Orde van dienst 30 juli 2023

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 116:1,2
Votum en groet
Psalm 116:3,4
Lezen van de geboden
Lied 858:1,2,3,4
Gebed
Schriftlezing Openbaring 13
Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien hoorns en zeven koppen; het had een kroon op elke hoorn, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over. Een van de koppen van het beest zag eruit alsof hij dodelijk gewond was, maar zijn wond genas. Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. Iedereen aanbad de draak, omdat hij het beest gezag had gegeven. Ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?’ Het beest kreeg de macht om zijn bek te gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang. Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die in de hemel wonen. Het mocht de strijd aanbinden met de heiligen en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal. Alle mensen die op aarde leven zullen het beest aanbidden, iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is. Wie oren heeft, moet horen. Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen. Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee hoorns, net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. Verder liet het bij alle mensen, groot en klein, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.

Gezang 110:1,2,3,4 (LvdK)
1 Het Lam, voor ons op aard’ geslacht,
is eeuwig waard te ontvangen
de wijsheid, rijkdom, eer en kracht
en dankbre lofgezangen!


2 Hij, die als Hogepriester leeft,
en met zijn Geest ons zegent,
Hij is ’t, die moed en sterkte geeft,
wat kwaad ons ook bejegent.

3 Die in ons oog de moeite leest,
toont ons zijn medelijden;
Hij is, als wij, verzocht geweest
en sterkt ons, als wij strijden.

4 Hij komt en draagt de gloriekroon;
God toont zijn welgevallen
en geeft aan Hem, als Mensenzoon
het oordeel over allen.


Preek
Lied 111:1,3,5
Geloofsbelijdenis (gezongen 340b)

Dankgebed, voorbeden, Onze Vader

Gezang 476:5 (LvdK)
Levensvorst, U loven de geslachten,
en tot uw verborgen tijd
blijft de bruid uw wederkomst verwachten,
’t einde van haar bange strijd.
Houd haar waakzaam; doe haar, ’t hoofd geheven,
uit die hoge heilsverwachting leven,
tot zij op de jongste dag,
met U triumferen mag.


Zegen.
Gezongen Amen

Orde van dienst 23 juli 2023

Voorganger:                      ds. A.  Prosman, Amersfoort
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn later te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

De dienst, die wordt gehouden in gebouw De Rank, is life te volgen op:
https://www.facebook.com/HervormdNieuwkoop


Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm 87
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden
Psalm 119 : 64 en 66
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing: Openbaring 18 : 1-8 (NBV-21)

181Hierna zag ik een andere engel uit de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en zijn luister verlichtte de aarde. 2Met een krachtige stem riep hij: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier. 3Alle volken hebben door haar ontucht de wijn van haar wellust gedronken, de koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de handelaars op aarde zijn van haar overvloedige weelde rijk geworden.’ 4Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: ‘Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. 5Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden. 6Doe met haar wat zij met anderen deed, ja, laat haar dubbel boeten. Laat haar het dubbele drinken uit de beker waaruit zij anderen te drinken gaf. 7Geef haar net zo veel pijn en rouw te dragen als zij zich luister en overvloed heeft gegund. Ze zegt bij zichzelf: Ik zit hier als een koningin, niet als een arme weduwe. Voor mij geen rouw! 8Daarom zullen alle plagen haar op één dag treffen: dodelijke ziekte, rouw en hongersnood, en ze zal in vlammen opgaan. Want God, de Heer, die dat vonnis heeft geveld, is machtig.

Zingen Psalm 9 : 3, 4 en 5
Schriftlezing: Openbaring 21 : 1-4 en 22-27 (NBV-21)
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
211Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

22Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam. 23De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht. 24De volken zullen in haar licht leven en de koningen op aarde brengen daar hun eerbewijzen. 25De poorten zullen overdag nooit gesloten worden, en nacht zal het er niet meer zijn. 26De volken zullen er al hun eerbewijzen komen brengen. 27Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam.

Lied 749 : 1 en 3
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Lied 264 : 1 en 4 (Liedboek 1973; Jeruzalem, o stad zo hoog gebouwd)
Gezongen geloofsbelijdenis (Evangelische liedbundel 289: Ik geloof in God de Vader, die een bron van vreugde is etc.; melodie wat de toekomst brengen moge)
Collecte
Dankgebed en voorbeden
Slotlied 755

Zegen met gezongen Amen

Orde van dienst 9 juli 2023

Orde van dienst zondag 9 juli 2023
Voorganger: ds. A. Sneep, Amstelveen
Organist: dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Mevr. Margreet van Koert
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG


Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 84: 1, 2 en 3
Stil gebed
Votum en Groet


Verootmoediging/geboden: Exodus 20: 1-17
1 Toen sprak God deze woorden:
2 ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
3 Vereer naast Mij geen andere goden.
4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of
van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel er niet voor neer en vereer
ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen,
roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; 6 maar
als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste
geslacht.
7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet
vrijuit gaan.
8 Houd de sabbat in ere als een heilige dag. 9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid
verrichten, 10 maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag
u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen,
voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11 Want in zes dagen heeft
de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende
dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER,
uw God, u geven zal.
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn
slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’


Gebed om ontferming
Psalm 150: 1 en 2
Gebed bij de opening van het Woord


Schriftlezing O.T.: Jesaja 52: 13 – 53: 4
13 Ja, mijn dienaar zal slagen,
hij zal groots zijn en hoogverheven.
14 Zoals hij velen deed huiveren

– zo mismaakt was hij, zo weinig menselijk zijn aanblik,
zijn uiterlijk had niets meer van een mens –,
15 zo zal hij veel volken opschrikken,
en koningen zullen sprakeloos staan.
En zij aan wie niets was verteld, zullen zien,
zij die niets hadden gehoord, zullen begrijpen.


1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,
als een scheut uit dorre grond.
Onopvallend was zijn uiterlijk,
hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3 Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg
en door ons werd verguisd en geminacht.
4 Maar hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op zich nam.
Wij echter zagen hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.


Lied 908: 1 en 7


Schriftlezing N.T.: Mattheüs 16: 13 – 20
13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen
de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper,
anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg Hij hun: ‘En
jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’
antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona,
want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de
hemel. 18 En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van
het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de
hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en
alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ 20 Daarop verbood Hij de
leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.


Lied 313: 1 en 2
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Lied 313: 4 en 5


Geloofsbelijdenis (staande en gezongen: Lied 340b)
Collecte
Dankgebed en voorbede


Slotlied 871: 1, 2 en 3
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 2 juli 2023

Orde van dienst zondag 2 juli 2023
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 42: 1
Votum en groet
Psalm 42: 7
Lezen van het gebod
Lied 911: 1, 3 en 5
Gebed


Schriftlezing Ezechiël 47: 1-12
1 Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water onder de
drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van
de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel,
ten zuiden van het altaar, naar beneden. 2 Hij nam mij door de noordpoort mee naar buiten en
we liepen buitenom naar de oostelijke buitenpoort. Daar zag ik het water aan de rechterkant
eruit sijpelen. 3 Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el.
Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn enkels. 4 Hij mat nog eens
1000 el en liet me weer door het water waden: het water kwam tot mijn knieën. Hij mat nog
eens 1000 el en liet me er weer door waden: het water kwam tot mijn heupen. 5 Hij mat nog
eens 1000 el en toen was het water een rivier waar ik niet doorheen kon waden. Het water
stond zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een ondoorwaadbare rivier. 6 De man
zei tegen mij: ‘Zie je dat, mensenkind?’ en hij liet mij terugkomen op de oever van de rivier.
7 Toen ik weer terug was, zag ik op de oevers van de rivier aan weerskanten heel veel bomen.
8 Hij zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden
de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het
water daar zoet. 9 Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt
leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar
zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10 Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers
staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen talrijke vissen zijn van allerlei
soort, net als in de Grote Zee. 11 Alleen de moerassen en de poelen worden niet zoet, daar blijft
het water brak. 12 Aan weerskanten van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen,
waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand
zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen
eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Lied 678: 1, 2, 3 en 4


Openbaring 22: 1-5
1 Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en
ontsprong aan de troon van God en van het lam 2 en stroomde dwars door de stad. Aan

weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn
eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. 3 Er zal niets meer zijn
waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn
dienaren zullen Hem vereren 4 en Hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun
voorhoofd. 5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon
hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen
tot in eeuwigheid.
Preek


Zingen: ‘Heer, ik hoor van rijke zegen’


Heer, ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer,
laat ook van die milde regen, dropp’len vallen op mij neer,
ook op mij, ook op mij,
dropp’len vallen ook op mij.


Heil’ge Geest wil niet voorbij gaan, Gij geeft blinden d’ ogen weer.
Wil, o wil nu bij mij stilstaan, werk in mij met kracht, o Heer,
ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij.


Liefde Gods zo rein en krachtig, bloed van Jezus, rijk en vrij.
Gods genade, sterk en machtig, o verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
o verheerlijk U in mij.


Geloofsbelijdenis
Lied 344: 1, 2 en 3
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader (369b)
Collecte
Psalm 98: 1 en 4