Orde van dienst 15 april 2025, 9.30 uur – Palmpasen

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen  
Diaken:                               Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                  Lied 441:2
Bemoediging en groet
Zingen                  lied 833:1,2
Gebed om ontferming
Zingen                  Lied 558:1, 2 en 3 ‘Jezus, om uw lijden groot’
Moment met de kinderen
Gebed
Lezing uit het Oude Testament: 2 Samuël 18:9-18
Absalom, die op zijn muildier reed, kwam plotseling oog in oog te staan met een aantal soldaten van David. Toen het muildier onder een grote terebint doorging, raakte Absalom met zijn haren verstrikt in de takken. Zo bleef hij hangen tussen hemel en aarde, terwijl het muildier verder draafde. 10Een van de soldaten zag het en vertelde het aan Joab: ‘Ik heb Absalom gezien! Hij hangt in een boom!’ 11‘Wat!’ riep Joab. ‘Heb je hem gezien? Waarom heb je hem dan niet meteen gedood? Ik had je er tien sjekel zilver en een koppelriem voor gegeven!’ 12Maar de soldaat antwoordde Joab: ‘Al zou u duizend sjekel zilver in mijn hand uitwegen, dan nog zou ik mijn hand niet opheffen tegen de zoon van de koning. De koning heeft u en Abisai en Ittai immers ten overstaan van ons allen bevolen zijn zoon Absalom te sparen. 13En zelfs al zou ik tegen dat bevel zijn ingegaan, voor de koning blijft niets verborgen, en dan zou u zich buiten schot houden.’ 14‘Integendeel,’ riep Joab, ‘ik ga voorop!’ Hij greep drie stokken en stootte daarmee Absalom, die nog levend in de boom hing, in de borst. 15Tien van Joabs soldaten, zijn wapendragers, gingen om Absalom heen staan en sloegen op hem in tot hij dood was. 16Toen blies Joab op de ramshoorn ten teken dat de achtervolging van het leger van Israël moest worden gestaakt. 17Ze maakten Absalom los, gooiden hem ter plekke in een diep gat en stapelden er een grote berg stenen overheen. Het leger van Israël vluchtte; ieder keerde terug naar zijn eigen woonplaats. 18Absalom had bij zijn leven voor zichzelf een gedenksteen opgericht in de Koningsvallei. Omdat hij, zoals hij zei, geen zoon had om zijn naam te doen voortleven, gaf hij de gedenksteen zijn eigen naam. Tot op de dag van vandaag wordt deze het Gedenkteken van Absalom genoemd.

Zingen                  psalm 33:6,7
Evangelielezing: Lucas 19:28-40
28Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem.

Intocht in Jeruzalem

29Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit 30en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. 31Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?”, moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”’ 32De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. 33Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ 34Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ 35Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. 36Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor Hem op de weg uit. 37Toen Hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. 38Ze riepen: ‘Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ 39Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ 40Maar Hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’

Zingen                  Psalm 118:9

Preek

Zingen                  Lied 550:1,2
Dankgebed, Voorbeden, Onze Vader
Bijdrage ZWO – commissie
Collecte
Zingen                  Psalm 96:6,7
Zegen
Gezongen Amen


Orde van dienst 6 april 2025 – zondag Judica

Voorganger:                      ds. A. Sneep, Amstelveen
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Annemarie Rietveld
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm 43: 1, 3 en 4
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden Exodus 20: 1-17
1Toen sprak God deze woorden:
2‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
3Vereer naast Mij geen andere goden.
4Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen, roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; 6maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste geslacht.
7Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
8Houd de sabbat in ere als een heilige dag. 9Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, 10maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
12Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
13Pleeg geen moord.
14Pleeg geen overspel.
15Steel niet.
16Leg over een ander geen vals getuigenis af.
17Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’
Zingen                                  Lied 299e; Psalm 126
Gebed bij de opening van het Woord
( Kinderen gaan naar nevendienst in morgendienst)
Schriftlezing: O.T.: Jesaja 5:1-7 (NBV)
Het lied van de wijngaard
1Voor mijn geliefde wil ik zingen het lied van mijn lief en zijn wijngaard. Mijn geliefde had een wijngaard, op een vruchtbare helling gelegen.
2Hij bewerkte de grond, haalde de stenen eruit en plantte een edele druivensoort. Hij bouwde er een wachttoren, hakte ook een perskuip uit. Hij verwachtte veel van zijn wijngaard, maar die bracht slechts wrange druiven voort.
3‘Welnu, inwoners van Juda en Jeruzalem, spreek recht tussen mij en mijn wijngaard.
4Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen, wat heb ik te weinig gedaan? Ik verwachtte zoveel van mijn wijngaard, waarom bracht hij slechts wrange druiven voort?
5Luister, ik zal jullie vertellen wat ik met mijn wijngaard ga doen: Ik ruk de doornhaag uit en breek de muur af, zodat hij vertrapt en geplunderd kan worden.
6Ik zal hem laten verwilderen, er wordt niet meer gesnoeid, niet meer gewied, dorens en distels schieten er op. De wolken zal ik opdragen geen regen op hem te laten vallen.’
7Israël is de wijngaard van de HEER van de hemelse machten, de gekoesterde planten zijn de inwoners van Juda. Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht, Hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting.
Zingen                                  Lied: 537
Schriftlezing: N.T.: Lukas 20:9-19 (NBV)
9Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. 10Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers mishandelden hem en stuurden hem met lege handen weg. 11Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, en nadat ze hem hadden vernederd stuurden ze ook hem met lege handen weg. 12De eigenaar stuurde toen een derde knecht, maar ook die werd afgetuigd en de wijngaard uit gegooid. 13Toen zei de eigenaar van de wijngaard: “Wat moet ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon naar hen toe sturen, voor hem zullen ze toch wel ontzag hebben.” 14Toen de wijnbouwers hem zagen, overlegden ze met elkaar: “Dat is de erfgenaam! Laten we hem doden, dan is de erfenis voor ons.” 15En ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu met hen doen? 16Hij komt zelf, hij doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen.’ Toen de mensen dit hoorden, zeiden ze: ‘Dat nooit!’ 17Maar Hij keek hen aan en vroeg: ‘Wat betekent dan wat er geschreven staat: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden”? 18Iedereen die over die steen struikelt, valt te pletter, en degene op wie die steen valt, wordt vermorzeld.’ 19De schriftgeleerden en hogepriesters, die begrepen dat Jezus deze gelijkenis met het oog op hen verteld had, wilden Hem op dat moment laten grijpen, maar ze waren bang voor de reactie van het volk.

Zingen                                  Lied: 547: 1 t/m 3
Uitleg en prediking
                ( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet  )
Meditatief orgelspel
Zingen                                  Lied 547: 4 t/m 6
Geloofsbelijdenis (gezongen Lied 340B )
ZWO Commissie lid 
Dankgebed en voorbeden – stil gebed – gezamenlijk “Onze Vader”
Collecte
Slotlied:                               lied 969: 1 t/m 4 
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 30 maart 2025 – Kerk en School

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
-Welkom en mededelingen

-Openingslied. Lied 288. ‘Goedemorgen, welkom allemaal’

Goedemorgen, welkom allemaal
Ik met mijn en jij met jouw verhaal
Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn,
alles mag er zijn. God,

ik vraag U, kom in onze kring,
wees erbij wanneer ik bid en zing.
Ik met mijn en U met Uw verhaal,
verteld in mensentaal.

– Bemoediging en groet

Voorganger: Onze hulp in de Naam van de Heer

Allen: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT.

Voorganger: Vergeef ons wat we verkeerd gedaan hebben
en waar we spijt van hebben

Allen: EN LAAT ONS WEER IN VREDE LEVEN.

Voorganger: Genade en vrede van God de Vader, van Jezus Christus zijn Zoon, door de Heilige Geest.

Allen: AMEN

– Psalm 62:1

Mijn ziel is stil tot God mijn Heer,

van Hem verwacht ik altijd weer

mijn heil, – op Hem toch kan ik bouwen.

Ik wankel niet, want Hij staat vast:

mijn toevlucht, als het water wast,

mijn rots, mijn enige vertrouwen.


– Gebed.

– Groep 1-2: Korte uitleg door de juf over waar we de afgelopen weken over hebben gewerkt.

Zingen: ‘Een wijs man bouwde zijn huis op een rots’.

Een wijs man bouwde zijn huis op de rots
Een wijs man bouwde zijn huis op de rots
Een wijs man bouwde zijn huis op de rots
En de regen stroomde neer
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En het huis op de rots stond vast

Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
En de regen stroomde neer
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En de regen stroomde neer
En de vloed kwam op
En het huis stortte in met een plof

Dus bouw je huis op Jezus, de Rots
Dus bouw je huis op Jezus, de Rots
Dus bouw je huis op Jezus, de Rots
En de zegen daalt dan neer
En de zegen daalt dan neer
En ‘t gebed stijgt op
En de zegen daalt dan neer
En ‘t gebed stijgt op
En de zegen daalt dan neer
En ‘t gebed stijgt op
Bouw je levenshuis op Hem

Lezen uit de Bijbel: Mattheüs 7:24-27
Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige grond. Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Maar het huis blijft staan, want het is stevig gebouwd.
Maar stel dat je wel naar mij luistert, maar niet doet wat ik vraag. Dan lijk je op een domme man, die zijn huis bouwt op zachte grond. Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Dat huis zakt in elkaar, er blijft niets van over.’

– Bijdrage van groep 3/4/5:

– Zingen: Een rivier vol van vrede.

Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in mijn hart.
Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in mijn hart.

Een fontein vol van blijdschap,
een fontein vol van blijdschap,
een fontein vol van blijdschap, in mijn hart.
Een fontein vol van blijdschap,
een fontein vol van blijdschap,
een fontein vol van blijdschap, in mijn hart.

’k Heb de liefde van Jezus,
’k heb de liefde van Jezus,
’k heb de liefde van Jezus, in mijn hart.
’k Heb de liefde van Jezus,
’k heb de liefde van Jezus,
’k heb de liefde van Jezus, in mijn hart.

Een rivier vol van vrede,
een fontein vol van blijdschap,
’k heb de liefde van Jezus, in mijn hart.
Een rivier vol van vrede,
een fontein vol van blijdschap,
’k heb de liefde van Jezus, in mijn hart.

Preek

Bijdrage groep 6/7/8 over de barmhartige Samaritaan

Zingen: ‘Wie ben ik in dit verhaal?’ (Begeleiding over de audio-installatie)

Een gelijkenis, wat dat is?
Dat is een heel gewoon verhaal met een begin, een happy end,
het lijkt op sprookjes die je kent,
het is heel simpel allemaal.
Of niet?

Kijk maar: je ziet niet wat je ziet,
want wat je denkt, gebeurt juist niet.
Jezus wil de mensen leren dat je anders kijken kunt.
Zijn verhaal lijkt op een spiegel,
die aan jou een kijkje gunt.

Een gelijkenis, wat dat is?
Dat is een heel gewoon verhaal
met een begin, een happy end,
het lijkt op sprookjes die je kent,
het is heel simpel allemaal.

Kijk maar: je ziet niet wat je ziet,
want wat je denkt, gebeurt juist niet.
Jezus heeft het over dingen,
heel bekend en heel normaal.
Maar toch blijft de vraag nog open:
Wie ben ik in dat verhaal?

– Groep 8: Quiz over sterke verhalen. 

– Groep 6-7 over het doel van de collecte

– Collecte voor KWF

– Dankgebed, voorbeden, Onze Vader

Onze Vader die in de hemelen zijt
Uw naam worde geheiligd
Uw koninkrijk kome
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel

Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden
Gelijk ook wij aan anderen vergeven
En leidt ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van de boze

Want van U is het koninkrijk
En de kracht en de heerlijkheid
Tot in eeuwigheid
In eeuwigheid
Amen

– Zingen: ‘Ben je groot of ben je klein?’

Ben je groot of ben je klein
of ergens tussenin;
God houdt van jou!

Ben je dik of ben je dun
of ben je blank of bruin;
God houdt van jou!

Hij kent je als je blij bent;
Hij kent je als je baalt.
Hij kent je als je droevig bent;
Hij kent je als je straalt.

Het geeft niet of je knap bent;
het geeft niet wat je doet:
God houdt van jou.
Hij is vol liefde.
God houdt van jou!

Zegen

Orde van dienst 23 maart 2025 – 3e zondag van 40 dagentijd

Zondag Oculi
Voorganger:                      Diaken Andre van Aarle, Langeraar
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen  
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  psalm 139 de verzen 1 en 2
Votum en groet
Verootmoediging (Kyriegebed)
Zingen                                  Lied psalm 139, vers 8
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing 1: Spreuken 3:5-6
5Vertrouw op de HEER met heel je hart,
steun niet op eigen inzicht.
6Denk aan Hem bij alles wat je doet,
dan baant Hij voor jou de weg.

Schriftlezing 1: Psalm 138
1Van David.
Ik wil U loven met heel mijn hart,
voor U zingen onder het oog van de goden,
2mij buigen naar uw heilige tempel,
uw naam loven om uw liefde en trouw:
grote dingen hebt U beloofd, tot eer van uw naam.
3Toen ik U aanriep, hebt U geantwoord,
mij bemoedigd en gesterkt.
4Laten alle koningen op aarde U loven, HEER,
zij hebben de beloften uit uw mond gehoord.
5Laten zij de wegen van de HEER bezingen:
‘Groot is de majesteit van de HEER.
6De HEER is hoogverheven! Naar de nederige ziet Hij om,
de hoogmoedige doorziet Hij van verre.’
7Al is mijn weg vol gevaren, U houdt mij in leven,
U verdedigt mij tegen de woede van mijn vijanden,
uw rechterhand brengt mij redding.
8De HEER zal mij altijd beschermen.
HEER, uw trouw duurt eeuwig,
laat het werk van uw handen niet los.

Zingen                                  Lied: 898, de verzen 1 en 2
Uitleg en prediking

Meditatief orgelspel
Zingen:                                Lied 905
Geloofsbelijdenis            lied 340B
ZWO Commissie lid  verteld over project
Dank- en voorbeden. Stil gebed en Onze Vader
Collecte
Slotlied:                               lied 704
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 16-maart 2025, 2e zondag van 40 dagentijd

zondag Reminiscere. Gemeenschappelijke dienst met Gereformeerde Kerk

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                           Dhr. Danny Spaans
Ouderling:                        Mevr. Annemarie Rietveld
Gastechtpaar GK:            Nel en Paul van den Broek
Diaken:                             Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  Psalm 25: 1
Stil gebed
Votum en Groet
Zingen                                  Psalm 25: 2
Verootmoediging en geboden
Zingen                                  Lied 547: 2.4
Gebed bij de opening van het Woord
Lied met kinderen nevendienst
Let my people go (gitaar begeleiding)

When Israel was in Egypt’s land,
Let my people go
Oppressed so hard they could not stand
Let my people go
Go down Moses,
‘way down in Egypt’s land.
Tell old Pharaoh, to let my people go.

O let us all from bondage flee,
Let my people go.
And let us all in Christ be free,
Let my people go.
Go down Moses,
‘way down in Egypt’s land.
Tell old Pharaoh, to let my people go.

Kinderen gaan naar nevendienst
Zingen                                  Lied 974: 1
Schriftlezing(en)
Schriftlezing: Exodus 4: 27-31
27De HEER had tegen Aäron gezegd: ‘Ga de woestijn in, Mozes tegemoet.’ Aäron was op weg gegaan en ontmoette Mozes bij de berg van God. Hij kuste hem 28en Mozes vertelde Aäron wat de HEER hem had opgedragen: wat hij moest zeggen en welke wonderen hij moest doen. 29Toen gingen Mozes en Aäron samen naar Egypte en daar riepen ze de oudsten van Israël bij elkaar. 30Aäron herhaalde woord voor woord wat de HEER tegen Mozes gezegd had, en liet het volk de wonderen zien. 31De Israëlieten werden hierdoor overtuigd; toen ze hoorden dat de HEER hun ellende had gezien en zich hun lot had aangetrokken, knielden ze en bogen ze zich diep neer.

Zingen                                  Lied 974: 2
Brieflezing: I Cor. 13: 4-7
4De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
Zingen                                  Lied 974: 4
Evangelielezing: Johannes 4: 1-15

Gesprek met een Samaritaanse vrouw

1Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes 2– Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat –, 3verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. 4Daarvoor moest Hij door Samaria heen. 5Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ 11‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? 12U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, 14maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 

Zingen                                  Lied 974: 5

Verkondiging
( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet  )
Meditatief orgelspel
Zingen                                  Lied 653: 1,3
Geloofsbelijdenis gesproken
ZWO Commissie lid 
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied                                967: 1,5,6
Heenzending en zegen
Gezongen Amen


Orde van dienst 12 maart 2025 – biddag voor gewas en arbeid

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  Psalm 111:1
Votum en groet
Zingen                                  Psalm 111:2,3
Gebed
Schriflezing: 2 Kronieken 1,7-13
7Die nacht verscheen God aan Salomo en zei: ‘Vraag wat je wilt, Ik zal het je geven.’ 8Salomo antwoordde: ‘U bent mijn vader David altijd goedgezind geweest en hebt mij als zijn opvolger aangesteld. 9Laat nu, HEER God, uw belofte aan mijn vader David bewaarheid worden. U hebt mij aangesteld als koning over een volk dat zo veel mensen telt als er stof op de aarde is, 10schenk mij daarom wijsheid en inzicht, zodat ik dit volk kan leiden. Want hoe zou ik anders dit grote volk van U kunnen besturen?’ 11Hierop zei God tegen Salomo: ‘Omdat dit je wens is, omdat je niet gevraagd hebt om rijkdom en schatten, niet om roem en de dood van je vijanden, en ook niet om een lang leven, maar om wijsheid en inzicht om het volk te kunnen besturen waarover Ik je als koning heb aangesteld, 12zal Ik je wijsheid en inzicht schenken. En Ik zal je ook rijkdom, schatten en roem geven, zo veel als geen enkele koning vóór jou ooit heeft gehad of na jou ooit nog zal verkrijgen.’ 13Hierna keerde Salomo van de ontmoetingstent op de offerhoogte van Gibeon terug naar Jeruzalem, van waaruit hij regeerde over Israël.

Zingen                                  Gezang 95:1,2,3 (LvdK)
1
Nu bidden wij met ootmoed en ontzag
de Vader aan, wiens naam aan elk geslacht
in hemel en op aarde aanzijn gaf,
dat, naar zijn heerlijk wezen,
Hij ons de kracht des Heiligen Geestes geve
en de Messias bij ons intrek neme.
Zijn liefde is de grondslag van ons leven,
de oorsprong van ons hart.


2
Dan zullen wij met alle heilgen saam
in ’t morgenlicht op hoge tinnen staan
en hoogte_en diepte, lengte_en breedte van
Gods heil doormeten mogen.
Dan kennen wij de liefde uit den hoge,
al gaat zij verre het verstand te boven.
Wij zullen tot de volle wasdom komen
in Gods verheven naam.


3
Hem nu die in ons werkt en ons geleidt,
die verder gaat dan al ons bidden reikt
en meer is dan ons diepste denken peilt,
zij heerlijkheid en glorie
in de gemeente die Hij heeft verkoren,
in elk geslacht dat van zijn naam zal horen,
door Jezus Christus, nu gelijk tevoren
en tot in eeuwigheid.


Schriftlezing: Lucas 11,1-13
Het gebed
1Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ 2Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:
“Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen.
3Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.
4Vergeef ons onze zonden,
want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving.”’
5Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, 6want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” 7En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” 8Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend onbeschaamd aandringt, en hem alles geven wat hij nodig heeft. 9Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 10Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!’


Preek
Zingen: ‘Leid mij Heer, o machtig Heiland’ (1,2)
Afbeelding met Bladmuziek, muziek

Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.


1) Leid mij Heer o machtig Heiland
Door dit leven aan uw hand
Ik ben zwak maar Gij zijt machtig
Wees mijn Gids in ’t barre land
Gij mijn Sterkte Gij mijn Leider
Vul mij met uw Geest steeds meer
Vul mij met uw Geest steeds meer


2) Laat mij zijn een Godsgetuige
Sprekend van U meer en meer
Leid mij steeds door uwe liefde
Groeiend naar uw beeld o Heer
Brood des levens Brood des hemels
Voed mij dat ik groei naar U
Voed mij dat ik groei naar U


Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Collecte
Zingen                                  Lied 244:1,3
Zegen  
Gezongen Amen

Orde van dienst 9 maart 2025 – Zondag Invocabit

De eerste zondag van de 40dagentijd,
Voorganger:                      ds. H. Koolhaas, Aalsmeer
Organist:                             Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  lied 909 : 1 en 3 Wat God doet dat is welgedaan,
Stil gebed
Votum en groet
Zingen                                  psalm 98 : 1 Zing een nieuw lied voor God de Here,
Kyrie gebed
zingen                                  psalm 98 : 2 en 3 Ja, Hij is ons getrouw gebleven,
Richtlijnen
Gebed
Zingen                                  lied 364 : 3, 4 en 5 Gij ziet en hoort
Kinderen
Zingen                                  lied 935 : 1, 2 en 3 Je hoeft niet bang te zijn,
1e lezing Genesis 45 : 3 – 11
3Hij zei tegen zijn broers: ‘Ik ben het, Jozef! Leeft mijn vader nog?’ Zijn broers waren niet in staat antwoord te geven, ze waren verlamd van schrik. 4‘Kom toch dichterbij,’ zei Jozef tegen hen, en daarop gingen ze dichter naar hem toe. ‘Ik ben Jozef,’ zei hij, ‘jullie broer, die jullie verkocht hebben en die naar Egypte is meegevoerd. 5Maar blijf kalm en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie leven te redden. 6Er heerst nu al twee jaar hongersnood in het land, en ook de komende vijf jaar zal er niet geploegd of geoogst worden. 7God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde Hij veel levens redden. 8Niet jullie hebben mij dus hierheen gestuurd, maar God; door Hem ben ik de belangrijkste raadsman van de farao geworden, de bestuurder van zijn hele hof en heerser over heel Egypte. 9Ga onmiddellijk terug naar mijn vader en zeg tegen hem dat zijn zoon Jozef hem het volgende laat weten: “God heeft mij heer over heel Egypte gemaakt. Kom zo snel mogelijk naar mij toe. 10U kunt in Gosen wonen, dicht bij mij, met uw kinderen, uw kleinkinderen, uw schapen en geiten en uw runderen en wat u verder maar bezit. 11Ik zal daar in uw onderhoud voorzien, want de hongersnood zal nog vijf jaar duren. Dan hoeft u geen gebrek te lijden, u niet en ook uw familieleden en uw dieren niet.”’ 
Zingen                                  psalm 105 : 6 en 8 Hoe wonderbaarlijk zijn Gods wegen.
2e lezing Lucas 6 : 27 – 38
27Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, 28zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. 29Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. 30Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. 31Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. 32Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. 34En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is. 36Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. 37Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. 38Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’

Zingen                                  lied 793 : 1 en 2 Bron van liefde, licht en leven,
Preek. Thema: Doe goed
Zingen                                  lied 519: 1, 2, 3 en 4 Gij die de ster van David zijt
Gebed
Collecte
Slotzang                              lied 869 : 1, 3 en 6 Lof zij de Heer, ons hoogste goed,
Uitzending en zegen       Lied 425 Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen,