Orde van dienst 17 augustus 2025

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Marten nap
Ouderling:                          Dhr R. Verhallen             
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen                                  Psalm 139:1
Votum en groet
Zingen                                  Psalm 139:2,4
Lezen van de geboden
Zingen: “Heer, ik kom tot u” (Opwekking 125)

Heer, ik kom tot U
Hoor naar mijn gebed
Vergeef mijn zonden nu
En reinig mijn hart

Met Uw liefde, Heer
Kom mij tegemoet
Nu ik mij tot U keer
En maak alles goed

Zie mij voor U staan
Zondig en onrein
O, Jezus raak mij aan
Van U wil ik zijn

Jezus op Uw woord
Vestig ik mijn hoop
U leeft en U verhoort
Mijn bede tot U

Gebed
Lezing uit het Oude Testament: 2 Samuel 15: 1-14
Absalom grijpt naar de macht

1Enige tijd later liet Absalom een wagen maken, schafte zich paarden aan en nam een escorte van vijftig man in dienst. 2Elke ochtend vroeg stelde hij zich op bij de stadspoort. Hij sprak iedereen aan die op weg was naar de koning om een uitspraak te vragen in een rechtsgeschil. ‘Waar komt u vandaan?’ vroeg hij dan, en wanneer het antwoord luidde: ‘Uit dat en dat stamgebied van Israël,’ 3dan zei Absalom: ‘Hoor eens, ook al hebt u volkomen gelijk, bij de koning zult u geen gehoor vinden.’ 4En hij vervolgde: ‘Waarom word ik niet aangesteld tot rechter van dit land? Ik zou iedereen recht verschaffen die een geschil of een rechtsvordering aan me kwam voorleggen.’ 5Wanneer zo iemand dan voor Absalom wilde neerknielen, breidde Absalom zijn armen uit en omhelsde hem. 6Zo trad hij iedereen uit Israël tegemoet die een uitspraak kwam vragen bij de koning, en op die manier palmde hij het volk van Israël in. 7Toen er vier jaar verstreken waren zei Absalom tegen de koning: ‘Ik vraag u toestemming om naar Hebron te gaan en de gelofte in te lossen die ik de HEER heb gedaan. 8Ik heb tijdens mijn verblijf te Gesur in Aram namelijk aan de HEER beloofd dat ik Hem eer zou bewijzen wanneer Hij ervoor zorgde dat ik in Jeruzalem terugkeerde.’ 9De koning antwoordde: ‘Ga gerust.’ Absalom ging op weg naar Hebron. 10Hij stuurde handlangers vooruit naar alle stamgebieden van Israël met de boodschap: ‘Zodra het geluid van de ramshoorn klinkt, moeten jullie dit bekendmaken: “Absalom is in Hebron tot koning uitgeroepen!”’ 11Tweehonderd genodigden uit Jeruzalem vergezelden Absalom op weg naar Hebron. Ze gingen nietsvermoedend en volkomen te goeder trouw met hem mee. 12Ook liet hij Achitofel, de raadsheer van David, uit diens woonplaats Gilo overkomen voor het offermaal. Steeds meer mensen sloten zich bij Absalom aan. Zo ontstond een wijdvertakte samenzwering.
David vlucht uit Jeruzalem
13Toen David bericht kreeg dat het volk van Israël de kant van Absalom had gekozen, 14zei hij tegen zijn hovelingen: ‘Kom, we moeten vluchten, willen we aan Absalom ontkomen. Snel, we moeten hem vóór blijven, want als hij ons hier in Jeruzalem overvalt, zal hij een bloedbad aanrichten en is het met ons gedaan.’

Zingen:                                                Psalm 3:1,2
Lezing uit het Nieuwe Testament: 2 Korinthiers 4: 7-11 en 16-18
Het huidige leven en de toekomstige luister
7Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. 9We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. 11Voortdurend worden wij levenden omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt.
16
Daarom verzaken wij onze plicht niet, want ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. 17En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. 18Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.

Preek
Zingen:                                                Psalm 42: 1,5,7
Geloofsbelijdenis
Zingen:                                                lied 412:1
Inzameling van de gaven
Slotzang:                             gezang 435: 1,4 (LvdK)

1 O verbreker aller banden,
Gij die ons vertrouwen zijt,
bij wie schade zelfs en schande
hemel wordt en heerlijkheid, –
tuchtig Adams trotse zonen
in hun eigenzinnigheid,
tot Ge_uw aangezicht zult tonen
en hen uit de kerker leidt.

4. Kom toch om de macht te breken
van de vorst der duisternis;
geef in ons bestaan een teken,
dat de zege zeker is;
hef ons op uit onze zonden,
werp de duivlen bij ons uit,
want de vrijheid moet gevonden,-
Heer, vervul Gods raadsbesluit!

Zegen
Gezongen Amen