Orde van dienst 15 oktober 2023

Voorganger:                      ds. A. Prosman, Amersfoort
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

zingen: lied 655 : 1, 3 en 5 (Zing voor de Heer een nieuw gezang)

stil gebed

votum en groet

zingen: psalm 77 : 1 en 6

wet des Heren/verootmoediging

zingen: lied 859 : 2  en 4 ( Doorgang hebben wij U ontzegd)

gebed om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest

de kinderen gaan naar de kindernevendienst

Schriftlezing Oude Testament: Daniël 5

Het feestmaal van Belsassar

[1]Op zekere dag richtte koning Belsassar voor zijn duizend machthebbers een groot feestmaal aan, en in gezelschap van deze machthebbers dronk hij wijn. [2]Beneveld door de wijn gaf Belsassar opdracht de gouden en zilveren bekers tevoorschijn te halen die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, opdat de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen daaruit konden drinken. Men haalde de gouden bekers die uit de tempel van Jeruzalem, het huis van God, waren meegenomen en de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen dronken eruit. Ze dronken wijn en prezen hun goden van goud en zilver, van brons, ijzer, hout en steen. Terwijl ze dat deden verschenen er vingers van een mensenhand die iets op het pleisterwerk van de wand van het koninklijk paleis schreven, tegenover de luchter, zodat de schrijvende hand goed zichtbaar was voor de koning. Hij trok wit weg, in verwarring gebracht door zijn gedachten. Hij stond te trillen op zijn benen en zijn knieën knikten. Luidkeels riep hij om de bezweerders, de Chaldeeën en de waarzeggers. De koning richtte zich tot de wijzen van Babylonië: ‘Wie deze tekens kan lezen en mij kan zeggen wat er staat, zal in purper gekleed worden, een gouden keten om zijn hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren.’ Alle wijzen van de koning traden naar voren, maar zij konden de tekens niet lezen en de koning niet zeggen wat er stond. Koning Belsassar was daarover zeer ontdaan, zijn gezicht werd nog bleker, en ook zijn machthebbers waren onthutst.Het rumoer van de koning en zijn machthebbers had de koningin naar de feestzaal gebracht. Zij zei: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Laten uw gedachten u niet in verwarring brengen, het is niet nodig zo bleek te worden van schrik. [11] Er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden woont. In de dagen van uw vader bewees hij al evenveel verstand, inzicht en wijsheid te bezitten als de goden. Koning Nebukadnessar, uw vader, heeft hem benoemd tot hoofd van de magiërs, bezweerders, Chaldeeën en waarzeggers – uw vader, majesteit! [12] Deze Daniël, die door de koning Beltesassar werd genoemd, beschikt over een buitengewone begaafdheid, en over kennis en verstand, waardoor hij dromen kan uitleggen, raadsels kan oplossen en knopen ontwarren. Ontbied daarom Daniël, hij zal u vertellen wat er staat.’
[13] Vervolgens werd Daniël voor de koning geleid. De koning zei tegen hem: ‘Dus u bent Daniël, een van de Judese ballingen die de koning, mijn vader, uit Juda heeft weggevoerd? [14] Ik heb gehoord dat de geest van de goden in u woont, en dat u over veel verstand, inzicht en wijsheid beschikt. [15] De wijzen en bezweerders zijn bij mij gebracht om deze tekens te lezen en mij te vertellen wat er staat. Maar zij kunnen mij niet zeggen wat de woorden betekenen. [16] Ik heb over u gehoord dat u duidingen kunt geven en knopen ontwarren. Welnu, als u de tekens kunt lezen en mij kunt zeggen wat er staat, zult u in purper gekleed worden, een gouden keten om uw hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren.’
[17] Daniël antwoordde de koning: ‘U mag uw kostbare geschenken houden, of ze aan een ander geven. Maar ik zal de tekens voor de koning lezen en hem zeggen wat er staat. [18] Majesteit, uw vader Nebukadnessar heeft van God, de Allerhoogste, koninklijke macht, aanzien, eer en majesteit gekregen,[18] Majesteit, uw vader Nebukadnessar heeft van God, de Allerhoogste, koninklijke macht, aanzien, eer en majesteit gekregen, [19] en vanwege zijn van God gegeven grootheid beefden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, van ontzag voor hem. Hij doodde wie hij wilde en liet leven wie hij wilde. Hij verhief wie hij wilde en vernederde wie hij wilde. [20] Maar toen hij hooghartig en overmoedig werd, is hij van zijn koningstroon gestoten en is zijn eer hem ontnomen. [21] Hij werd door de mensen verstoten, hij kreeg het hart van een dier en hij leefde onder de wilde ezels. Hij at gras als de runderen en zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, totdat hij erkende dat God, de Allerhoogste, boven het koningschap van de mensen staat en dat Hij alleen bepaalt aan wie Hij het verleent. [22] En hoewel u dit alles wist, bent u, zijn zoon Belsassar, niet nederig gebleven. [23] U hebt uzelf boven de Heer van de hemel verheven. U hebt de bekers laten halen die uit zijn tempel afkomstig zijn, en u en uw machthebbers, uw hoofdvrouwen en bijvrouwen, hebben er wijn uit gedronken. U hebt uw goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen geprezen, goden die niets zien of horen of weten. Maar de God die beschikt over uw levensadem en die al uw doen en laten bepaalt, hebt u niet verheerlijkt. [24] Daarom heeft Hij die hand gezonden en de tekens laten opschrijven. [25] Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel en parsien. [26] En dit is wat die woorden betekenen: menee – God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt; [27] tekeel – u bent gewogen en te licht bevonden; [28] perees – uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.’ [29] Toen gaf Belsassar bevel Daniël in purper te kleden en hem een gouden keten om de hals te hangen, en hij liet afkondigen dat Daniël als derde in rang zou regeren over het koninkrijk. [30] Diezelfde nacht werd Belsassar, de koning van de Chaldeeën, gedood.

zingen: psalm 102 : 11 en 13

lezing van de tekst: Daniël 5 : 16a
Ik heb over u gehoord dat u duidingen kunt geven en knopen ontwarren.

uitleg en verkondiging van het Woord. Thema: een spaak in het wiel

zingen: psalm 2 : 1 en 4

dankgebed en voorbeden, stil gebed en het Onze Vader

geloofsbelijdenis

zingen: lied 864 : 1, 4 en 5 (Laat ons de Heer lofzingen)

zegen met gezongen Amen

psalmen en liederen: liedboek 2013

Bijbelvertaling: NBV21

Orde van dienst Oecumenische viering op zondag 8 oktober 2023 om 10:00

Voorgangers:                       ds. H.J. Prosman
                                             ds. Gonja van ’t Kruis
                                             pastor H. van de Reep
Organist:                               Dhr. Sjaak Warnaar
Muzikale medewerking     zanggroep Spirit onder leiding van Sjaak Warnaar
Ouderling:                            Dhr. R. Verhallen
Diaken:                                 Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen (met bloemengroet)
Openingslied: ‘De vreugde voert ons naar dit huis’ (Lied 280)
Votum en groet (Henk-Jan Prosman)
Woord van welkom
Kyrie: ‘Wees hier aanwezig’ (Lied 295) (Spirit & samenzang)
Gloria: ‘Praise my soul the King of Heaven’ (Spirit)
Gebed van de Zondag (Heleen van de Reep)
Moment met de kinderen
Lezing Psalm 80 (Wanda den Besten)
Voor de koorleider. Op de wijs van De Lelies. Een getuigenis. Van Asaf, Een psalm

Hoor ons, herder van Israël,
die Jozef leidt als een kudde.
U die troont op de cherubs, verschijn in luister
aan Efraïm, Benjamin en Manasse.
Laat uw kracht ontwaken,
kom, en red ons.
God, keer ons lot ten goede,
toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.
HEER, God van de hemelse machten,
hoe lang nog blijft U vertoornd op uw biddende volk?
U liet ons brood van tranen eten
en een stroom van tranen drinken.
U hebt andere volken tegen ons opgezet,
onze vijanden drijven de spot met ons.
God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede,
toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.
U hebt een wijnstok uitgegraven in Egypte,
en volken verdreven om hem te planten.
U gaf hem een ruime plek,
hij schoot wortel en vulde het land.
De bergen werden bedekt door zijn schaduw,
de machtige ceders door zijn twijgen,
hij strekte zijn takken uit tot de zee,
tot aan de Grote Rivier zijn ranken.
Waarom hebt U zijn omheining vernield?
Voorbijgangers plukken hem leeg,
wilde zwijnen wroeten hem om,
velddieren vreten hem kaal.
God van de hemelse machten, keer u tot ons,
kijk neer uit de hemel en zie,
bekommer u om deze wijnstok,
de stek die uw hand heeft geplant,
het kind dat U zelf hebt grootgebracht.
Hij is verbrand en weggehakt,
verkwijnd onder uw duistere blik.
Leg uw hand op uw beschermeling,
het mensenkind dat U hebt grootgebracht.
Dan zullen wij niet van U wijken.
Laat ons leven, en wij roepen uw naam:
HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede,
toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

Overweging (Henk-Jan Prosman)
Psalm 80: 1,2,4,7
Spirit zingt: ‘Vuur van de Enige’
Lezing Filippenzen 2,14-18 (Martien van Dam)
Doe alles zonder morren en tegenspreken, opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel. Houd daarbij vast aan het woord dat leven brengt. Dan kan ik op de dag van Christus trots zijn omdat ik me niet voor niets heb ingespannen en niet voor niets heb afgemat. Zelfs al zou mijn bloed als een offer worden uitgegoten, in aanvulling op het offer dat u brengt door de dienst van uw geloof, dan nog ben ik vol vreugde, samen met u allen. Wees dus ook vol vreugde, samen met mij.

Overweging (Gonja van ’t Kruis)
Zingen: ‘Ik ben de wijnstok’ (Lied 656)
Gezongen geloofsbelijdenis (340b)
Dankgebed – voorbeden door vertegenwoordigers van de kerkgemeenschappen. Met responsie 367e: ‘Heer, onze God, wij bidden U, verhoor ons’
Stilte
Onze Vader (Spirit)
Spirit zingt: ‘Pilgrim Song’
Collecte
Slotlied: ‘Samen in de Naam van de Jezus’ (Evangelische Liedbundel 218)
Samen in de naam van Jezus
heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen
en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken
naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen,
samen leven tot Zijn eer

Heel de wereld moet het weten
dat God niet veranderd is.
En Zijn liefde als een lichtstraal
doordringt in de duisternis.
’t Werk van God is niet te keren
omdat Hij erover waakt,
en de Geest doorbreekt de grenzen
die door mensen zijn gemaakt.

Prijs de Heer, de weg is open
naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator,
mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen
breng ik U mijn dank en eer.
’t Is uw Geest die mij doet zeggen:
Jezus Christus is de Heer

Zegen (Henk-Jan Prosman)

Orde van dienst 1 oktober 2023

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                             Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. Steven  de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 23: 1
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden
Lied 280: 1,4,5
Gebed bij de opening van het Woord
Kinderlied: Jezus is de goede herder

Refrein
Jezus is de goede Herder,
Jezus, Hij is overal.
Jezus is de goede Herder,
brengt mij veilig naar de stal.

strofe 1
Als je ’s avonds niet kan slapen,
als je bang in ’t donker bent,
denk dan eens aan al die schaapjes
die de Heer bij name kent!
refrein

strofe 2
En wanneer je soms alleen bent,
en je hart is vol verdriet.
Denk dan aan de goede Herder,
Hij vergeet zijn schaapjes niet!
refrein

Schriftlezing Psalm 23
1 Een psalm van David.
De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, 3  Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam. 4 Al gaat mijn weg door een donker dal,ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. 5 U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. 6 Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik verblijf in het huis van de HEER tot in lengte van dagen

Lied 280: 6

Uitleg en prediking

Meditatief orgelspel
Lied 650 in wisselzang
Geloofsbelijdenis staande  gelezen
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied.   864:1,3,5
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 24 september 2023

Orde van dienst zondag 24 september 2023
Voorganger:               ds. H.J. Prosman
Organist:                     dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                  mevr. Nel Griffioen
Diaken:                       dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Psalm 130: 1 en 2

Bemoediging en groet

Voorganger: Onze hulp is in de naam van de HEER

Allen: Die hemel en aarde gemaakt heeft

Voorganger: Die trouw houdt tot in eeuwigheid

Allen: En niet loslaat het werk dat zijn hand begon.

Voorganger: Genade zij en vrede. Van God onze Vader en van de Here Jezus Christus.

Allen: Amen

Psalm 130: 3 en 4

Smeekgebed met Lied 367b

Gloria Lied 413: 1

Moment met de kinderen

Gebed voor de opening van de schriften

Kinderlied Wij gaan voor even uit elkaar

Wij gaan voor even uit elkaar,

En delen nu het licht.

Dat licht vertelt ons iets van God.

Op Hem zijn wij gericht.

Wij geven Gods verhalen door,

En wie zich openstelt,

Ervaart misschien een beetje licht,

Door wat er wordt verteld.

Straks zoeken wij elkaar weer op,

En elk heeft zijn verhaal.

Het licht verbindt ons met elkaar,

Het is voor allemaal.

Schriftlezing: Mattheüs 20: 1-16

1Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2Nadat hij met de arbeiders een dagloon van één denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar mijn wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6Toen hij tegen het einde van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7“Niemand heeft ons ingehuurd,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9En zij die er vanaf het einde van de dag waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11Toen ze het geld hadden aangenomen, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12“Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13Hij antwoordde een van hen: “Vriend, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14Neem wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten hetzelfde geven als aan jou. 15Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Ben je jaloers omdat ik goed ben?” 16Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

Lied 991: 1, 4, 7 en 8

Preek

Lied 726: 1, 2, 3 en 4

Apostolische geloofsbelijdenis (Lied 340b)

Dankgebed, voorbeden en Onze Vader

Collecte

Slotzang: Psalm 111: 1

Zegen (met gezongen Amen)

Orde van dienst 10 september 2023

Voorganger:                      mevr. dr. J.G Mooi, Hoogmade                                
Organist:                            Mevr. Henny Visscher
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 149: 1 en 2
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Psalm 149: 3
Verootmoediging en bemoediging
Zingen: Lied 837: 2 en 4
Gebed bij de opening van het Woord
                [kinderen naar nevendienst]

1e Schriftlezing: Genesis 3: 8 -10 (NBG 1951)
Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof. En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.

Zingen : Lied 513: 1,2 en 3

2e Schriftlezing, 1e deel: Leviticus 23: 26 – 32 (NBG 1951)
En de Here sprak tot Mozes: Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de Here een vuuroffer brengen. Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de Here , uw God. Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten. Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk. Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen. Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.

                             2e deel: Matthéüs 5: 17-18 (NBG 1951)
Jezus en de wet
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.

Tekst prediking: Gen. 3: 9b “Waar zijt gij?”

Zingen: Psalm 119:  49 en 65
Uitleg en prediking
                [ kinderen komen terug in de kerk]
Meditatief orgelspel
Zingen: Psalm 33: 5 en 8
Geloofsbelijdenis (gelezen)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotlied: Lied 802: 1,3,5 en 6. Maar: op de melodie van het Israëlische volkslied (dat is trouwens ook de melodie, die men kent) Dus NIET: de melodie uit het Liedboek
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 3 september 2023      

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. M. van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied  Psalm 113:1
Votum en groet
Zingen 215:1,2,7
Lezen van het gebod
Schuldbelijdenis en genadeverkondiging
Zingen: ‘Jezus die mijn ziel bemint’ (Joh. de Heer 180:1,2,3 )
Moment met de kinderen
Gebed
Kinderlied: 923: 1,2,3
Matteüs 17: 14-20
Gebrek aan geloof
Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’ Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng hem bij Me.’ Daarop sprak Jezus de demon streng toe. Deze ging uit de jongen weg, en vanaf dat moment was hij genezen. Toen de leerlingen met Jezus alleen waren, vroegen ze Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zeg je tegen die berg: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’

Gezang 55: 1,2,3,4 (LvdK)

1 Jezus! dien mijn ziel bemint,
’s Levens stormen loeien, Heer!
O, beveilig mij, Uw kind,
Leg mij aan Uw boezem neêr.
Als de golven woedend slaan
Tegen rotsen op en neêr!
Laat mij aan Uw zij dan staan
Tot de storm voorbij is, Heer!

2 And’re toevlucht ken ik geen;
Hulp’loos kom ik tot U vliên;
Laat, o laat mij niet alleen,
Wil mij steeds Uw hulpe biên!
Als de zondelast mij drukt,
Zend mij Uw verlossing neêr;
Ben ik zwak en neêrgebukt,
Schenk mij dan Uw kracht, o Heer!

3 Gij, o Heiland, zijt mijn kracht,
Gij mijn hoog vertrek, o Heer!
Gij sterkt zwakken door Uw macht,
Gij geeft blinden de oogen weêr.
Heilig, driemaal heilig, Gij!
Zie ontfermend op mij neêr;
Niets dan zwakheid vindt G’ in mij;
Schenk mij Uw genade, o Heer!

Preek
Lied 978:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis (Gelezen)
Psalm 146:1
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Lied 754:1,3
Zegen

Orde van dienst 20 augustus 2023 – HA  

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 70:1,2
Votum en groet
Lied 767: 1,2,3,4
Wetslezing
Gebed om vergeving en genadeverkondiging
Gezang 487:1,3 (LvdK)
1  De Heer heeft mij gezien en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht,
gaf mij een levend hart en nieuwe ogen.
Zo komt Hij steeds met stille overmacht
en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen.

3   Gij geeft het uw beminden in de slaap,
Gij zaait uw naam in onze diepste dromen.
Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt
zoals de regen neerdaalt in de bomen,
zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat,
zo zult Gij uw beminden overkomen.

Gebed
Lezingen: Hooglied 2: 1-17
21Ik ben een lelie van de Saron,
een wilde lelie in het dal.
Hij
2Als een lelie tussen de distels,
zo is mijn vriendin tussen de meisjes.
Zij
3Als een appelboom tussen de bomen van het bos,
zo is mijn lief tussen de jongens.
Ik verlang in zijn schaduw te zitten,
met mijn tong wil ik zijn zoete vruchten proeven.
4Hij brengt mij in het wijnhuis,
boven mij zijn vaandel van liefde.
5Verkwik me met rozijnen,
verfris me met appels,
want ik ben ziek van liefde.
6Mijn hoofd rust op zijn linkerarm,
met zijn rechterarm omhelst hij mij.
7Meisjes van Jeruzalem,
ik bezweer je bij de gazellen, bij de hinden op het veld:
wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken
voordat zij het wil
Zij
8Hoor! Mijn lief!
Kijk! Hij komt,
springend over de bergen,
dansend over de heuvels.
9Als een gazelle is mijn lief,
als het jong van een hert.
Kijk! Hij staat al bij de muur.
Hij blikt door het venster,
tuurt door de spijlen.
10Mijn lief roept mij toe:
‘Sta op, vriendin!
Mooi meisje, kom!
11Kijk! De winter is voorbij,
voorbij zijn de regens, weggegaan.
12De bloemen zijn verschenen op het veld,
nu breekt de zangtijd aan,
het koeren van de duif klinkt op het land.
13De vijgenboom is al vol vruchten,
de wijnstok rankt en geurt.
Sta op, vriendin!
Mooi meisje, kom!
14Mijn duif in de rotskloof,
verscholen in de bergwand,
laat mij je gezicht zien,
laat mij luisteren naar je stem,
want je stem is zo lieflijk,
je gezicht zo bekoorlijk.’
Hij en zij
15Vang voor ons de vossen,
vang die kleine vossen.
Ze vernielen de wijngaard,
onze wijngaard vol bloeiende ranken.
Zij
16Mijn lief is van mij,
en ik ben van hem.
Hij weidt tussen de lelies.
17Nu de dag weer ademt
en het duister vlucht –
ga nu weg, mijn lief.
Spring als een gazelle,
als het jong van een hert
over de geurige bergen.

Zingen Lied 518: 1,2,4,5
Evangelielezingen Marcus 5:21-24 / 35-43
21Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, en Hij bleef aan het meer. 22Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. 23Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ 24Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen. 

35Nog voor Hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’ 36Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ 37Hij stond niemand toe om met Hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. 38Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. 39Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ 40Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij Hem waren de kamer binnen waar het kind lag. 41Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, Ik zeg je, sta op!’ 42Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen. 43Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar iets te eten moesten geven.

Preek
Zingen Psalm 48: 1,2,3,4
Lezen Avondmaalsformulier
Gebeden
Zingen Lied 840: 1,2,3
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen Psalm 103:9
Dankgebed en voorbeden
Collecte
Slotzang Lied 903:1,2,3
Zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 13 augustus 2023    

Voorganger:                      ds. W.M. Dekker, Waddinxveen
Organist:                             Mevr. Henny Visscher
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm  42:1
Stil gebed
Votum en Groet
Zingen PS 42:3
geboden
Lied  psalm 130:1, 2
Gebed bij de opening van het Woord
Schriftlezing(en): Psalm 10 en Mattheüs 14:22-27
Psalm 101Waarom, HEER, bent U zo ver
en verbergt U zich in tijden van nood?

2In hun hoogmoed vervolgen zondaars de zwakken –
maak hen gevangenen van hun eigen plannen!
3De mens zonder God prijst wat hij najaagt,
en als hij rijk is, vervloekt en veracht hij de HEER.
4Hij denkt in zijn waan: Niemand vraagt mij rekenschap.
Er is geen God, maakt hij zich wijs.
5Het gaat hem goed, wat hij ook onderneemt,
maar uw verheven oordelen raken hem niet.
Zijn tegenstanders beticht hij van leugens.
6Hij denkt bij zichzelf: Ik kom niet ten val,
nooit kan het kwaad mij deren.
7Zijn mond vloekt en liegt, dreigt met geweld,
zijn tong brengt misdaad en onrecht voort.
8Op stille plaatsen ligt hij in hinderlaag,
op verborgen plekken doodt hij onschuldigen,
zijn ogen spieden naar weerloze mensen.
9Hij loert, verborgen als een leeuw in het struikgewas,
hij loert op de zwakke en tracht hem te vangen,
hij vangt zijn prooi in een net en sleurt hem mee –
10die buigt, krimpt ineen,
en valt in zijn klauwen, weerloos.
11Hij denkt bij zichzelf: God vergeet het,
wendt zijn blik af, ziet het niet.
12Sta op, HEER, hef uw hand, God,
vergeet de armen niet.
13Hoe kan de zondaar U verachten
en denken: God vraagt geen rekenschap.
14Toch ziet U de pijn en het verdriet,
U merkt het op en weegt het in uw hand.
Op U vertrouwen weerloze mensen,
de wezen, U komt hun te hulp.
15Breek de macht van de goddelozen,
eis rekenschap en ban het kwade uit.
16De HEER is koning voor eeuwig en altijd:
vijandige volken verdwijnen uit zijn land.
17U, HEER, verhoort de wens van de nederigen,
U bemoedigt hen en luistert met aandacht,
18U doet recht aan wezen en verdrukten.
Geen mens kan hen nog uit het land verjagen.

Mattheus 14 22-27
22Meteen daarna gelastte Hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant. Hij zou ook komen nadat Hij de mensen had weggestuurd. 23Toen Hij hen weggestuurd had, ging Hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en Hij was daar helemaal alleen. 24De boot was intussen al vele stadiën van het vasteland verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. 25Tegen het einde van de nacht kwam Hij naar hen toe, lopend over het water. 26Toen de leerlingen Hem op het water zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een geest!’ en schreeuwden het uit van angst. 27Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Houd moed! Ik ben het, wees niet bang!’ 

Lied: Ps 10:1, 5, 6 NB

Uitleg en prediking n.a.v. Psalm 10

Meditatief orgelspel
Lied: 869:5, 6, 7
Geloofsbelijdenis ( staande: gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied.  871
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 30 juli 2023

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 116:1,2
Votum en groet
Psalm 116:3,4
Lezen van de geboden
Lied 858:1,2,3,4
Gebed
Schriftlezing Openbaring 13
Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien hoorns en zeven koppen; het had een kroon op elke hoorn, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over. Een van de koppen van het beest zag eruit alsof hij dodelijk gewond was, maar zijn wond genas. Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. Iedereen aanbad de draak, omdat hij het beest gezag had gegeven. Ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?’ Het beest kreeg de macht om zijn bek te gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang. Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die in de hemel wonen. Het mocht de strijd aanbinden met de heiligen en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal. Alle mensen die op aarde leven zullen het beest aanbidden, iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is. Wie oren heeft, moet horen. Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen. Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee hoorns, net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. Verder liet het bij alle mensen, groot en klein, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.

Gezang 110:1,2,3,4 (LvdK)
1 Het Lam, voor ons op aard’ geslacht,
is eeuwig waard te ontvangen
de wijsheid, rijkdom, eer en kracht
en dankbre lofgezangen!


2 Hij, die als Hogepriester leeft,
en met zijn Geest ons zegent,
Hij is ’t, die moed en sterkte geeft,
wat kwaad ons ook bejegent.

3 Die in ons oog de moeite leest,
toont ons zijn medelijden;
Hij is, als wij, verzocht geweest
en sterkt ons, als wij strijden.

4 Hij komt en draagt de gloriekroon;
God toont zijn welgevallen
en geeft aan Hem, als Mensenzoon
het oordeel over allen.


Preek
Lied 111:1,3,5
Geloofsbelijdenis (gezongen 340b)

Dankgebed, voorbeden, Onze Vader

Gezang 476:5 (LvdK)
Levensvorst, U loven de geslachten,
en tot uw verborgen tijd
blijft de bruid uw wederkomst verwachten,
’t einde van haar bange strijd.
Houd haar waakzaam; doe haar, ’t hoofd geheven,
uit die hoge heilsverwachting leven,
tot zij op de jongste dag,
met U triumferen mag.


Zegen.
Gezongen Amen