Orde van dienst 15 december 2024 – 3e advent
Voorganger: Dr. P.J. van Midden
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
3e Adventskaars wordt aangestoken
Zingen Lied 444: 1.2.3 Nu daagt het
Stil gebed , Votum en groet
Zingen Psalm 141: 1.2.3 U Heer, roep ik…U geldt mijn spreken
Kyriëgebed
zingen Lied 441: 1.10 Hoe zal ik U ontvangen…
Gebed / nevendienst
Lezing van het Oude Testament door lector: Psalm 141
1Een psalm van David.
HEER, U roep ik aan, snel mij te hulp, luister naar mij nu ik tot U roep.
2Laat mijn gebed voor U zijn als reukwerk, mijn geheven handen als een avondoffer.
3Zet een wacht voor mijn mond, HEER, een post voor de deur van mijn lippen.
4Houd mijn hart ver van het kwaad, verleid het niet tot goddeloze daden met hen die onrecht bedrijven,
laat mij niet eten van hun lekkernijen.
5Zou een rechtvaardige mij slaan, het was mij een weldaad,
zou hij mij straffen, het was balsem op mijn hoofd.
Zou ik lijden onder de kwaden, dan nog bleef ik bidden,
6en werden hun leiders van de rotsen geworpen,
van mij hoorden ze woorden van deernis.
7Verspreid als de aarde, geploegd en omgewoeld,
ligt ons gebeente bij de muil van het dodenrijk.
8Maar HEER, mijn God, naar U zijn mijn ogen gericht,
bij U schuil ik, giet mijn leven niet weg als water.
9Behoed mij voor de strik die zij hebben gespannen,
voor de valkuil van hen die onrecht doen.
10Laat de goddelozen in hun eigen netten raken
en mij alleen ontkomen.
Zingen Lied: 462: 1.3.5 Zal er ooit een dag van vrede…
Lezing van het Evangelie: Lucas 1:5-25
Aankondiging van de geboorte van Johannes
5Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling van Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. 6Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leidden een onberispelijk leven, geheel volgens de geboden en wetten van de Heer. 7Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd. 8Toen de afdeling van Zacharias aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen, 9werd er volgens het gebruik van de priesters geloot en werd Zacharias aangewezen om het reukoffer op te dragen in het heiligdom van de Heer. 10De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht. 11Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. 12Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. 13Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. 14Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. 15Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn of bier zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, 16en hij zal velen uit het volk van Israël naar de Heer, hun God, terugbrengen. 17Hij zal voor Hem uit gaan met de geest en de kracht van Elia, om ouders met hun kinderen te verzoenen en om van zondaars rechtvaardigen te maken, en zo zal hij voor de Heer een volk gereedmaken.’ 18Zacharias vroeg aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.’ 19De engel antwoordde: ‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. 20Maar omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren.’ 21De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22Maar toen hij naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken kon hij niet. 23Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis. 24Korte tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: 25De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.
Zingen Lied: 464: 1.2.6.7 Een engel spreekt een priester aan
Overdenking
zingen Lied 216 (Dit is een morgen…)
Dankgebed en voorbede, afgesloten met gemeenschappelijk uitgesproken Onze Vader…
Diaconaal moment / collecte
Slotlied: lied 442: 1.2 Op U mijn Heiland
Zegen:
De Here zegene u en Hij behoede u.
De Here doe zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig. De Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
Gezongen Amen
Orde van dienst 8 december 2024 – 2e Advent
Voorganger: ds. C. de Jong, Houten
Organist: Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling: Dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Jaap Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Stil gebed
Zingen Psalm 80:1
Votum en groet
Groet, bemoediging, gebed van toenadering
v. De vrede van de Heer is met u.
g. ZIJN VREDE OOK MET U!
v. Onze hulp is in de Naam van de Heer.
g. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT.
v. O God, keer u naar ons toe,
g. EN DOE ONS WEER LEVEN MET HART EN ZIEL!
v. Laat ons, o Heer, uw liefde zien,
g EN GEEF ONS UW HEIL!
v. O Heer, hoor ons gebed,
G. EN LAAT ONS GEROEP TOT U KOMEN
Muzikale verbreding: God roept ons (Sela, gitaar begeleiding)
God roept ons, om overal een licht te zijn.
Met elkaar weerkaatsen wij zijn glans.
Licht van God, dat schijnt in de gebrokenheid.
Heilig vuur dat nooit raakt opgebrand. (2x)
Ons leven is een getuigenis van zijn aanwezigheid.
Gods aangezicht maakt ons leven licht,
schijnt een eeuwigheid.
God roept ons, om overal zijn beeld te zijn.
Hij heeft zich verborgen in de mens.
Beeld van God, getoond in alle kwetsbaarheid,
zo maakt Hij zichzelf aan ons bekend.
Ons leven is een getuigenis van zijn aanwezigheid.
Gods aangezicht maakt ons leven licht,
schijnt een eeuwigheid. (2x)
Schijn met uw licht in ons hart.
Verlicht ons aards bestaan.
Vorm ons opnieuw naar uw beeld. (2x)
Ons leven is een getuigenis van zijn aanwezigheid
Gebed om ontferming
Zingen Lied 461: 1,3
Kinderen gaan naar nevendienst
Gebed voor de opening van het Woord.
Zingen Lied 456b: 1,2
Schriftlezing: Jesaja 40: 1-11
Troost voor Jeruzalem
1Troost, troost mijn volk, zegt jullie God.
2Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend
dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan,
omdat zij een dubbele straf voor haar zonden
uit de hand van de HEER heeft ontvangen.
3Hoor, een stem roept:
‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn,
effen in de wildernis een pad voor onze God.
4Laat elke vallei verhoogd worden
en elke berg en heuvel verlaagd,
laat ruig land vlak worden
en rotsige hellingen rustige dalen.
5De luister van de HEER zal zich openbaren
voor het oog van al wat leeft.
De HEER heeft gesproken!’
6Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’
En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen?
De mens is als gras, teer als een bloem in het veld.
7Het gras verdort en de bloem verwelkt
wanneer de adem van de HEER erover blaast.
Ja, als gras is dit volk.’
8Het gras verdort en de bloem verwelkt,
maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
9Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion,
verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem,
verhef je stem, vrees niet.
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’
10Ziehier God, de HEER!
Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen.
Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit.
11Als een herder weidt Hij zijn kudde:
zijn arm brengt de lammeren bijeen,
Hij vlijt ze tegen zijn borst, en zorgzaam leidt Hij de ooien.
Zingen Lied 456: 3,4
Evangelielezing: Johannes 1: 19-28
Getuigenissen
19Dit is het getuigenis van Johannes. De Joden hadden vanuit Jeruzalem priesters en Levieten naar hem toe gestuurd om hem te vragen: ‘Wie bent u?’ 20Hij gaf zonder aarzelen antwoord en verklaarde ronduit: ‘Ik ben niet de messias.’ 21Toen vroegen ze hem: ‘Wie dan? Bent u Elia?’ Hij zei: ‘Die ben ik ook niet.’ ‘Bent u de profeet?’ ‘Nee,’ antwoordde hij. 22‘Maar wie bent u dan?’ vroegen ze hem. ‘Wij moeten antwoord kunnen geven aan degenen die ons gestuurd hebben – wie zegt u zelf dat u bent?’ 23Hij zei: ‘Ik ben de stem die roept in de woestijn: “Maak recht de weg van de Heer,” zoals de profeet Jesaja gezegd heeft.’ 24De afgevaardigden die uit de kring van de farizeeën kwamen, 25vroegen verder: ‘Waarom doopt u dan, als u niet de messias bent, en ook niet Elia of de profeet?’ 26‘Ik doop met water,’ antwoordde Johannes. ‘Maar in uw midden is iemand die u niet kent, 27Hij die na mij komt – ik ben het niet eens waard om de riemen van zijn sandalen los te maken.’ 28Dit gebeurde in Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.
Zingen Lied 456b: 5,6
Verkondiging
Orgelspel
Zingen Lied 441: 1,10
Apostolische Geloofsbelijdenis
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader
Inzameling van de gaven
Zingen Lied 939
Zegen (beantwoord met gezongen Amen)
Orgelspel
Orde van dienst 1 december 2024 – 1e Advent
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Sjaak Warnaar4
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 43:3,4
Votum en groet
Zingen Lied 437:1,2,3,6
Wetslezing
Zingen lied 377:1,2,3
Moment met de kinderen
Gebed
Schriftlezing: Ruth 1:1-22
1In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om als vreemdeling te gaan wonen in de vlakte van Moab. 2De naam van de man was Elimelech, die van zijn vrouw Naomi, en zijn twee zonen heetten Machlon en Kiljon; het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Toen ze in de vlakte van Moab waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 3Na enige tijd stierf Elimelech, de man van Naomi, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4Zij trouwden allebei met een Moabitische vrouw. De naam van de ene was Orpa, die van de andere was Ruth. Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden, 5stierven ook Machlon en Kiljon, en de vrouw bleef alleen achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. 6Toen Naomi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood had gegeven, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had en ging terug naar Juda. Maar eenmaal onderweg 8zei Naomi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9Moge Hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 11‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Naomi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden? 12Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – 13zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’ 14Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Naomi, ‘ga haar toch achterna!’ 16Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil!’ 18Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ 20Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
Preek
Zingen lied 451:1,2,3,4,5
Lezen van het Avondmaalsformulier
Gebeden
Zingen: “Christus, heilig Godslam” (Hervormde Bundel 38)
1 Christus, heilig Godslam
die der wereld zonden draagt,
ontferm U onzer!
2 Christus, heilig Godslam
die der wereld zonden draagt,
ontferm U onzer!
3 Christus, heilig Godslam
die der wereld zonden draagt,
geef ons uwe vrede!
Amen.
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen Psalm: 103c: 1,3
Dankgebed
Collecte
Slotzang lied 442:1,2
Zegen
Gezongen Amen
Uitvaartdienst op 28 november 2024
Orde van dienst bij de uitvaart van
Cornelis de Vries
28 januari 1936 – 21 november 2024
28 november 2024 in de Hervormde kerk te Nieuwkoop
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: dhr. H. Oskam
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
Welkom
Bemoediging en groet
Aansteken van de kaarsen door de kleinkinderen
Lied 377: 1,2,3
Zoals ik ben, kom ik nabij,
met niets in handen dan dat Gij
mij riep en zelf U gaf voor mij –
o Lam van God, ik kom.
Zoals ik ben, met al mijn strijd,
mijn angsten en onzekerheid,
mijn maskers en mijn ijdelheid –
o Lam van God, ik kom.
Zoals ik ben, verdoofd, verblind,
tast ik naar U, die mij bemint,
bij wie mijn ziel genezing vindt –
o Lam van God, ik kom.
Gebed
In Memoriam door Anneke en Jan
Zingen: ‘Genade zo oneindig groot’
Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ‘t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien.
Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.
Schriftlezing: Psalm 139
HEER, U kent mij, U doorgrondt mij, U weet het als ik zit of sta, U doorziet van verre mijn gedachten. Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op, met al mijn wegen bent U vertrouwd. Geen woord ligt op mijn tong, of U, HEER, kent het ten volle. U omsluit mij, van achter en van voren, U legt uw hand op mij. Wonderlijk zoals U mij kent, het gaat mijn begrip te boven. Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor U niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht. U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor U geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. Hoe rijk zijn uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal, ontelbaar veel, meer dan er zand is bij de zee. Ontwaak ik, dan nog ben ik bij U. Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is.
Zingen: psalm 139: 1,7
HEER, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.
Gij hebt mij immers zelf gemaakt,
mij met uw vingers aangeraakt,
met toegewijde tederheid
mijn nieren en mijn hart bereid,
mij in de moederschoot geweven,
mij met uw wonderen omgeven.
Overdenking: ‘Zoals ik ben’.
Zingen: ‘Abba Vader’
Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.
U alleen doorgrondt mijn hart,
U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn,
U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.
Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen.
Dat mijn wil voor eeuwig zij, d’uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.
Laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen.
Dankgebed, voorbede en Onze Vader
Onze Vader, Die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in der eeuwigheid.
Amen
Lied 247: 1,3,5
Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
U heb ik nodig, uw genade is
mijn enig licht in nacht en duisternis.
Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?
In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.
Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog,
licht in het duister, wijs de weg omhoog.
Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij.
In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.
Zegen
Kerkbrief November 2024
Orde van dienst 24 november 2024 – Eeuwigheidszondag
Organist: Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling: Dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Jaap kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
Orde van dienst 17 november 2024 – 2e zondag van de voleinding
Voorganger: ds. J.A. Wegerif, Nijverdal
Organist: Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. S. de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen psalm van de zondag: psalm 98: 1, 2
Stil gebed, groet, bemoediging
Verootmoedigingsgebed
Zingen: lied 834: 1
Verkondiging van Gods genade
Zingen: lied 834: 2
Onderwijs
Zingen: lied 834: 3
Gebed bij de opening van het Woord
Kinderen naar de nevendienst
Lezing uit het oude testament: Exodus 30: 11 – 16
De heffing bij de registratie
11De HEER zei tegen Mozes: 12‘Als je onder de Israëlieten een telling houdt, moeten allen die geregistreerd worden de HEER losgeld betalen voor hun leven, om te voorkomen dat zij vanwege de telling door een plaag worden getroffen. 13Ieder die meegeteld wordt moet een halve sjekel betalen, volgens het ijkgewicht van het heiligdom, twintig gera per sjekel; de heffing voor de HEER bedraagt de helft daarvan. 14Ieder die meegeteld wordt, iedereen van twintig jaar of ouder, moet deze heffing voor de HEER betalen. 15Rijken dragen als losprijs voor hun leven niet meer af dan een halve sjekel, armen niet minder. 16Het losgeld dat je van de Israëlieten in ontvangst neemt, moet gebruikt worden voor de dienst in de ontmoetingstent. De losprijs die de Israëlieten voor hun leven betalen, brengt hen bij de HEER in herinnering.’
Zingen: psalm 16: 1
Evangelielezing: Marcus 12: 38 – 13: 2
Marcus 12
38Tijdens zijn onderricht zei Hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden: 40ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’ 41Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. 42Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. 43Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’
Marcus 13
1Toen Hij de tempel verliet, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Meester, kijk eens, wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen!’ 2Jezus zei tegen hem: ‘Die grote gebouwen die je nu ziet – wees er maar zeker van dat geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’
Lofprijzing: lied 912: 1, 2
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Geloofsbelijdenis gezongen: gezang 340B
Meeleven met elkaar
Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Zingen: lied 912: 3, 4, 5, 6
Heenzending en zegen.
Gezongen Amen
Orde van dienst 10 november 2024 – Kliederkerk
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling: Dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Lied 216 Dit is een morgen. Vers 1,2,3.
Gebed om de opening van het woord.
Zingen Lied Mooie kleren. Gezongen door Walter & Esther.
(Met muziekinstrumenten erbij.)
Kijk eens wat een mooie kleren (melodie: Boer wat zeg je van mijn kippen?)
Kijk eens wat een mooie sluier.
Kijk eens wat een mooie jurk.
Vind je dit geen mooie bloemen.
En wat zit mijn haar toch mooi.
Kijk eens wat een mooie sluier.
Kijk eens wat een mooie jurk
Kijk eens wat een mooie strik.
Kijk eens naar mijn mooie pak.
Mijn schoenen die zijn goed gepoetst.
En mijn haar is mooi gekamd.
Kijk eens wat een mooie strik.
Kijk eens naar mijn mooie pak
Platen van youtube: Bruiloft in Kana, van de wonderwolk. Verteld door Map van Koert.
Zingen Lied 793: Bron van liefde, licht en leven. Vers 1,2,3. Orgel.
Kinderen komen vooraan zitten om te kijken naar een proefje.
Schriftlezing: 1 Korintiërs 13: Bovenal de liefde.
1 Korintiërs 13
1Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal. 2Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 3Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. 4De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. 8De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 11Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. 12Nu zien we nog maar een afspiegeling, een raadselachtig beeld, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Lied: U hebt het best voor het laatst bewaard. Van Elly & Rikkert. (beamer) https://www.youtube.com/watch?v=sYFgsXEiQ1Y
Preek
Lied Everything i do, van Bryan Adams.
Gezongen door Walter & Esther. Begeleid door Jan-Willem Hueting op de piano.
Collecte, met hulp van kinderen. (maximaal 3)
Voorbeden & Onze Vader
Slotlied Lied 766 : 1,2 (Gezang 114 LVDK)
Ik zag een nieuwe hemel, Jeruzalem is als een bruid gestreden.
Zegen & Amen.
Tijdens het uitlopen muziek van Walter & Esther, begeleid door Ferron. It takes two.
Kinderen komen naar voren om de bingokaart in te leveren. En krijgen een kadootje. Alle volwassenen vormen buiten een erehaag waardoor de kinderen doorheen kunnen lopen naar de Rank toe. De ceremoniemeester stuurt dit aan.
11:00 Koffie drinken & bruidstaart eten in de Rank.
11:15 Spellen voor de kinderen & photobooth.
Strikje prik, trouwfoto’s raden, kleurplaten.
11:30 -12:00 High Tea met elkaar, ter afsluiting. Prosecco & proosten.
Orde van dienst 6 november 2024 – Dankdag voor gewas en arbeid
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Intochtspsalm 67:3
Votum en groet
Zingen Lied 244: 1,2,3,4
Gebed
Schriftlezing Genesis 8: 1-22
1Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar. 6Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open 7en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. 8Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water op het land verder gedaald was. 9Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. 13In het zeshonderdeerste jaar, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. 14Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. 15Toen zei God tegen Noach: 16‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. 17Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten vruchtbaar zijn en talrijk worden, en zich over de hele aarde verspreiden.’ 18Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 19Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt. 20Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21De geur van de offers behaagde de HEER, en Hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal Ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal Ik alles wat leeft doden, zoals Ik nu heb gedaan. 22Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.
Zingen Lied 350: 1,2,3,5,7
Preek
Zingen Lied 981: 1,2,3,4,5
Dankgebed, voorbeden en onze vader
Collecte
Slotzang lied 704:1
Zegen
Gezongen Amen