis
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Zingen                         psalm 87:1,2
Zegen
Gezongen Amen


Orde van dienst 01 juni 2025 – zondag Exaudi

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Ad van Pelt  
Muzikale Medew:            Mevr. Cobie de Jong en Manja Korper
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  Psalm 31:1
Votum en groet
Zingen                                  Gezang 235:1,2 (Liedboek voor de kerken)

In bidden en in smeken,
maak onze harten één.
Wij hunkren naar een teken,
o, laat ons niet alleen.
De Heiland is getreden
aan ‘s Vaders rechterhand:
wij wachten hier beneden
de gaven van zijn hand.

Wijd open staan de deuren,
nu is de toegang vrij.
Voor wie verweesd hier treuren
is Jezus’ hulp nabij.
Al dreigen nog gevaren,
al wacht ons kruis en strijd,
de Geest zal ons bewaren,
de Geest, die troost en leidt.

Smeekgebed
Glorialied:                           psalm 19:1
Muziek: ‘Look at the World’, John Rutter

Kijk naar de wereld, alles om ons heen,
Kijk naar de wereld, verwonder je elke dag.
Kijk naar de wereld: zoveel vreugde en wonderen,
Zoveel mirakels op onze weg.

Refrein:
Lof zij U, o Heer, voor heel de schepping.
Schenk ons dankbare harten, opdat wij zien
Alle gaven die wij delen, elke zegen,
Alles komt van U.

Kijk naar de aarde, die vruchten en bloemen voortbrengt,
Kijk naar de lucht, de zonneschijn en de regen.
Kijk naar de heuvels, de bomen en de bergen,
Het dal, de stromende rivier, het veld en de vlakte.
(Refrein)

Denk aan de lente, denk aan de warmte van de zomer,
Die de oogst brengt vóór de winterkou.
Alles groeit, alles heeft zijn seizoen,
Tot het wordt verzameld in de schoot van de Vader.
(Refrein)

Elke goede gave, alles wat wij nodig hebben en koesteren,
Komt van de Heer als teken van Zijn liefde.
Wij zijn Zijn handen, rentmeesters van Zijn overvloed,
Van Hem is de aarde en de hemel daarboven.
(Refrein)

Gebed

Schriftlezing:     Genesis 3:6-10
6De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. 8Toen de mens en zijn vrouw de HEER God in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. 9Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’ 10Hij antwoordde: ‘Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’

Muziek: ‘Cool of the Day’
[Vers 1]
Mijn Heer sprak tot mij:
“Vind jij mijn tuin niet prachtig?
Je mag in deze tuin verblijven als je het gras groen houdt,
En Ik zal terugkeren in de koelte van de avond.”

[Refrein]
Nu is het de koelte van de avond,
Nu is het de koelte van de avond.
O, deze aarde is een tuin,
De tuin van mijn Heer.
En Hij wandelt in Zijn tuin
In de koelte van de avond.

[Vers 2]
Toen sprak mijn Heer tot mij:
“Vind jij mijn groene weiden niet mooi?
Je mag in deze tuin verblijven als je mijn lammeren hoedt,
En Ik zal terugkeren in de koelte van de avond.”
[Refrein]

Schriftlezing: Psalm 19:2-6
2De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
3de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.
4Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord,
het is een spraak zonder klank.
5Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.
Daar heeft Hij een tent opgeslagen voor de zon:
6een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat,
een held die juichend voortsnelt op zijn weg.

Muziek: ‘Die Ehre Gottes aus der Schöpfung’

Schriftlezing: Johannes 21:15-19

15Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16Nog eens vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ 17en voor de derde maal vroeg Hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Me?’ Petrus werd verdrietig omdat Hij voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield. Hij zei: ‘Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. 18Werkelijk, Ik verzeker je, toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ 19Met deze woorden duidde Hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei Hij: ‘Volg Mij.’

Preek

Zingen: ‘Heer ik hoor van rijke zegen’

Heer ik hoor van rijke zegen
Die Gij uitstort keer op keer
Laat ook van die milde regen
Dropp’len vallen op mij neer
Ook op mij ook op mij
Dropp’len vallen ook op mij

Liefde Gods zo rein zo krachtig
Bloed van Jezus rijk en vrij
Gods genade sterk en machtig
O verheerlijk U in mij
Ook in mij ook in mij
O verheerlijk U in mij

Ga mij niet voorbij o Herder
Maak mij gans van zonden vrij
Vloeit de stroom van zegen verder
Zegen and’ren maar ook mij
Ja ook mij, Ja ook mij
Zegen and’ren maar ook mij

Dankgebed, voorbeden, Onze Vader

Inzameling van de gaven

Zingen                                  Lied  670:1,7
            
Zegen
Gezongen Amen


Aanvangstijden kerkdiensten

In het kerkblad zijn verschillende aanvangstijden voor de diensten vermeld
De dienst met Pinksteren op 8 juni is om 10.00 uur, omdat er dan na afloop koffie drinken is in De Brug
1 juni beginnen we gewoon om 9.30.

Orde van dienst 29 mei 2025 – Hemelvaartsdag

Gemeenschappelijke dienst met Gereformeerde kerk

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            dhr. Jan-Willem Hueting
Ouderling:                          dhr. R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen:                                Psalm 47: 1
Stil gebed
Bemoediging en groet

V: Onze Hulp is in de naam van de Heer
Allen: Die hemel en aarde gemaakt heeft
V: Die niet loslaat het werk van zijn handen
Allen: Amen
V: Genade zij u en vrede, van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus
Allen: Amen

Zingen:                                Psalm 47: 2,3
Gebed
Schriftlezing: Handelingen 1: 1 – 11
Jezus opgenomen in de hemel
1In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin 2tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. 3Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken. 4Terwijl Hij met hen at, gaf Hij hun deze opdracht: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord. 5Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’ 6Zij die daar bijeen waren, vroegen Hem: ‘Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ 7Hij antwoordde: ‘Het is niet aan jullie om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. 8Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’ 9Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen. 10Terwijl Hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. 11Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’

Zingen:                                Lied 663:1,2 (melodie LvdK 234)
Schriftlezing Handelingen 7:55-56
 55Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, 56en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’


Preek
Zingen:                                Gezang 230: 1,4

Overwinnaar, grote Koning,
alle heem’len zijn te klein,
nu Gij weerkeert naar uw woning,
intocht houdt in uw domein.
Zou ik, Here, dan niet juichen,
zou ik, sterv’ling, mij niet buigen
nu Gij, hoogste Majesteit,
U verheft in heerlijkheid?

Zou ik, Heer, uw kelk niet drinken,
nu ik zo uw glorie zie?
Zou mij ooit de moed ontzinken,
nu ik uw victorie zie?
Koning, ik wil U vertrouwen,
nood noch dood kan mij benauwen,
slechts voor U, Heer hooggeloofd,
buig ik mij, buig ik het hoofd.

Geloofsbelijdenis (Gezamenlijk uitgesproken)
Zingen:                                                Evangelische Liedbundel 140 ‘Kroon Hem met gouden kroon’

Kroon Hem met gouden kroon
het Lam op zijne troon!
Hoor, hoe het hemels loflied al
verwint in heerlijk schoon.
Ontwaak! Mijn ziel en zing
van Hem, die voor u stierf.
En prijs Hem in all’ eeuwigheen
die ’t heil voor u verwierf.


Collecte
Zegen
Gezongen Amen


Orde van dienst 25 mei 2025 – zondag Rogate

Voorganger:                      Mevr. Dr. A. Mooi, Hoogmade
Organist:                             Dhr. J W Hueting
Ouderling:                          Mevr. A. Rietveld
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen  Intochtslied 287 vers 1, 2, 5 Rond het licht dat leven doet
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden
Zingen                                  Lied 1009 vers 1 en 2 O lieve Heer geef vrede
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en)
Lezen: Psalm 30
1Een psalm. Een lied bij de inwijding van de tempel. Van David.
2Hoog wil ik U prijzen, HEER, want U hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
3HEER, mijn God, ik riep U te hulp en U hebt mij genezen.
4HEER, U trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven.
5Zing voor de HEER, u die Hem trouw bent, loof zijn heilige naam.
6Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang. Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op.
7In mijn overmoed dacht ik: Nooit zal ik wankelen.
8HEER, U had mij lief en ik stond als een machtige berg, U verborg uw gelaat en ik bezweek van angst.
9U, HEER, roep ik aan, U, Heer, smeek ik om genade.
10Wat baat het U als ik sterf, als ik afdaal in het graf? Kan het stof U soms loven en getuigen van uw trouw?
11Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp.
12U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld.
13Mijn ziel zal voor U zingen en niet zwijgen. HEER, mijn God, U wil ik eeuwig loven.

Zingen                                  Psalm 30 vers 1 en 5
Lezen: Johannes 21: 1 – 19
1Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3Simon Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee,’ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. 4Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever. Maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. 5Hij riep: ‘Hebben jullie iets te eten, jongens?’ ‘Nee,’ antwoordden ze. 6‘Gooi het net uit aan de rechterkant van het schip,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. 7De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Zodra Simon Petrus dat hoorde, deed hij zijn bovenkleed aan – want hij was nauwelijks gekleed – en sprong in het water. 8De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el. 9Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood. 10Jezus zei: ‘Breng ook wat van de vis die jullie daarnet gevangen hebben.’ 11Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet. 12Jezus zei tegen hen: ‘Kom, eet iets.’ Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was, ze begrepen dat het de Heer was. 13Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en Hij gaf hun ook vis. 14Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat Hij uit de dood was opgestaan. 15Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16Nog eens vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ 17en voor de derde maal vroeg Hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Me?’ Petrus werd verdrietig omdat Hij voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield. Hij zei: ‘Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. 18Werkelijk, Ik verzeker je, toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ 19Met deze woorden duidde Hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei Hij: ‘Volg Mij.’

Zingen                                  Lied 754 vers 1 en 2 Liefde Gods die elk beminnen
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen                                  Lied 650 vers 1 t/m 4 en 7 De aarde is vervuld
Geloofsbelijdenis gezongen lied 340B
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied                                422 alle verzen Laat de woorden die we hoorden
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 18 mei 2025 – zondag Cantate

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             dhr Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  Lied 632:1
Votum en groet
Zingen                                  632:2,3
Schuldbelijdenis
Zingen                                  833:1
Genadeverkondiging
Zingen                                  653:1,3
Lezing: Genesis 16:1-16
De geboorte van Ismaël
1Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in 3en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 4Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. 5Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ 6Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’ Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte. 7De engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt. 8‘Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg Hij. ‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres,’ antwoordde ze. 9‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de HEER, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’ 10En Hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn. 11Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. 12Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’ 13Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet Hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ 14Daarom noemt men de bron daar Lachai-Roï; hij ligt tussen Kades en Bered. 15Hagar bracht een zoon ter wereld, en Abram noemde de zoon die zij hem gebaard had Ismaël. 16Abram was zesentachtig jaar toen Hagar hem Ismaël baarde. Zingen                                  655:1,4
Schriftlezing: Johannes 4: 5-26
4Daarvoor moest Hij door Samaria heen. 5Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ 11‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? 12U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, 14maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 16Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ 17‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, 18‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ 19Daarop zei de vrouw: ‘Ik begrijp dat U een profeet bent, heer. 20Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ 21‘Geloof Me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22Jullie vereren wat je niet kent, wij vereren wat we kennen; de redding komt immers van de Joden. 23Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, 24want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ 25De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen,’ (dat betekent ‘gezalfde’) ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt.’

Zingen                                  Gezang 487:1,3 (LvdK)
1) De Heer heeft mij gezien en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht,
gaf mij een levend hart en nieuwe ogen.
Zo komt Hij steeds met stille overmacht
en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen.

3) Gij geeft het uw beminden in de slaap,
Gij zaait uw naam in onze diepste dromen.
Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt
zoals de regen neerdaalt in de bomen,
zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat,
zo zult Gij uw beminden overkomen.
Preek

Zingen                                  Psalm 42:1,3
Geloofsbelijdenis (gezamenlijk uitgesproken)
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Collecte
Zingen                                  lied 747:1,8        
Zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 11 mei 2025 – zondag Jubilate

Voorganger:                      ds. H. Koolhaas, Aalsmeer
Organist:                             Dhr. Jan-Willem Hueting
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  psalm 100 : 2, 3 en 4 Roep uit met blijdschap: ‘God is Hij”
Stil gebed
Votum en groet
Zingen                                  lied 643 : 1, 2 en 5 Zing nu de Heer! Hij zag ons aan,
Kyrie gebed
Richtlijnen : 643 : 6, 7 en 8 ‘Woord was in onze mond verstomd,

Gebed
Zingen                                  Lied  677 : 1, 2 en 3 Geest uit de hemel neergedaald,
Moment voor de kinderen
Zingen                                  Lied 923 : 1, 2 en 3 Wil je wel geloven dat het groeien gaat,

1e lezing Genesis 2 : 4 – 7
De tuin van Eden
4Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, zo werden ze geschapen. In de tijd dat de HEER God aarde en hemel maakte, 5groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkel gewas opgeschoten, want de HEER God had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; 6wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. 7Toen maakte de HEER God de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

Zingen                                  psalm 148 : 2 en 4 Naam van de Heer die heilig zijt,

2e lezing Johannes 20 : 19 – 31
Verschijningen
19Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; uit angst voor de Joden hadden ze de deuren op slot gedaan. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie!’ 20Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zij. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ 22Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. 23Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
24Een van de twaalf, Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. 25Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ 26Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren op slot zaten, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Vrede zij met jullie!’ zei Hij, 27en daarna richtte Hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
30Jezus heeft in het bijzijn van zijn leerlingen nog veel meer tekenen verricht, die niet in dit boek staan, 31maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.

3e lezing Openbaring 1 : 1 – 8
1Openbaring van Jezus Christus, die Hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet. Hij heeft zijn engel deze openbaring laten meedelen aan zijn dienaar Johannes. 2Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft en waarvan Jezus Christus heeft getuigd; dit heeft hij allemaal gezien. 3Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat erin geschreven staat. Want de tijd is nabij.
Aan de zeven gemeenten
4Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia. Genade zij u en vrede van Hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, 5en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de dood, de heerser over de vorsten van de aarde. Aan Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, 6die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
7Hij komt met de wolken, en dan zal iedereen Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen.
8‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’

Zingen                                  lied 544 : 1, 4 en 5 Christus naar wie wij heten

Preek    ‘Een levend wezen’ 
Zingen:                                Lied 726 : 1, 3 en 5 Hoor, een heilig koor van stemmen,

Gebed
Collecte
Slotzang                              lied 315 : 1 en 2 Heb dank, o God, van alle leven,
Uitzending en zegen      
Zingen                                  Lied  425 Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen,

Orde van dienst 4 mei 2025 – zondag Misericordia

Voorganger:                      ds. E. Snaterse, Gouda
Organist:                             Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                          Mevr. A. Rietveld
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied                       287 vers 1, 2, 5 Rond het licht dat leven doet
Stil gebed
Votum en groet
Verootmoediging/ geboden
zingen                                  Lied 1009 vers 1 en 2 O lieve Heer geef vrede
Gebed bij de opening van het Woord
( Kinderen gaan naar nevendienst in morgendienst)
Schriftlezing(en)
Lezen:                                  Psalm 30
1Een psalm. Een lied bij de inwijding van de tempel. Van David.
2Hoog wil ik U prijzen, HEER, want U hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
3HEER, mijn God, ik riep U te hulp en U hebt mij genezen.
4HEER, U trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven.
5Zing voor de HEER, u die Hem trouw bent, loof zijn heilige naam.
6Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang. Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op.
7In mijn overmoed dacht ik: Nooit zal ik wankelen.
8HEER, U had mij lief en ik stond als een machtige berg, U verborg uw gelaat en ik bezweek van angst.
9U, HEER, roep ik aan, U, Heer, smeek ik om genade.
10Wat baat het U als ik sterf, als ik afdaal in het graf? Kan het stof U soms loven en getuigen van uw trouw?
11Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp.
12U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld.
13Mijn ziel zal voor U zingen en niet zwijgen. HEER, mijn God, U wil ik eeuwig loven.

zingen                                  Psalm 30 vers 1 en 5
Lezen: Johannes 21: 1 – 19
1Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3Simon Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee,’ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. 4Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever. Maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. 5Hij riep: ‘Hebben jullie iets te eten, jongens?’ ‘Nee,’ antwoordden ze. 6‘Gooi het net uit aan de rechterkant van het schip,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. 7De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Zodra Simon Petrus dat hoorde, deed hij zijn bovenkleed aan – want hij was nauwelijks gekleed – en sprong in het water. 8De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el. 9Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood. 10Jezus zei: ‘Breng ook wat van de vis die jullie daarnet gevangen hebben.’ 11Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet. 12Jezus zei tegen hen: ‘Kom, eet iets.’ Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was, ze begrepen dat het de Heer was. 13Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en Hij gaf hun ook vis. 14Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat Hij uit de dood was opgestaan. 15Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16Nog eens vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ 17en voor de derde maal vroeg Hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Me?’ Petrus werd verdrietig omdat Hij voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield. Hij zei: ‘Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. 18Werkelijk, Ik verzeker je, toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ 19Met deze woorden duidde Hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei Hij: ‘Volg Mij.’

Zingen                                  Lied 754 vers 1 en 2 Liefde Gods die elk beminnen
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
zingen                                  Lied 650 vers 1 t/m 4 en 7 De aarde is vervuld
Geloofsbelijdenis gezongen lied 340B
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied                                422 alle verzen Laat de woorden die we hoorden
Heenzending en zegen
Gezongen Amen
Zingen:                                Wilhelmus


Orde van dienst 27 april 2025  – Zondag Quasi modo geniti

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                        Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                             Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                  Psalm 81:1,8
Votum en groet
Zingen                  Lied 641:1
Lezen van het gebod
Gebed om verootmoediging

Zingen: “heer, ik hoor van rijke zegen”
Heer ik hoor van rijke zegen
Die Gij uitstort keer op keer
Laat ook van die milde regen
Dropp’len vallen op mij neer
Ook op mij ook op mij
Dropp’len vallen ook op mij

Liefde Gods zo rein zo krachtig
Bloed van Jezus rijk en vrij
Gods genade sterk en machtig
O verheerlijk U in mij
Ook in mij ook in mij
O verheerlijk U in mij

Ga mij niet voorbij o Herder
Maak mij gans van zonden vrij
Vloeit de stroom van zegen verder
Zegen and’ren maar ook mij
Ja ook mij Ja ook mij
Zegen and’ren maar ook mij

Gebed bij de opening van het woord

Lezing uit het Oude Testament: Genesis 3: 22-24
Toen zei de HEER God: ‘Nu is de mens aan Ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil Ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.’ Daarom stuurde Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde waaruit hij was genomen te gaan bewerken. En nadat Hij hem had weggejaagd, plaatste Hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken.

Zingen                  Lied 216:1,2,3
Lezing uit Lucas 24:1-9
Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Ze wisten zich geen raad. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en bogen het hoofd. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt. Herinner je wat Hij jullie gezegd heeft toen Hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ Toen herinnerden ze zich zijn woorden.
De vrouwen keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd.

Zingen                  644:1,2,3
Preek
Zingen                  655:1,3,4
Geloofsbelijdenis (340b)
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Collecte
Slotzang Gezang 222:1,3 (LvdK)

Jezus is ons licht en leven!
Hij, die, aan het kruis geheven,
met zijn bloed ons heeft gekocht,
heeft nu vorstlijk overmocht.
Hij kan niet gebonden wezen;
als een held is Hij verrezen!
Halleluja! Halleluja!

’t Leven heeft de dood verslonden;
wat geboeid is, wordt ontbonden.
Dood, waar is uw overmacht,
waar uw prikkel, waar uw kracht?
’s Heren vrijgekochten hopen,
want de hemel gaat hun open.
Halleluja! Halleluja!

Zegen
Gezongen Amen