Voorganger: ds. A. Sterrenburg, Voorburg
Organist: Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling: Dhr. Robert Verhallen
Diaken: Dhr. Steven de Feij
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied: Psalm 146: 3 en 4
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Gebed van verootmoediging en om ontferming
Zingen Lied 103c: 1 en 3 (Loof de koning, heel mijn wezen)
Aansporing/Leefregel: Jacobus 2: 14-17 (NBV21) :
14Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? 17Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.
Zingen Lied 1005: 1, 2 en 3 (Zoekend naar licht)
Gebed bij de opening van het Woord
( Kinderen gaan naar nevendienst , zij komen naar voren om de lamp mee te nemen )
Lezing uit de Profeten: Amos 6: 1-10 (NBV21)
1Wee jullie, zorgelozen op de Sion, argelozen op de berg van Samaria, leiders van dit uitverkoren volk, tot wie de Israëlieten zich wenden! 2Trek naar Kalne en bekijk het goed; ga van daar naar het grote Hamat en reis dan door naar Gat, waar de Filistijnen wonen – zijn jullie sterker dan die koninkrijken of is hun gebied juist groter dan dat van jullie? 3Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog ver is en die zelf de heerschappij van het geweld dichterbij brengen. 4Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. 5Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf. 6Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet. 7Daarom gaan jullie nu als eersten in ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij. 8Dit zweert God, de HEER, bij zichzelf – zo spreekt de HEER, de God van de hemelse machten: Ik verafschuw de trots van Jakobs volk, Ik haat zijn burchten. Daarom zal Ik Samaria en al zijn inwoners aan de vijand uitleveren, 9en als er in een huis nog tien mensen overblijven, zullen zij sterven. 10Als iemand dan het lichaam van een bloedverwant uit dat huis wegdraagt om het te verbranden, zal hij vragen aan degene die nog binnen is: ‘Is daar bij jou nog iemand over?’ ‘Nee,’ zal deze dan zeggen, ‘maar wees toch stil, en noem de naam van de HEER niet!’
Zingen Lied 973 (Om voor elkaar te zijn uw oog en oor)
Evangelielezing: Lucas 16: 19-31 (NBV21)
19Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. 20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
( Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet )
Zingen Lied 974 : 1 en 5 (Maak ons uw liefde , God, tot opmaat)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: Lied 1001 (De wijze woorden en het groot vertoon)
Heenzending en zegen
Gezongen Amen